In De natuurlijke organisatie fileren Mark van Vugt en Max Wildschut de evolutionaire mismatch in veel organisaties. We managen mensen alsof ze in een ouderwetse dierentuin leven, met stress, verloop en verzuim als gevolg. Terwijl we eigenlijk een moderne habitat moeten ontwerpen waarin mensen natuurlijk kunnen floreren.
Het boek (ruim 400 pagina’s) is stevig onderbouwd met historisch, antropologisch en sociaal-netwerkonderzoek en geeft een overtuigend antwoord op de AB-transitie: hoe ga je van hiërarchie naar teams-of-teams met kennis van menselijk (groeps)gedrag? De auteurs kiezen bewust voor een lange aanloop: eerst de natuur begrijpen (waar de mens deel van uitmaakt), dán pas het ontwerp voor de organisatie. Dat tempo werkt verhelderend en voorkomt dat we oplossingen kopiëren zonder hun functie te snappen.
Wat je leert over menselijk gedrag
Verwacht bij elk hoofdstuk iets nieuws en bruikbaars. Denk je veel van groepsdynamiek te weten? Dit boek zet je met beide benen op de wetenschappelijke grond. Een belangrijke les die blijft hangen: instinctieve behoudsgezindheid beschermt cultuur tegen verlies van waardevolle kennis. Bij verandering moet je dus de functie begrijpen van wat je aanpast: voorkom dat je de baby met het badwater weggooit.
Modellen als Holacracy of de Semco Way zijn geen revoluties, maar best guesses in culturele evolutie. Sinds het lezen spreek ik liever over innovatie van ontwerpen dan implementatie van ontwerpen. De natuurlijke organisatie biedt bovendien een verklaring waarom transformaties vaak stranden: we overschatten individuele maakbaarheid en onderschatten context, instituties en morele ordening.
Het reflecteert ook scherp op de stelling De meeste mensen deugen (Rutger Bregman): in plaats van naïef optimisme krijg je een nuchtere kijk op condities waaronder prosociaal gedrag juist wél of níét ontstaat. De kern is verrassend simpel: creëer omstandigheden waarin mensen deugen, en werk mensen die hardnekkig niet deugen uit het systeem.
Van kleine groepen naar schaal: de opschaalknoppen
Een terechte vraag is of ‘natuurlijk organiseren’ schaalt, omdat het boek veel leunt op het succes van kleine jagers-verzamelaarsgroepen. Het antwoord: ja, mits je aan de instinctknoppen draait die wél opschalen. Hoofdstuk 6 De organisatie als gemeenschap biedt vier hefboompunten:
- Identiteit – een sterk wij-gevoel boven hokjes in het organogram;
- Betrouwbare instituties – eerlijke regels, voorspelbare sancties en transparante besluitvorming;
- Morele organisatie – expliciete normen, rituelen en peer-accountability die gedrag sturen, juist onder druk;
- Verhalen – casussen en anekdotes als collectief geheugen dat richting en trots aanwakkert.
Voor de AB-transitie levert dit concrete ontwerprichtlijnen op.
Begin bij functies, niet bij vormen: snijd hiërarchie pas terug wanneer alternatieve structuren coördinatie, legitimiteit en psychologische veiligheid minimaal even goed borgen.
Optimaliseer groepsgrootte en nabijheid, maak interdependenties zichtbaar en beheersbaar, institutionaliseer eerlijkheid, onderhoud morele orde en gebruik verhalen om cultuur te schalen. Zie frameworks als hypotheses en meet met korte leerloops.
De meegeleverde checklist fungeert als meta-meetlat: geen goeroejargon, maar een wetenschappelijk geordend overzicht om je team of organisatie te scoren op ‘natuurlijkheid’. Ik ga deze zeker inzetten in mijn werk als organisatiecoach.
Niet bepaald sexy, maar sterk onderbouwd
Ken je Martijn Vroemens Teamcoaching en de 4 I’s? Dit boek is de theoretisch-wetenschappelijke laag eronder: minder catchy, maar betrouwbaarder om teams-of-teams duurzaam te bouwen. Het rekent af met een wijdverbreide misvatting: westerse organisaties overschatten individuele interventies als antwoord op systemische problemen.
Functioneert gedrag niet? Dan sturen we mensen op training, bijvoorbeeld Persoonlijk Leiderschap. De auteurs laten, vooral in hoofdstuk 8 en 9, zien dat dit vaak symptoombestrijding is. Begin met contextontwerp (taak, teamdesign, incentives, institutionele rechtvaardigheid), en pas dán met individuele ontwikkeling. Voor leiders biedt dit een realistischer lens om succes te voorspellen: niet ‘Hebben we genoeg trainingen?’, maar ‘Zijn de condities voor prosociaal gedrag en samenwerking structureel goed ontworpen?’.
onmisbare gids
Het resultaat is nuchter en praktisch: beter ontworpen systemen, minder teleurstelling, meer duurzame prestaties – ook wanneer het tegenzit.
De natuurlijke organisatie is spannend én solide. Het legt de vinger op de evolutionaire zere plek in moderne organisaties en geeft je de opschaalknoppen om van hiërarchie naar teams-of-teams te komen. Voor teamcoaches, organisatiekundigen, verandermanagers en leiders die wetenschap en bewijs boven modieuze hypes verkiezen, is dit boek een onmisbare gids.
Over Nan van Grootel
Nan van Grootel is Change Consultant bij We Are Freddy.
Hij kijkt naar organisaties als systemen en pakt de rol van systeemontwikkelaar. Hij helpt organisaties bij het ontwikkelen van een mindset waarbij mens en resultaat het enige is dat telt én het enige is dat werkt.