Arnold Vanderlyde is bepaald niet de eerste die een boek schrijft over de weg naar succes. Net zo min als hij de eerste of de enige is die daar seminars over geeft. De boekenplanken kreunen onder de zelfhulpboeken en in de congrescentra verdringen de motivatiesprekers elkaar om een plekje op het podium te bemachtigen. Daar komt nog eens bij dat Vanderlyde’s FIGHTING-methode niet echt wereldschokkend is. De boodschap dat succes maakbaar is, dat positief denken helpt en positief doen al helemaal, en dat het doel de middelen niet heiligt maar dat de weg ernaartoe minstens zo belangrijk is, die hebben we ondertussen zo vaak gehoord dat we haast zouden vergeten hoeveel waarheid er in schuilt. Als Fighting for Success! toch een bijzonder boek is, dan komt dus door iets anders.
Vanderlyde vertelt in zijn boek hoe hij zich op een gegeven moment in zijn carrière - als hij voor de zevende keer heeft verloren van zijn Cubaanse ‘Angstgegner’ Felix Savon - realiseert dat het eigenlijk niet gaat om het doel (Olympisch goud) maar om de weg daar naartoe. Als die weg niet op zichzelf al de moeite waard was geweest - doordat het zijn eigen weg was die hij op zijn manier bewandelde, met als ultiem kompas zijn eigen normen en waarden - dan was zelfs een gouden medaille een troostprijs geweest.
Zo is het ook met Fighting for Success! In feite gaat het niet zozeer om de methode die Arnold Vanderlyde presenteert, maar om de weg waarlangs hij die heeft ontwikkeld. Die persoonlijke zoektocht is eigenlijk inspirerender dan het resultaat. Meestal hoor je daar de auteurs van dit soort boeken niet over. Vanderlyde vertelt daar juist heel veel over, en dat maakt zijn boek tot een even uniek als ontroerend egodocument.
In het eerste deel van Fighting for Success! neemt Vanderlyde ons mee terug naar zijn jeugd in het Sittard van de jaren zestig en zeventig. ‘Kleine Arnoldje’ was een jongetje met een behoorlijke geldingsdrang en een enorm minderwaardigheidscomplex. Hij was vaak boos op zichzelf en op de wereld om zich heen en vertrouwde zelfs de mensen niet die het beste met hem voor hadden. De aanval zag hij als de beste verdediging. Op school wilde het niet vlotten, tot grote teleurstelling van zijn vader. Pas toen hij op zijn vijftiende met de bokssport in aanraking kwam - waarin hij al snel zijn eerste successen boekte - kreeg hij erkenning en de waardering. En wat nog belangrijker was: daar leerde hij zijn agressie te beheersen, zijn energie te richten, en zich te focussen.
In het tweede deel van het boek lezen we hoe ‘Grote Arnold’ zijn sportieve carrière afbouwt, alsnog gaat studeren (HBO sportmanagement in Groningen), en zich na een mislukt avontuur met een fitnesscentrum op het coachen gaat richten. Dat is dan het opstapje naar een uiteenzetting van de FIGHTING-methode die hij heeft ontwikkeld en die ten grondslag ligt aan de seminars en workshops die hij tegenwoordig geeft. Daarbij staat elke letter van het woord FIGHTING voor een fundamentele waarde of een eigenschap of die ons kan helpen op de weg naar succes: Fysieke conditie, Intelligentie, Groeistrategie, Humor, Tolerantie, Interesse, Normen en waarden, en Geluk en gezondheid. Aan elk daarvan kun je, nee moet je werken om je eigen top te bereiken.
De methode die Arnold Vanderlyde ons aanbeveelt onderscheidt zich op twee kritieke punten van wat er verder op dit gebied te koop is. Door alles hij in het eerste deel van zijn boek over zichzelf prijsgeeft, wordt duidelijk hoe hij tot zijn inzichten is gekomen en waar zijn raadgevingen op zijn gebaseerd. En hij steekt niet onder stoelen of banken dat hij er zelf ook nog elke dag aan moet werken om zijn hoofd, zijn hart en zijn lijf in conditie te houden. Daarom nemen we van hem dingen aan die we anders waarschijnlijk langs ons af zouden laten glijden.
Over Pierre Spaninks
Pierre Spaninks (Eindhoven, 1955) was tot zijn pensionering in 2021 zelfstandig professional in journalistiek en communicatie. Hij kreeg landelijk bekendheid als ZZP-expert. Voordien had hij gewerkt in het hoger onderwijs en de consultancy. Hij studeerde Tekstwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en volgde op Harvard het Senior Manager in Government Program. Tegenwoordig legt hij zich toe op de Egyptologie.