Get up Start up, realitycheck voor start-ups die zich willen ontpoppen tot meer is een handboek voor starters en geeft beknopt weer wat de stappen, valkuilen en aandachtspunten zijn.
Er wordt tegenwoordig veel geschreven over start-ups. Wat is de beste plek om te starten, hoe haal je kapitaal binnen, wie moet je aan boord halen etctetera. Het boek van Bart Vanhaeren ontpopt zich tot een handboek voor start-ups. ‘Get up start up, realitycheck voor start-ups die zich willen ontpoppen tot meer’ beschrijft de stappen en aandachtspunten voor een start-up. Hoewel het boek geschreven is vanuit een Belgische invalshoek wordt regelmatig de vergelijking met Nederland gemaakt en zijn de stappen en aandachtspunten hetzelfde. Enkele hoofdstukken gaan specifiek over België, zoals de interessante sectoren alsmede omgevingen in België waar een start-up zich kan vestigen. Deze hoofdstukken kan een Nederlandse lezer eenvoudig overslaan.
De eerste hoofdstukken beschrijven wat een start-up is, wie een oprichter kan zijn voor een start-up en nog veel belangrijker: schetst dat niet iedereen Champions League kan spelen. Oftewel een realitycheck. Slechts enkele start-ups zoals Google, Facebook, Adyen halen de topstatus. Normaliter is de slaagkans van een start-up erg laag, 1 op de 10. Slechts een beperkt aantal start-ups haalt de derde financieringsronde, danwel een beursgang. Een start-up wordt door de schrijver gedefinieerd als een nog jonge onderneming die voor een bepaald probleem in de maatschappij een (innovatieve, creatieve) oplossing tracht te zoeken, die schaalbaar is. Daarnaast is deze onderneming expliciet op zoek naar groei, in zowel binnen- als buitenland. Hierin is ook duidelijk het verschil met een starter/zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) benoemd.
Vervolgens wordt door de schrijver geconstateerd dat wij in Europa (mijn generalisatie overigens, de schrijver heeft het over België en een paar andere landen) meer ambitie nodig hebben, zeker in vergelijking tot Amerika. Dit heeft ook te maken met onze cultuur, hoe wij tegen falen aankijken. In Amerika is het heel normaal dat je meer ondernemingen start, bij ons wordt een faillissement toch wel als falen gezien. Vervolgens gaat het boek door met de kernvragen die elke start-up zich zou moeten stellen:
- Hoe uniek is een idee en welk probleem lost het op? Vooral het laatste hierin is belangrijk, je hoeft niet uniek te zijn, of de eerste. Maar wel dat je een probleem voor de gebruiker oplost. Design-thinking kan erg behulpzaam hierbij zijn. Daarnaast moet de oplossing onderscheidend zijn. Facebook is niet de eerste social media-site, maar is wel onderscheidend.
- Is de markt groot genoeg? Er zijn drie clusters van markten te onderscheiden: bestaande, disruptiefs of iets radicaal nieuws. Vervolgens worden de termen Total Adressable Market, Served Available Market en Target Market uitgelegd. Dit zijn termen die iedere start-up moet kunnen dromen. Een goede marktinschatting is cruciaal voor het verwerven van financiering.
- Wat is het businessmodel en het financieel plan? Hiervoor wordt het Business Model Canvas uitgelegd, als methode om je business model in kaart te brengen. Dit geeft in korte tijd goed inzicht in hoe je gaat werken. Een belangrijke ratio die uitgewerkt wordt is de LTV/CAC-ratio, die betrekking heeft op de kosten voor het verkrijgen van een klant. Op basis van businessmodel en diverse ratio’s wordt een financieel plan uitgewerkt, dat belangrijk is naar investeerders toe.
- Hoe is het design, sales en marketing? Er zijn 4 c’s van belang: customer experience, conversatie, content en collaboratie. Een constatering van de schrijver is dat design nog veel meer aandacht verdient. Naast de eerder genoemde 4c’s blijven de 4 p’s van belang. Mooi statement: een fantastisch product hebben is één ding, het verkopen een ander.
- Wat is het team? Team is erg belangrijk, de schrijver noemt het hoofdstuk zelfs ‘Het team, het team, het team’. In een goed team zitten de rollen van een visionair, technoloog, verkoper, financier, mentor en een operations manager. Het team kan er na enkele jaren heel anders uitzien. Daarnaast is van belang, omdat je een klein bedrijf bent, dat je gelijk de goede mensen/toppers aanneemt.
Hoe regel je de financiering? In dit hoofdstuk gaat het onder andere over de burnrate: hoeveel geld gaat er elke maand doorheen? Cashflowmanagement is hierin erg belangrijk. Een typische start-up heeft meerdere financieringsrondes waarbij geld wordt geïnvesteerd door derden. De financieringsvorm volgt de levensloop van de onderneming, dit wordt helder uitgelegd in het boek, alsmede de benodigde financieringsrondes. Een belangrijke constatering is dat het verkrijgen van financiering vaak veel meer tijd kost dan gedacht.
- Wat is de waardering van een start-up? De waardering is niet eenvoudig te maken, zoals de schrijver aangeeft is het eerder ‘art than science’. Dit wordt veroorzaakt doordat er vaak nog geen inkomsten zijn. Recent is de metric ‘zicht op winstgevendheid’ geïntroduceerd, aan de hand hiervan kan een waardering worden gemaakt.
Het laatste hoofdstuk gaat over corporate entrepreneurship en intrapreneurs. Dit lijkt wat bijzonder in een boek over start-ups. Dat is het eigenlijk ook wel, zeker als afsluiting van het boek. Feitelijk gaat het over start-ups binnen een corporate omgeving, waardoor het toch nog enigszins hout snijdt. Liever zou ik dit hoofdstuk ergens in de tekst verwerkt zien en dan met een uitsmijter of samenvatting afsluiten. Of een interessante casus wat verder uitwerken, voorbeelden genoeg…
Elk hoofdstuk bevat mooie praktijkvoorbeelden, zowel aan de positieve als de negatieve kant. Daar waar het niet goed ging, valt juist veel van te leren! In de tekst zijn heel veel quotes van ervaringsdeskundigen terug te lezen, die als kapstok worden gebruikt voor het verhaal van de schrijver. Interessant zijn ook de samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk, wat mij betreft echt bedoeld als naslagwerk. Get up Start up, realitycheck voor start-ups die zich willen ontpoppen tot meer maakt de titel zeker waar en zou wat mij betreft, hoewel ik geen plannen heb voor een start-up, verplichte kost moeten zijn voor elke (potentiële) starter!
Jan Hoogstra is zelfstandige, IT-consultant. Hij voert opdrachten uit op het gebied van beoordeling en advisering over IT-gerelateerde onderwerpen in de zorgbranche. Zo is hij programmamanager, projectmanager en adviseur op het gebied van bijvoorbeeld IT-strategie en pakketselecties.
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.