Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Rijnlands gepolder

Organisaties moeten zichzelf weer als gemeenschap gaan zien, betoogde FNV-voorzitter Agnes Jongerius vorige week. Dat is mooi, reageert Adriaan Bekman, auteur van het boek De organisatie als gemeenschap, maar als je denkt dat je daarmee van alle problemen verlost bent, heb je het mis.

Ben Kuiken | 10 september 2008 | 3-4 minuten leestijd

Het klonk allemaal heel mooi en Rijnlands, daar in de aula van de Vrije Universiteit bij de opening van het Academisch jaar. Het thema was de menselijke maat en de spreker Agnes Jongerius, voorzitter van de FNV. Een schot voor open doel, dat dan ook niet door de bondsvrouw werd gemist. Kort samengevat kwam haar verhaal hier op neer: organisaties zijn steeds minder een plek waar je lekker kunt werken. Door de voortdurende stroom aan reorganisaties, door de sfeer van wantrouwen, de regelzucht en prestatienormen, verliest de professional (de agent en verpleegkundige) het plezier in zijn werk en vertrekt. Dat moet anders en kan anders, en wel door de organisatie weer als gemeenschap te zien die zorgt voor zijn mensen en voor zijn omgeving. ‘Voìla, ons Rijnlandse model van arbeidsverhoudingen,’ aldus Jongerius. De beide Japen (Jaap Peters en Jaap-Jan Brouwer) kunnen trots op haar zijn.

‘Ik heb het stuk van Jongerius niet gelezen, maar als zij met haar pleidooi voor de gemeenschap denkt in één klap van alle problemen verlost te zijn, dan denk ik dat ze toch een wat te rooskleurig beeld heeft van gemeenschappen,’ reageert Adriaan Bekman telefonisch vanuit het buitenland. Hij is auteur van een indrukwekkend aantal managementboeken, waardonder De organisatie als gemeenschap uit 2001. ‘Een gemeenschap betekent ook gedoe, stress, conflicten. Een gemeenschap sluit ook mensen uit. Bovendien: als zij denkt dat je een gemeenschapsgevoel gewoon even van bovenaf op kunt leggen, heeft ze het mis.’

Bekman promoveerde in de jaren negentig op het proefschrift 'De bewogen organisatie', waarin hij de discrepantie schetst tussen de managementliteratuur die sterk gericht is op succes en maakbaarheid, en de organisatiepraktijk die veelal een stuk minder rooskleurig is. Maar binnen die praktijk kunnen wel weer gemeenschappen ontstaan van mensen die op een plezierige manier met elkaar samenwerken, die elkaar vinden in een gemeenschappelijke drijfveer, die samen iets tot stand willen brengen. Alleen kun je dat niet afdwingen. Daar is een ander soort leiderschap voor nodig dan leiderschap op basis van functieomschrijving en hiërarchie. Informeel leiderschap, door mensen die daar van nature over beschikken.

Je kunt het misschien wel oproepen bij mensen, meent Bekman: ‘Mijn waarneming is dat als je ruimte creëert voor reflectie, dat mensen dan op een andere manier naar hun werk gaan kijken en daardoor hun werk ook met meer aandacht gaan doen. En op die manier kweek je een bodem voor vertrouwen, en dat roept als vanzelf een gemeenschapsgevoel op. Want mensen willen ergens bij horen, ze willen deel uitmaken van een groter geheel, dat is een fundamentele behoefte van mensen. Maar dat kun je dus niet organiseren, dat moet groeien.’

Bekman verklaart de door Jongerius heersende onvrede binnen organisaties vooral uit de toegenomen behoefte aan zingeving. Aangezien veel mensen die zin niet meer van bovenaf aangereikt krijgen, zullen ze die zelf moeten creëren. ‘Ze willen hun leven zinvol besteden en dus ook zinvol werk doen. Ik las laatst een onderzoek dat 65 procent van alle werknemers blij zijn als ze ’s avonds naar huis mogen. Dat is toch triest. Ik kan me heel goed voorstellen dat zij liever voor zichzelf beginnen. Geen gezeik meer aan je kop, gewoon lekker werken.’

Misschien dat de studenten dat ook denken na de slotwoorden die Jongerius aan hun adres richtte: ‘Ontwikkel jezelf, geniet ook van deze tijd, maar blijf zelf nadenken. Nu en later. Ga niet mee in de hype management by spreadsheet, maar draag op je eigen, integere manier bij aan je leven, je loopbaan en de samenleving.’ Toch opmerkelijk dat zij hier de woorden organisatie en gemeenschap niet laat vallen.

Over Ben Kuiken

Ben Kuiken is filosoof, schrijver en ontregelaar. Als organisatiefilosoof helpt hij mensen om anders te denken, te kijken en te praten over organisaties en de problemen die daar ontstaan. Ben is auteur van een groot aantal boeken over organiseren, spelen, en filosofie, waaronder De laatste manager, De Organisatiefilosoof, en Het Zinnigste boek dat je ooit zult lezen.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden