'Politiek is niet voor bange mensen' is een pleidooi voor decentralisatie van de overheid aan de hand van een tweetal veranderingen binnen de ambtelijke organisatie, de gemeente in het bijzonder. Allereerst dient de ambtelijke organisatie ingericht te worden op basis van opdrachten van burgers, ten tweede moeten politieke leiders meer visie en richting tonen op basis van burgerinput.
Luigi van Leeuwen en Jan Eikema schetsen allereerst verschillende trends en ontwikkelingen in de afgelopen 20 jaar. Deze ontwikkelingen zijn onder andere het ontstaan van de verzorgingsstaat, de ICT-revolutie, steeds hoger opgeleide burgers en de huidige economische crisis. Zij laten hiermee zien dat de omgeving waarin overheden opereren sterk veranderd is. Dit in tegenstelling tot overheidsorganisaties zelf, die volgens de auteurs niet genoeg (kunnen) inspelen op de hierboven geschetste ontwikkelingen.
Met name in het doorvoeren van ICT-toepassingen en oplossingen wordt ernstig tekort geschoten. Mede hierdoor ontbreekt het ambtelijke organisaties aan efficiëntie, transparantie en allerbelangrijkste: legitimiteit. Burgers zijn zowel technisch als geestelijk steeds beter in staat kritiek en input te leveren richting politiek en bestuur. Deze kans krijgen ze echter niet, waardoor er steeds meer woede, onbegrip en vertrouwensverlies ontstaat. In navolging van deze korte trendanalyse begint het werkelijke betoog. Volgens de auteurs is decentralisatie de manier om flexibel in te spelen op de veranderingen van deze tijd. Deze decentralisatie begint bij de gemeentelijke organisatie en het politiek leiderschap binnen de gemeente. Bij het tot stand komen van beleid zouden participatie, consultatie en co-creatie uitgangspunten moeten zijn. Niet alleen burgerparticipatie, maar ook burgerinitiatieven zouden ruimte moeten krijgen. Daarnaast moeten ambtenaren leren om bij beleidsvorming alle partijen als gelijkwaardig te beschouwen en ook vanuit dat uitgangspunt te communiceren. Daarnaast moet de politieke kant democratischer ingericht worden. Burgers moeten hun burgemeester kiezen en raadsleden moeten per (stads)wijk gekozen kunnen worden. Dit soort keuzes brengt de politiek dichterbij de gemeenschap, wat zowel de legitimiteit van zowel politiek als bestuur verhoogt. Inhoudelijk moeten politiek leiders zich laten inspireren door burgerinitiatieven en klachten omzetten in visies. De grootste barrière die volgens Van Leeuwen en Eikema is de heersende cultuur binnen overheidsorganisaties. Deze biedt geen ruimte voor bovengenoemde veranderingen. Zij voorspellen een lange weg waarin hun voorstellen langzaam kunnen worden doorgevoerd. Ze vertrouwen er op dat als de deuren eenmaal openstaan, het tij niet meer gekeerd kan worden. De insteek van het pleidooi is een kritische houding tegenover de overheid. Niets mis mee, maar om in een betoog voor meer democratie de verantwoordelijkheden van burgers buiten schot te laten is niet helemaal correct. Er zijn legio voorbeelden waarin ook burgers schitteren door desinteresse. Zo zou het dalende lidmaatschap van politieke partijen in ieder geval ten dele de burger aangerekend kunnen worden. Het is niet alleen aan politiek en bestuur om een handreiking te doen. Politiek is niet voor bange mensen, dat geldt ook voor burgers. Lezers met enige achtergrond in politiek of bestuur zullen de omschreven ontwikkelingen en voorgestelde veranderingen herkennen. Het verhaal biedt een inleiding in bekende thema's, zoals interactieve beleidsvorming en kwaliteit van lokale bestuurders. Een gemis is hier de discussie rondom de wenselijkheid van burgerinvloed en ver doorgevoerde democratie. Burgerinvloed ligt niet op alle bestuurslagen en beleidsterreinen even voor de hand. Daarnaast is het faciliteren van interactieve beleidsvorming een hels karwei, zeker als bijvoorbeeld een participatieplatform een afspiegeling van de samenleving moet zijn. Ook het decentraler en directer kiezen van volksvertegenwoordigers kent gevaren. Verkiezingen lopen het risico te vervallen tot een bestuurlijk Idols, waarin niet de inhoudelijk sterkste persoon wint, maar degene die de mooiste show geeft. Van Leeuwen en Eikema stappen te snel over deze bezwaren heen, waardoor hun pleidooi aan kracht verliest. Juist door de bezwaren mee te nemen had het verhaal vernieuwend kunnen zijn. Met name het gedeelte over vernieuwd leiderschap biedt in dat opzicht ruimte voor een uitgebreidere visie. Desondanks is het een betoog waarvan de relevantie buiten kijf staat. De auteurs weten op een toegankelijke manier de worsteling van politiek en bestuur rondom haar eigen legitimiteit weer te geven. Vervolgens kunnen de auteurs putten uit een schat aan eigen ervaring en zodoende een aantal zeer praktische handvatten bieden. Als adviseur is 'Politiek is niet voor bange mensen' handig om een beeld te krijgen van het reilen en zeilen in overheidsland. Er komt een aantal cases aan bod, die het verhaal vanuit een praktisch perspectief kracht bij zetten. Het stuk biedt bij uitstek handvatten voor het oriënteren op de gemeentelijke bestuurslaag, met als bijzonder thema interactieve beleidsvoering.
Over Mark Hooftman
Mark Hooftman is politicoloog en adviseur. Hij heeft zich tijdens zijn studie politicologie verdiept in de filosofie, in zijn vrije tijd is hij actief in de politiek en in zijn opdrachten houdt hij zich bezig met het openbaar bestuur.