Allereerst staat Miel Otto stil bij het belang van pluriform kijken naar een organisatieprobleem. Hij onderscheidt methodisch en onbevangen waarnemen. De laatste vorm is gebaseerd op oprechte verbazing, vertrouwen en respect voor het cliëntsysteem. Bij pluriform kijken schakelt een veranderaar tussen beide vormen. Deze wetenschap is belangrijk, omdat organisatieproblemen vaak een transdisciplinair karakter hebben. Hiermee wordt bedoeld dat de oplossing niet te vinden is in slechts één discipline, zoals financiën of personeelsmanagement. Een veranderaar moet zowel analytisch als intuïtief te werk gaan, om zo interdisciplinair te kunnen diagnosticeren. Tussen de analytische en intuïtieve benaderingen kan spanning ontstaan. De boodschap van Otto is om je bewust te zijn van het effect dat je als veranderaar hebt, door onderdeel te zijn van het cliëntsysteem. Daarnaast stelt de vraag of het überhaupt mogelijk is om gezamenlijk betekenis te geven (common sense making) aan een uitdaging. De voordracht gaat in op de verschillende scholen die stilstaan bij dit psychoanalytische vraagstuk bij een veranderdiagnose. Voor de veranderkundige adviseur betekent het bovenstaande dat hij dient te beschikken over een aantal eigenschappen. Allereerst kennis van een groot aantal modellen. Hij moet zich bewust zijn van zijn intuïtie en creatief kunnen spelen met de situatie. Ook moet hij de gehanteerde modellen kritisch blijven beschouwen. Ten slotte moet hij zijn eigen specialisme, normen & waarden en de interactie van deze modellen met aanpalende gebieden goed kennen. Naast de twee varianten van diagnosticeren gaat Miel Otto dieper in op strategische organisatieveranderingen. In dit kader beschrijft hij een aantal verschillende soorten denkwijzen voor veranderingen, zoals doel-denken en is-denken. Om vervolgens daadwerkelijk te veranderen, ziet hij de volgende aanpakken: - overtuigen; - macht en dwang; - onderhandelen; - leren. De immer spelende vraag is: hoe diep ga je als veranderkundig adviseur? Ga je enkel symptomen bestrijden of pak je dieperliggende kernen aan? Strategische veranderingstrajecten lopen vaak stroef, omdat er een wereld achter het initiële probleem schuilt. Vandaar dat het belangrijk is om rekening te houden met enkele contextvariabelen. De compact disc is een bijzonder medium voor informatiedeling. Ik vind het praktisch, want je kunt de verloren uurtjes in de auto of trein op een toegankelijke manier besteden. Wat dat betreft blijven bij mij na het beluisteren vooral de rijtjes over de contextvariabelen hangen. Voor mij vormen ze een praktische checklist, die eenvoudig is toe te passen in de praktijk. De kracht van deze voordracht vind ik daarnaast zitten in de overwegingen betreffende pluriform kijken. Ze geven een structuur en houvast waarvan ik graag gebruik wil gaan maken. Wat ik jammer vind, is dat de link tussen de variabelen en de te kiezen strategieën bij mij minder duidelijk overkwam. Ik mis de tussensamenvattingen, die in het eerste deel van deze audioreeks regelmatiger voorkwamen. Daarnaast zijn de voorbeelden soms wat uit de lucht gegrepen. Voor mij was de link met de voorgedragen theorieën dan ook niet altijd even duidelijk. Door het medium is het daarnaast lastig om de kennis in eigen tempo op te nemen. Ik heb het idee dat ik soms delen mis, omdat de timing van de informatie niet strookte met mijn behoefte. Samenvattend toch een interessante aanvulling voor de multimediale bibliotheek.
Recensie
Verkennen wat er gaande is
Waarmee moet ik rekening houden in de diagnosefase van een verandertraject? Hoe helpt deze diagnose bij het kiezen van een geschikte veranderstrategie? Zo maar een aantal vragen, die een veranderaar zich kan stellen. Veranderen is een thema dat veel adviseurs en managers al tijden bezighoudt. Naast een lange lijst met literatuur over verandermanagement is er nu de audio-reeks 'De verandermanagementbox'. In deze recensie ga ik in op deel 2; 'Verkennen wat er gaande is' van Miel Otto. Het betreft een voordracht van circa een uur over het diagnosticeren van organisatorische problemen.
Dick Plomp
|
12 mei 2009