Hoe kijken we aan tegen ons werk, inkomen en onszelf? Wat gebeurt er met ons als we plotseling niet meer zo zeker zijn van het werk dat we dagelijks doen?
Twaalf personen, die tegelijkertijd hun werk kwijtraakten in 2020, vertellen hoe ze in de war raken, een ander leven zijn gaan leiden, vast zijn blijven zitten en zelfs het land uit vluchten. Ze komen obstakels tegen en worden soms wel en maar vaak ook niet geholpen om die te overwinnen. Het boek stemt tot nadenken over de zin en onzin van het werk dat we doen en geeft commentaar op het verhaal van de arbeidsmarkt. Het boek zet aan tot een dialoog over mogelijke oplossingen voor een weg naar meer passend en duurzaam werk. Een weg die moet leiden naar bestaanszekerheid.
De verhalen van twaalf mensen vormen de rode draad die in alle hoofdstukken doorgaat. De lezer krijgt steeds meer zicht op het leven van een piloot, horecaondernemer, dirigent, kamermeisje, kok, stewardess, yogadocent en pianiste. Verhalen ontstaan in een context. In dit boek zijn dat de luchtvaart, de horeca (met name in Amsterdam), de wereld van de bijstand en de culturele sector. Het zijn domeinen waar de coronacrisis direct voelbaar was. De personages zoeken een eigen weg, die ook herkenbaar zal zijn voor anderen.
