Recensie

Wellbeing in business - ‘Gids om wellbeing strategisch te borgen’

Voor zijn recensie sprak Egbert Jan van Bel met auteur Jeroen Kemperman over Wellbeing in business, geschreven samen met Nisha Alberts, Dilia Leitner en Mirande Groener. In het gesprek en de recensie benadrukt Egbert Jan hoe het boek welzijn niet als bijzaak, maar als strategische kern van succesvol ondernemen neerzet.

Egbert Jan van Bel | 17 november 2025 | 5-7 minuten leestijd

Is het concept van wellbeing nu een hip & happening trend of is het een begrip dat er echt toe doet? De aandacht voor wellbeing in de media groeit in ieder geval. Dat is niet zo gek: met vergrijzing en een krappe arbeidsmarkt is er noodzaak om productiviteit te verbeteren. Recente data tonen aan dat betrokkenheid en stressniveaus binnen organisaties wereldwijd onder druk staan, waardoor het management expliciet moet sturen op ‘welbevinden’. Tegelijkertijd verschijnen er harde randvoorwaarden: de WHO-richtlijnen voor mentale gezondheid op het werk en de norm ISO 45003 verankeren psychosociale veiligheid als managementtaak, niet als wellness-KPI.

CSRD

In Europa versnelt de CSRD: vanaf dit jaar (2025) moeten organisaties rapporteren over sociale thema’s, inclusief werknemerswelzijn. Dat dwingt bestuurders tot meetbare aanpakken. Recent onderzoek van de Europese Commissie laat een kloof zien tussen het optimisme van bestuurders en de ervaring van medewerkers. Hé, dat hebben we wel eens vaker gezien! Dat is precies het gat waarin een systematische wellbeing-strategie het verschil kan maken.

Rendement wellbeing

Tijd dus voor een goed boek over dit thema, moet Jeroen Kemperman hebben gedacht. Hij schreef samen met drie collega’s bij Zilveren Kruis – Nisha Alberts, Dilia Leitner en Mirande Groener – het doortastende boek Wellbeing in business.
De auteurs stellen de vraag: ‘Wat als duurzaam rendement begint bij mensgericht ondernemen in plaats van bij kwartaaldoelen?’ Wellbeing in business positioneert welzijn niet als ‘extraatje’, maar als strategisch kompas. De auteurs sluiten aan bij een internationale beweging waarin bestuurders wellbeing expliciet koppelen aan prestaties en continuïteit. Zoals Kemperman het kernachtig samenvat: ‘Het is vooral een managementboek, geen zelfhulpboek.’

Kemperman stelt vast dat wellbeing de afgelopen jaren wereldwijd terrein heeft gewonnen in boardrooms, beleid en adviespraktijk. Consultancybureaus werken met welzijnsraamwerken, investeerders en toezichthouders vragen om indicatoren, en organisaties zoeken houvast bij stijgende mentale belasting en krappe arbeidsmarkten. In die omgeving is de vraag die de auteurs van Wellbeing in business stellen extra prikkelend: ‘Je business loopt goed, maar voelt iedereen zich ook goed? Waar zit het vraagstuk en hoe ontwikkelt het zich?’ Dat is ook exact waar het boek begint: hoofdstuk 1 draagt de titel met een welhaast retorische vraag: ‘Waarom heeft de wereld in de 21e eeuw meer mensgericht ondernemen nodig?’

Kern en inhoud

De auteurs presenteren wellbeing als een integraal organisatiethema dat je meet, stuurt en borgt. Het gaat niet om een aaneenschakeling van losse initiatieven. Ze verbinden welzijn aan bedrijfsprestaties (productiviteit, retentie, klantwaarde) en laten zien hoe leiderschap, werkontwerp, cultuur en HR-processen elkaar moeten versterken. Daarbij hanteren ze het adagium: ‘Sturen op productiviteit verlaagt wellbeing, maar sturen op wellbeing verhoogt productiviteit.’ De rode draad in de aanpak: scherp definiëren wat je onder wellbeing verstaat, een diagnose op team- en organisatieniveau, heldere doelen en samenhangende interventies met meetpunten.

‘We can not yoga our way out of it,’ zegt Kemperman: structurele werkproblemen los je niet op met individuele tips. Het boek werkt met negen domeinen als ruggengraat, waaronder een safe place to work, vertrouwen, collegiale relaties en ervaren betekenis. ‘De negen domeinen zijn leidend voor het boek,’ aldus Jeroen, ‘zodat je praktisch kunt analyseren en kiezen waar je begint en hoe je voortgang aantoont.’

Analyse en beoordeling

De kracht van het boek zit in de positionering van wellbeing als bedrijfsstrategie in plaats van ‘benefit-programma’. De multidisciplinaire opzet (bedrijfskundig, medisch, politiek-maatschappelijk) biedt breedte zonder de link met prestaties te verliezen. Dit sluit aan op Kempermans eigen achtergrond: ‘Iedere auteur brengt een andere lens mee; ik kijk primair bedrijfskundig.’

Een tweede pluspunt is het uitgangspunt meten = weten. Kemperman is daar uitgesproken over: ‘Je moet wellbeing gaan meten, dat gebeurt nu vaak niet of versnipperd.’ Het boek biedt kaders voor diagnose, interventies en audits, met nadruk op herhaalbare metingen.

Het concept ‘wellbeing’ is bewust breed; juist daarom is scherpe begripsafbakening nodig: waar begint het en waar eindigt het ten opzichte van vitaliteit, engagement en psychologische veiligheid? De vertaalslag naar een compacte, universele set KPI’s blijft daardoor soms generiek. De echte waarde ontstaat pas wanneer teams die indicatoren specifiek maken voor de eigen context. Ervaren managers zoeken houvast voor de eerstvolgende keuzes en acties, maar die volgen pas nadat helder is wat hun mensen op dit moment het meest nodig hebben binnen die context. Het boek benadrukt daarbij een cruciale hefboom: ‘De invloed van de direct leidinggevende op wellbeing is aantoonbaar groot…’

Praktisch framework om zelf te doen

Het boek biedt daarvoor een concreet framework met negen domeinen. De auteurs ordenen deze in drie clusters: Bestaan (autonomie en eigen regie, psychologische veiligheid en financiële zekerheid), Gezondheid (gezonde werkomgeving, fysieke capaciteit en mentale energie) en Floreren (verbinding, zingeving en competentie en ontwikkeling).

De kernboodschap: stuur op werkomstandigheden in plaats van losse perks; meet per domein, prioriteer een systeemaanpak met gerichte interventies en volg effecten op team- en organisatieniveau. Verwachte uitkomsten zijn lager verzuim en verloop en vooral hogere productiviteit, met een grote hefboom bij de directe leidinggevende en de samenwerking binnen het eigen team als primaire eenheid. Het raamwerk werkt praktisch als checklist van diagnose → interventie → aantoonbaar resultaat. Daarbij is er een impactmodel ontwikkeld waarmee ook kan worden berekend wat een betere score van een punt op een tienpuntschaal oplevert voor wat betreft verzuim, verloop en vooral productiviteit.

Onderzoeksbasis en totstandkoming

Aan het boek is lang gewerkt, met veel eigen onderzoek, deskresearch en berekeningen aangevuld met onderzoeken door TNO en Erasmus (EHERO) en in samenwerking met Deloitte. Kemperman: ‘Er is veel onderzoek op detailniveau van wellbeing; onze uitdaging was om dit te verbinden tot een coherent, bruikbaar model.’ Die verbinding is zichtbaar in de domeinaanpak en de nadruk op aantoonbare effecten van leiderschap en werkontwerp.

Wellbeing in business is een degelijke, toepasbare gids voor wie wellbeing strategisch wil borgen. Sterk in visie, samenhang en meetdenken; soms generiek in de operationalisering, maar voldoende richtinggevend voor algemeen management, HR-professionals en sociaal ondernemende leiders. De citaten uit het gesprek met Kemperman maken duidelijk: dit boek wil organisaties van losse acties naar systeeminterventies brengen.

Over Egbert Jan van Bel

Egbert Jan van Bel is een expert in change, marketing en ondernemerschap. Hij combineert innovatie met educatie en heeft als adviseur en auteur met zijn boeken en velen geholpen met groeien en verbeteren. Hij is een inspirerende denker en doener, die levenslang leren en waardecreatie centraal stelt in zijn werk.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

    Personen

      Trefwoorden