Persoonlijk excelleren 2

'Persoonlijk excelleren 2' geeft een opsomming hoe professionals kwaliteitsmanagement kunnen toepassen in de werkomgeving: in het werk zelf, op zichzelf als werker en in de samenwerking met collega's. In het eerste deel van het boek beschrijven de auteurs de invloed van de interne en externe omgeving en de trends die van belang zijn in het vakgebied. Het is een rommelig geheel met veel herhalingen. Zo begint hoofdstuk 3, dat zou gaan over de externe omgeving, met een herhaling van de informatie uit het hoofdstuk over de interne omgeving. Pas na driekwart van het hoofdstuk komt de externe omgeving aan bod. Eigenlijk wordt er in de eerste vijf hoofdstukken nauwelijks iets nieuws gebracht. Hoofdstuk 6 bevat twee verandermodellen van John Kotter en T. Knoster die zo op zichzelf staan dat ze in willekeurig welke beschrijving over verandermanagement toepasbaar zijn. In de laatste vijf hoofdstukken worden steeds één of meerdere begrippen uitgewerkt die volgens de schrijvers van belang zijn bij kwaliteitsmanagement. Zo worden in hoofdstuk 8 over lobbyen en netwerken de oude en vertrouwde tips aangehaald die in willekeurig welk artikel of boek ook worden genoemd. De kracht van netwerken ligt, aldus de schrijvers, in het persoonlijke contact en het is belangrijk om de taal van de belanghebbende te spreken. Niets nieuws onder de zon, dit soort uitgekauwde wijsheid en clichés kennen we al lang. Verder geven de auteurs weinig spannende of boeiende opsommingen over lobbyen en netwerken, gerichte interventies, de stijl die van belang is voor een kwaliteitskundige. Dat laatste is overigens een foeilelijk management neologisme: iedereen spreekt in relatie tot kwaliteit gewoon over deskundigen. Het laatste hoofdstuk bevat een selectie van vijftien persoonlijkheidtyperingen. Tijdens de kwaliteitsevolutie van het kwaliteitstheater zijn deze typeringen, of rollen, allemaal door kwaliteitsdeskundigen vertolkt. Zo komen achtereenvolgens aan bod: de keurmeester, de statisticus, de dirigent, de missionaris, de veranderkundige, de hofnar, de bureaucraat, de kwalineut (sic), de generalist, de specialist, de leraar, de bruggenbouwer, de interne adviseur, de lobbyist en tenslotte een even nieuwe als bijzondere mensensoort: de kwalisoof. In het slotwoord laten de schrijvers weten dat werken aan persoonlijke kwaliteit pas betekenis krijgt als u dit beleeft van binnenuit. Positieve aandacht is daarbij essentieel. Kwaliteitsdeskundigen die willen werken aan de verbetering van hun werk kunnen echter een ander boek lezen dan 'Persoonlijk excelleren 2'. Om de socioloog Richard Sennett te parafraseren, het kennisniveau van dit boek is vergelijkbaar met het kennisniveau van de tandheelkunde in de Middeleeuwen. 'Persoonlijk excelleren 2' van Jan Maas en Roger Leenders zal ik niet op de leesplank van mijn website plaatsten vanwege het gebrek aan toegevoegde waarde.