Bij het eerste deel van dit boek duidt mr. Miltenburg op de leer van de Hoge Raad dat vakantiedagen 'van dag tot dag' worden verdiend. En dus niet – zoals in de praktijk wel wordt gedacht - dat de werknemer jaarlijks per 1 januari, een saldo heeft waarover hij kan beschikken. Ook van belang is de systematiek van de aanwijzing van vakantiedagen, waarin sinds 2001 de werknemer een belangrijkere rol heeft gekregen.
Uitvoerig en compleet behandelt de auteur het 'palet' aan verlofvormen uit de Wet Arbeid en zorg, hun bestaansredenen volgens de wetgever, alsmede hun duur maar ook de mogelijkheden tot afwijken van de wettelijke regeling. Ondanks de grote hoeveelheid vormen van verlof is het een zeer toegankelijke bespreking geworden en daarmee goed toepasbaar voor degene die ermee te maken krijgt.
Het derde en laatste deel bespreekt redelijk uitvoerig de WAA, vooral het criterium van het 'zwaarwegend bedrijfsbelang', dat een bepalende rol vervult bij geschillen tussen werkgever en werknemer over een gewenste vermindering of vermeerdering van de arbeidsduur. De jurisprudentie tot en met begin 2008 is over dit hoogst actuele onderwerp verwerkt. Daarom is kennisneming erg nuttig voor werkgever en werknemer zodra zij hiermee te maken krijgen, vooraf dus en niet achteraf als de kwestie tot een conflictsituatie heeft geleid.
Tevens is de opzet en inhoud van dit boek over vakantie, verlof en aanpassing arbeidsduur zeer geschikt om als naslagwerk voor niet-juristen te dienen, bijvoorbeeld voor hen, die belast zijn met de toepassing van deze regelingen.