Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Moraliteit is essentieel voor identiteit – niet geheugen

Onze identiteit is voornamelijk opgebouwd uit onze herinneringen, is vaak de gedachte. Recent onderzoek spreekt dit tegen: pas wanneer we grip op ons morele universum verliezen, vervaagt onze identiteit.

Ger Post | 15 september 2015 | 1-2 minuten leestijd

Neuroloog en auteur Oliver Sachs overleed kort geleden. Eerder dit jaar nam hij al afscheid in The New York Times van zijn publiek. Op Twitter bleef hij wel actief, met enige regelmaat gooide hij er nog een bericht tegenaan waarin hij neurowetenschappelijk onderzoek belichtte. Het laatste onderzoek waar hij reclame voor maakte was er een die draaide om de vraag: wanneer berooft de achteruitgang van je brein je van je identiteit – en wanneer niet?

Geheugen lijkt een goede kandidaat om de sleutelrol in iemands identiteit te spelen. Immers, wanneer het geheugen achteruit gaat verdwijnt iemands levensverhaal en uiteindelijk zijn identiteit. Vandaar dat veel psychologen en filosofen geheugen als de bepalende factor voor iemands identiteit zien. Worden de geheugensystemen aangetast, dan wordt iemands identiteit uitgegumd.

Er is alleen een belangrijk probleem met dit idee: neurodegeneratieve ziektes tasten niet alleen breinstructuren aan die belangrijk zijn voor het geheugen, maar ook voor cognities als taal, emotie, zicht, persoonlijkheid, intelligentie, moraliteit en noem maar op. Om te achterhalen welke van deze cognities iemands identiteit waarborgen, zetten een psycholoog en een filosoof een groot experiment op waarin ze alle bovenstaande symptomen vergeleken (van uiteenlopende neurale aandoeningen). Preciezer: ze onderzochten welke cognitieve achteruitgang iemand onherkenbaar maakte.

Niet een achteruitgang in geheugen bleek de meest krachtige voorspeller voor een identiteitsverandering, maar een ontwrichting van iemands morele bedrading. ‘Bij degene met Alzheimer had de aard noch de ernst van de geheugenachteruitgang een effect op zijn identiteit – in de ogen van anderen. Het draaide er alleen om of iemands morele capaciteiten nog intact waren,’ schreven de onderzoekers. ‘Wat ons herkenbaar maakt voor anderen ligt bijna geheel in een relatief nauwe band van cognitief functioneren. Pas als we de grip op ons morele universum verliezen begint onze identiteit te vervagen.’

Over Ger Post
Ger Post (1981) studeerde journalistiek en cognitieve neurowetenschappen en is nu docent brain and cognitive sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Naast handboeken over interdisciplinair onderzoek, schrijft hij als journalist stukken over hersenonderzoek voor De Neuroloog en Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden