In dit boek wordt ‘getracht ingrediënten aan te dragen voor schoolleiders van vandaag en morgen’. Een opdracht die enerzijds altijd slaagt en anderzijds het onderwerp onvoldoende afbakent. En juist daardoor biedt dit boek goede inzichten hoewel het niet meer is dan een willekeurige verzameling meningen, visies en werkwijzen. De lezer moet op zoek gaan naar voor hem relevante inzichten; het van kaft tot kaft lezen valt niet aan te raden. ‘Leiding geven aan …’ gaat over leidinggeven in het onderwijs. In een compacte bundel worden negen onderwerpen door even zoveel auteurs behandeld. Van ‘leiding geven aan een onderwijsinstelling’ tot ‘… aan data gestuurd werken’. Onderwerpen die stuk voor stuk relevant zijn, maar de samenhang ontbreekt. Niet duidelijk is met welke insteek dit boek gemaakt is, wie de doelgroep is en waarom en waartoe de – schijnbaar willekeurig gekozen – hoofdstukken zijn opgenomen. Het eerste hoofdstuk, ‘leiding geven aan een onderwijsinstelling’, roept door de titel de verwachting op een kader voor het boek aan te reiken. Het is echter een algemeen verhaal met interessante feitjes dat niet aansluit op de volgende hoofdstukken. Hier wordt niet gesproken over ‘leidinggeven als vak’ maar over het gehele bestuurlijke terrein waarop een leidinggevende zich bevindt. Interessant, maar door het gebruik van jargon, niet onderbouwde stellingen - ‘leiderschap is dienend’ - en het ontbreken van kop en staart nodigt het niet uit om de volgende hoofdstukken te lezen. Terwijl de rest van het boek, weliswaar met wisselend succes, veel te bieden heeft. Het tweede hoofdstuk is het beste dat het boek te bieden heeft. ‘Leiding geven aan inspiratie en bezinning’ gaat over moreel leiderschap. Dit bereik je via een professionele cultuur waarin sprake is van ‘erkende ongelijkheid’. Mooi is de praktische handreiking ‘waardenvast’ te zijn, omdat je daarmee ruimte creëert! ‘Leidinggeven aan een cultuur van vertrouwen’, gaat mank aan allerlei onderzoeken over de internationale ontwikkelingen in het onderwijs en het ontbreken van praktische handvatten om leidinggeven waar te maken. Maar ‘leiding geven aan een cultuur van verandering’ is weer praktisch en realistisch. Hier wordt – toch nog – een rode draad zichtbaar: het gaat steeds om inhoud, houding en verhouding. ‘Collegiaal leren’ en ‘Leren in de klas’ grijpen hierop terug of vullen het verder in. ‘Leiding geven aan data gestuurd werken’ helpt om te sturen op een wijze die tot resultaat leidt en niet tot ‘het beste inspectierapport’. Meten doe je om te zien of je je lange termijn doelen realiseert en deze meting verbind je met korte termijn indicatoren. Steeds in die volgorde, waardoor je meet wat je waardeert en niet andersom. ‘De digitale wereld’ zet de zaken op z’n kop: de digitale hulpmiddelen lijken het doel in plaats van een middel voor goed onderwijs. Tevens wordt gesproken over innovatie maar wordt het belangrijke onderscheid in proces- en productinnovatie niet gemaakt. Terwijl het een gaat over het onderwijsleerproces en het ander over het leermiddel! Het afsluitende ‘Leiding geven aan onderwijs van morgen’ is exemplarisch voor het boek: er wordt te weinig gedoseerd. Hierdoor gaat de prima boodschap: focus je op een aantal belangrijke paradoxen, verloren. Ook het zonder onderbouwing oordelen over een niet toegelicht onderwerp als GERM doet het verhaal geen goed: wie wil je hiermee overtuigen? Samenvattend is ‘Leiding geven aan …’ interessant om te reflecteren op je school, je handelen, je visie en je relaties. Zodat je kunt werken aan je visie op onderwijs(ontwikkeling) en de benodigde houding- en gedragsinterventies. Daarvoor moet je echter wel op zoek naar de pareltjes. Want het gebruikte jargon, niet onderbouwde stellingen, een aantal matige hoofdstukken en het ontbreken van een goede indeling en afbakening maken deze zoektocht niet eenvoudig.
Over Paul Schollaardt
ir Paul Schollaardt RC is bestuurder in het speciaal onderwijs. Eerder was hij zelfstandig interim-manager en vervulde hij onder andere functies als productieleider en CFO.