In iets meer dan 100 pagina's geeft Noordzij aan dat organisaties van de 21e eeuw van oude denkbeelden ('superieure strategie') naar nieuwe inzichten ('integere cultuur') moeten om te overleven. Er verschijnen steeds meer boeken waarin de schrijvers aangeven dat we in een overgangsfase leven, een overgang van het organiseren vanuit 'oude' ideeën als controle, hiërarchie en regels naar het organiseren vanuit vertrouwen, netwerken en creativiteit.
'Op weg naar nieuw leiderschap' lijkt op het eerste gezicht een zoveelste boek uit die reeks. Noordzij bepleit, op basis van eigen ervaring bij onder andere McKinsey, Luchthaven Schiphol en NS dat managers zich 'meer moeten laten 'doorsmeren' en 'onze olie vaker moeten laten verversen' om organisaties te maken die in de 21e eeuw kunnen bestaan. Volgens hem is het noodzakelijk dat managers zichzelf uitrusten met meer innerlijke en echte zekerheden. 'De enige uitweg is de weg naar binnen.'
Het is volgens Noordzij tijd voor een zingevende, integere organisatiecultuur. Zijn ideale organisatie is in de eerste plaats bezig om te werken vanuit een transparante balans tussen economie en ecologie. In de tweede plaats creëert die organisatie een integere omgeving en cultuur waarbinnen medewerkers zich prettig en uitgedaagd voelen.
Noordzij schrijft naar eigen zeggen geen zelfhulpboek, zoals die vaak in Amerika worden geschreven. Toch staan er veel lijstjes in zijn werk: zeven algemene principes voor zakendoen, zes richtlijnen voor stakeholdermanagement, zesentwintig leiderschapstips, drie elementen voor een integere cultuur. Die drie elementen zijn voor mij de kern van 'Op weg naar nieuw leiderschap'.
Element één is 'de box', zo'n apparaat waarin baby's zich vrijelijk kunnen ontwikkelen binnen de grenzen van die box. Voor vakmensen vormen de doelstellingen en principes van de organisatie de box. Het doet mij denken aan de uitspraak van Jules Deelder: 'Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbegrensd als daarbuiten'.
Element twee van de integere cultuur is 'fair process'. Dit wil zoveel zeggen als het serieus nemen van mensen in hun ervaring, hun kennis en mening. Noordzij haalt het gezegde 'Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden' aan.
Het laatste element is integraliteit en consistentie. Hier pakt Noordzij het aloude 7-S model uit de kast. Niet zo gek gezien zijn McKinsey verleden. Het 7-S model stelt dat de effectiviteit van een organisatie niet alleen afhankelijk is van zijn structuur, maar van een integrale en consistente combinatie van ook andere, aan elkaar gerelateerde variabelen, allemaal beginnend met de letter 'S'.
Als het allemaal zo duidelijk is, waar ondernemingen naar toe moeten en welk leiderschap dat gaat doen, waarom gebeurt dat dan niet? Noordzij noemt vier redenen. We ontkennen de noodzaak, we kunnen niet tegen de druk die verandering met zich meebrengt, ons ego staat in de weg en we kunnen niet omgaan met het oude en het nieuwe tegelijkertijd. Dat geeft verwarring en onzekerheid. Terug naar het oude kan niet meer, ook roepen fundamentalisten en populisten dat dát de uitweg is.
Noordzij wijst naar de weg 'naar binnen'. Ook hier weer een lijstje, nu van vijf activiteiten: verantwoordelijkheid nemen, bewust worden, aanvaarden, gevoelens tonen en oefenen. Noordzij beschrijft hoe hij zelf de weg naar binnen is gegaan en eindigt zijn boek met (weer) een lijstje, 26 ego-checks.
De weg naar binnen lijkt helaas nog niet voor veel CEO's weggelegd. Noordzij beschrijft zijn eigen ervaring als manager bij een aantal gerenommeerde organisaties. Ik had het sterker gevonden als hij wat meer verhalen uit zijn eigen praktijk had beschreven. Managers die worstelen met hun eigen rol in hun organisatie zouden daar profijt van hebben. Nu rest een intrigerende boodschap van een voormalig topman uit het Nederlands bedrijfsleven.