Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Een milde vorm van zelfhaat

Televisieseries als The Office en Jiskefet vonden hun grootste fans onder de kantoorwerkers die zij afzeken. 'Goeiesmorgens' weerklonk de groet van Juffrouw Jannie jarenlang door de Nederlandse kantoortuinen. De paradox dat juist de witteboordenwerkers deze persiflage omarmden, tekent de haat-liefdeverhouding die zij met hun werk hebben.

Hans van der Klis | 14 juli 2008 | 3-4 minuten leestijd

In zijn boek Alleen tijdens kantooruren ontleed Remco Ensel, docent cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, heden en verleden van het kantoorleven. De kantoorklerk is een fenomeen van de moderne tijd, die zijn opmars te danken heeft aan de uitbreiding van centrale overheden, de schaalvergroting van bedrijven en de verzelfstandiging van de administratie van de detailhandel. In die zin was de kantoorrevolutie, zoals de opkomst van de witte boorden onder historici wordt genoemd, een noodzakelijke aanvulling op de industriële revolutie.

Ensel richt zich in zijn boek niet zozeer op de organisatie van het kantoorleven, maar op wat hij omschrijft als de oriëntatie: het bureaucratisch wereldbeeld, de omgangsvormen op kantoor en het verzet daartegen. De opkomst van de kantoorklerk ging in de negentiende eeuw gepaard met een verschuiving van het perspectief, waarbij het belang van afkomst afnam en steeds meer ging tellen wat iemand deed. Kantoorwerk bood voor de lagere klassen de mogelijkheid te ontsnappen aan fysieke arbeid en bood nieuwe perspectieven: in plaats van stukloon kregen de kantoorwerkers voor het eerst een week- of maandsalaris.

Maar net als de industriële revolutie riep ook de kantoorrevolutie gemengde gevoelens op. In zijn boek maakt Ensel vooral gebruik van verwijzingen naar literaire werken, films en televisieseries om de dubbelhartige houding van de kantoorwerkers te laten zien. Een betrekking op een kantoor biedt zekerheden, maar heeft ook vaak een vervreemdend effect op mensen. Denk aan het moeras van de bureaucratie in Het Proces van Franz Kafka, of, van recenter datum, de cyclus Het Bureau van J.J. Voskuil.

Veel schrijvers die in het boek van Ensel aan het woord komen, waren zelf werkzaam op kantoren. Kafka, Nescio en A. Alberts hebben naast hun schrijfwerk hun hele leven lang op kantoor gezeten. Zijn dagelijks werk op een verzekeringskantoor was voor Nescio zelfs de reden om zich een pseudoniem aan te meten: hij wilde liever niet dat buitenstaanders van zijn literaire activiteiten wisten. Wat zij gemeen hebben, is de milde vorm van zelfhaat die uit hun werk spreekt: van Kafka is ook wel gesuggereerd dat hij nooit de zekerheid van zijn baan wilde opgeven voor het schrijversbestaan. A. Alberts, schrijver van het bekende boek De vergaderzaal, kon ook nooit anders dan met een milde ironie over zijn kantoorwerk schrijven. Zelfs zijn Inleiding tot de kennis van de ambtenaar, een boek waarmee hij een lans breekt voor de ambtenaar, draagt hier de sporen van. De zelfhaat komt in extreme vorm tot uiting in The Fight Club. In die film speelt Edward Norton een ontspoorde kantoorklerk, die in het geheim een vechtclub opricht waar witteboordenwerkers hun frustraties op elkaar kunnen botvieren en op die manier weer in contact komen met hun dierlijke kanten.

Alleen tijdens kantooruren is een beschrijvend boek, geen betoog. Ensel ontleed het fenomeen van het kantoorwerk met een scherp mesje en behandelt uiteenlopende begrippen als kantoortijd, mannelijkheid, omgangsvormen, vrije tijd en verzet (tegen het management). Verwacht van dit boek geen analyse waarom kantoorwerk zo vaak als benauwend wordt gezien. Kafka was benauwd voor ‘het onontkoombare groepsgedrag’, Alberts beschreef juist de onthechte vorm van communicatie, waarin iedereen zijn eigen plan trok. Kantoorwerk moet in ieder geval niet gezien worden als een natuurlijk staat voor de mens. Ensel zelf schrijft dat deze verhandeling is voortgekomen ‘uit fascinatie met zijn eigen transformatie tot kantoorman’, aanvankelijk op de Vrije Universiteit in Amsterdam en tegenwoordig aan de Radbouduniversiteit in Nijmegen, waar hij ‘een volgende stap (heeft) gezet in zijn kantoordisciplinering’. Hij doet in elk geval alsof hij erom kan lachen.

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden