Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Belezen en provocatief

De economie is ontspoord, vindt Tomáš Sedlácek. Niet alleen de reële economie maar ook de economie als wetenschap. Tegenover de bestaande economie van rijk en arm stelt hij De economie van goed en kwaad. De bronnen daarvoor vindt hij niet in de wiskunde en de econometrie maar in de literatuur en de kunst. ‘Economie is geen waardenvrije wetenschap, maar een product van onze beschaving.’

Pierre Spaninks | 13 september 2012 | 3-4 minuten leestijd

Eigenlijk is De economie van goed en kwaad een mislukt proefschrift. Tomáš Sedlácek, 35 jaar oud en chef-econoom bij de voormalige Tsjechische staatsbank CSOB, schreef de eerste versie vier jaar geleden. Zijn promotoren aan de Karelsuniversiteit in Praag vonden de wetenschappelijke waarde ervan dubieus en weigerden hem er de doctorsgraad voor te verlenen. Sedlácek werkte het om tot een ook voor niet-economen leesbaar verhaal dat eerst een bestseller werd in eigen land en dat vervolgens de wereld over ging. Na de Engelse en de Duitse staat er nu ook een Nederlandse vertaling op stapel.

In feite is 'De economie van goed en kwaad' een poging om de economische wetenschap opnieuw uit te vinden, in een periode dat die geen antwoord blijkt te hebben op een wereldwijde financiële crisis. Economie wordt wel voorgesteld als een exacte wetenschap met waardevrije wiskundige methoden, schrijft Sedlácek, maar het is niet meer en niet minder dan een cultureel fenomeen en als zodanig een product van onze beschaving. Economie is ooit begonnen als integraal onderdeel van de filosofie: Adam Smith schreef niet alleen 'The Wealth of Nations' maar ook 'The Theory of Moral Sentiments' en had niet alleen oog voor het maximaliseren van welvaart maar ook van welzijn.

Sedlácek grijpt terug naar die filosofische oorsprong van de economie en laat zien dat onze ideeën over waarde(n) en over de manier waarop we daar het beste mee om kunnen gaan nog steeds worden bepaald door de geschiedenis, door oude mythen, door religie en door ethiek. ‘Zelfs het meest geavanceerde wiskundige model,’ zegt hij, ‘is in de grond een verhaal, een parabel, een poging om met ons verstand greep te krijgen op de wereld om ons heen.’ In die zin is economie behalve een beschrijving van hoe de wereld in elkaar zit ook een poging om vast te leggen hoe die er idealiter uit zou moeten zien.

Wetenschap is in de opvatting van Sedlácek een stelsel van aannames waar we ons lot aan hebben verbonden. Om te begrijpen welke aannames ten grondslag liggen aan de economie doorbreekt hij de grenzen van die wetenschap en reconstrueert hij hoe ons begrip van de economie in de loop der eeuwen is gevormd. Dat verhaal begint wat hem betreft al bij het vierduizend jaar oude epos van Gilgamesj en bij het Oude Testament. Via de ontwikkeling van het vroege Christendom voert hij ons mee naar het werk van Descartes en Adam Smith, om te eindigen bij het volstrekt uit de hand gelopen consumentisme in de film Fight Club.

Het lijdt geen twijfel dat Sedlácek met De economie van goed en kwaad een belangrijk boek heeft geschreven. Hij is terecht kritisch over de rol en de betekenis van de economische wetenschap en houdt een aansprekend pleidooi om terug te keren naar duurzame economische waarden. De manier waarop hij dat doet is even belezen als provocatief. Dat zal ook de lezers van de Nederlandse vertaling aanspreken.

Tegelijk zit in die bevlogen aanpak van Sedlácek ook zijn zwakte. De grote lijn interesseert hem duidelijk meer dan het detail. Voor een essay is dat prima, voor een wetenschappelijke analyse schiet het tekort. Als Sedlácek zich afzet tegen ‘de’ academische economie scheert hij wel heel veel en heel diverse opvattingen van het vak over één kam. Als hij een alternatieve economie probeert te ontwikkelen die van betekenis is voor ons praktisch handelen komt hij niet heel veel verder dan tegeltjeswijsheden à la ‘De kost gaat voor de baat uit’ en ‘De tering naar de nering zetten’. En als hij een nieuw stabiliteitspact aanbeveelt voor de eurozone – waarbij de som van economische groei en begrotingstekort in een gegeven jaar drie procent van het bruto nationaal product mag bedragen, zowel in goede tijden als in slechte – lijkt hij zich geen moment te realiseren welke gevolgen het zou hebben voor volgende generaties als we die regel nu zouden invoeren.

Zo beschouwd lijkt Sedláceks 'De economie van goed en kwaad' eerder een bron van inspiratie dan een betrouwbare wegwijzer.

Over Pierre Spaninks

Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden