Brand Breakout

In eerste instantie had ik geen idee waar dit boek heen zou gaan. Wat moet je van een boek verwachten als de titel luidt: ‘Brand Breakout’? Maar naarmate je verder in het boek komt, is het interessant materie. Kom je er achter hoe op een vernuftige wijze merken in de markt worden gezet! In het boek beschrijven Kumar en Steenkamp, op basis van eigen onderzoek, wat naar hun mening de trajecten zijn die merken bewandelen vanuit opkomende markten. Het gaat er daarbij vooral om hoe die merken vanuit opkomende markten de wereldmarkt betreden. Onderstaand worden een paar van die routes beschreven. De auteurs merken daarbij op, dat geen enkel voorbeeld een gegarandeerde weg tot succes is. 1. De Aziatische schildpad Deze manier van werken richt zicht op het vervaardigen van een behoorlijk product dat tegen een lage prijs, binnen een nichemarkt, op de wereldmarkt wordt gezet. Daarmee wordt een bruggenhoofd gerealiseerd voor verdere investeringen en optimalisering van het product zelf. Bijvoorbeeld een magnetron. 2. Van B2B-markt naar B2C-markt Er zijn bedrijven zoals Hauwei die binnen de B2B producten aanleveren voor mobiele netwerken. Dit bedrijf heeft zich er nu op gericht om ook zelf op de telecommarkt te verschijnen met een eigen product. 3. De Diaspora Bedrijven maken gebruiken van landgenoten die in andere landen wonen om via hen de wereldmarkt te veroveren. Dat gebeurt meestal omdat migranten vasthouden aan hun eigen merkvoorkeuren en consumptiepatronen. Aan de andere kant gebeurt het ook dat westerlingen die op vakantie zijn geweest op zoek gaan naar producten voor dezelfde ervaring bij terugkeer. 4. Merken overnemen. Om een plaats binnen de wereldmarkt te veroveren kan er ook worden besloten om een merk over te nemen. Het overgenomen merk kan dan worden benut, opgeheven voor het eigen product of worden geïntegreerd met het eigen product. Neem als voorbeeld Geely die Volvo liet bestaan en Tata Motors die hetzelfde deed met Jaguar en Land Rover. In het boek wordt in aparte hoofdstukken verder ingaan op bovenstaande en andere routes die worden bewandelend. Kumar en Steenkamp besteden verder in hun boek aandacht aan het risico van ‘Nationale Kampioenen’ ofwel het beschermen van de Nationale trots– door belastingvoordelen of importheffingen – tegen buitenlandse concurrenten. Als voorbeeld wordt gegeven China Mobile, die zich te eenzijdig richtte op de eigen markt waardoor andere toestellen niet gebruikt konden worden en de gebruikers tevens de mobiele toestellen als te saai beoordeelden. Naar de mening van Kumar en Steenkamp moet de Staat bedrijfsactiviteiten van Nationale Kampioenen niet regisseren maar eerder ondersteunen, economische en kennisinfrastructuren opzetten waarin Nationale Kampioenen kunnen zaaien en groeien (bijvoorbeeld door goed ICT-onderwijs in te richten). De staat moet ook geen meerderheidsbelang maar een minderheidsbelang willen hebben binnen een nationale kampioen. Daarbij moet opgemerkt dat concurrentie voor een Nationale Kampioen niet erg is. Laat het bedrijf maar meeconcurreren op een wereldmarkt. Naar mijn mening is dit een boek dat je echt moet hebben gelezen, wil je inzicht krijgen in hoe merken uit opkomende markten de wereld proberen te veroveren. Het eerste deel is wat droog, maar naarmate je verder komt wordt het een boeiend boek om te lezen.