De schrijver, Freek Bruinsma, legt op een bijzondere wijze de gevoelens bloot van veel mensen die gewild of ongewild betrokken zijn geweest bij gerechtelijke procedures. Op een uitermate speelse manier legt hij het functioneren of - in de ogen van hen die er negatief door getroffen werden - het disfunctioneren van de Hoge Raad op tafel. In het boek wordt onderkend dat de Hoge Raad een functie heeft bij het ontwikkelen van het recht. Vooral de overwegingen die ten grondslag liggen aan aansprekende arresten zijn de 'juweeltjes' in het licht van de rechtsontwikkeling en belangrijk leesvoer voor juristen. Maar zijn ze dat ook voor u en voor mij? Bruinsma illustreert het falen van de Hoge Raad door onderzoek te doen naar het consumentenperspectief. Hij stelt - en maakt door een aantal aansprekende voorbeelden inzichtelijk - dat er een kloof gaapt tussen de ingedikte meerwaarde van jurisprudentie, het juristenperspectief, en het wel begrepen eigen belang van de procespartij, die zich afvraagt wat ze er wijzer van is geworden. Een citaat: “Toen ik de overwegingen van de Hoge Raad hoorde, dacht ik dat ze van een andere planeet kwamen. Ze hebben ook niet de moeite genomen om zich in de materie te verdiepen, maar hebben puur op de paperassen geoordeeld.” Opvallend is een punt van kritiek in Bruinsma's boek: hij zegt dat sommige feiten in dossiers niet of niet meer kloppen. De vraag dringt zich vervolgens op, of deze andere voorstelling van zaken van invloed geweest is op het uiteindelijke oordeel van de Hoge Raad. Waarom Maarten Luther aanhalen bij een boek over de Hoge Raad? De overeenkomst zit hem in het vertaalwerk. Terwijl de Hoge Raad de wet uitlegt en/of vertaalt, heeft Luther een vertaling gemaakt van de Bijbel. Maar er is een verschil. De Hoge Raad creëert 'meta'-taal bij het uitleggen van de wet. Luther daarentegen bleef dicht bij het volk: hij ging naar de markt en sprak met de wasvrouw aan de tobbe en hoorde hoe zij de taal gebruikte en paste diezelfde taal vervolgens toe op zijn Bijbelvertaling, om ervoor te zorgen dat de burgers begrepen wat ze lazen. Bovendien vond Luther: laat de geleerden in het Latijn met elkaar delibereren en vermoei de burger daar niet mee, want die taal verstaat hij toch niet. Rechtspraak hoort dus geen spelletje te zijn van geleerde handigheidjes en elkaar vangen op woorden. Rechtspraak is in essentie het uitspreken van een oordeel als partijen onderling een conflict hebben of als iemand verdacht wordt van een strafbaar feit. Zo'n oordeel is bindend: partijen moeten zich er aan houden. Maar een dergelijk oordeel dient voor de consument ook begrijpelijk te zijn, opdat het aan kinderen kan worden uitgelegd.
Over Dick Bos
Dick Bos (1958) studeerde onder andere Rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Bedrijfskunde aan de NCOI Business School (MBA). Daarnaast voltooide hij naast tal van managementcursussen de opleiding tot gecertificeerd compliance officer bij het NIBE-SVV. Hij is nu werkzaam bij Rijkswaterstaat.