Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Slow Shopping

De discussie over de invulling van uw vrije tijd is begonnen. Het aantal koopzondagen per jaar moet worden teruggedrongen, aldus het kabinet. Het Platform Detailhandel Nederland reageerde uiteraard op het kabinetsvoornemen en kwam met de voorspelling dat er daardoor zo’n 30.000 banen op de tocht komen te staan. Het Ministerie van Economische Zaken gelooft echter, bij monde van minister van der Hoeven, dat een euro maar 1 keer kan worden uitgegeven. Maar maakt het de Nederlandse economie dan niks uit wanneer ik mijn euro uitgeef?

Justin van Lopik | 13 februari 2009 | 3-4 minuten leestijd

Het toekennen van koopzondagen door gemeenten staat ter discussie. Een (klein) percentage gemeenten maakt in de ogen van het kabinet misbruik van de toerismebepaling die in de winkelsluitingstijdenwet is opgenomen. Het misbruik komt erop neer dat, bij afwezigheid van criteria voor ‘toerisme’, het aan het gemeentebestuur is om te beslissen of winkels extra open mogen op zondag. Een (verrassend klein) aantal besturen doet dat en het kabinet heeft daarop stappen aangekondigd. Dat maakt economisch gezien niet uit, want ‘je kunt een euro toch maar 1 keer uitgeven’, aldus de minister. Kennelijk verdwijnt een euro tegenwoordig helemaal op het moment dat hij in een kassalade belandt.

Dat is niet waar. De euro verdampt niet in de kassalade maar komt terecht in allerlei geldstromen. Op den duur belandt hij weer in de portemonnee van een consument of investeerder. Daar kan de euro wederom worden uitgegeven en opnieuw bijdragen aan de omzet van Nederland. Want bij de berekening van die omzet kijken we niet of een euro al eens ‘eerder is uitgegeven’. We tellen gewoon de (toegevoegde) waarde van alle transacties bij elkaar op. Hoe eerder een euro wordt uitgegeven, hoe meer transacties er mogelijk zijn en hoe meer omzet er dus gemaakt wordt.

Bovendien leven wij in een open economie met een handelsoverschot. Boris van der Ham van D’66 reageerde dan ook verbaasd op de uitspraak van Van der Hoeven: ‘Een economische redenering van de koude grond. Met name in de grensregio komen veel buitenlandse toeristen op de winkels af, maar ook Nederlanders zien de koopzondag als een uitje dat extra omzet genereert. Mensen in de grensstreek zullen hun boodschappen aan de andere kant van de grens gaan doen.’

In haar jongste nummer stelt Slow Management de vraag: is tijd geld? Een interessante parallel met het standpunt van Van der Hoeven. Zo heeft het blad een fotoserie rond ‘de monetarisering van vrije tijd’. Op het eerste gezicht maakt het voor de economie niet uit dat er iemand thuisblijft om het huishouden te doen. Maar wat als degene die thuisblijft elders 50 euro per uur kan verdienen? En de vervangingsvraag - die bovendien extra werkgelegenheid betekent - slechts 15 euro per uur kost? Dan wordt het economisch slim om buiten de deur te gaan werken. Ook al werd het werk voorheen gratis - en misschien wel beter - gedaan. Het gezinsinkomen gaat omhoog, maar ook het inkomen van Nederland als geheel stijgt als de huisman of -vrouw buiten de deur meer kan verdienen dan een oppas, werkster, hondenuitlaatservice, kinderopvang, autowasservice, personal shopper en cook at home zou kosten.

Het antwoord op de vraag ‘is tijd geld?’ kan niet anders dan ‘ja’ luiden. Waarom dan toch Slow? Tijd is geld dus vragen om Slow Management is vragen om grote verliezen. De feiten zijn anders. Slow Management is helemaal niet langzaam. Getuige een interview met een van de grondleggers van de Slow-beweging: Carl Honoré. Hij zegt: ‘De filosofie van Slow gaat niet over alles op een slakkengangetje doen, maar alles op de juiste snelheid te doen.’

Joep Schrijvers kwam tot 10 stellingen over tijd en Slow Management in een column die zich laat lezen als mission statement. Volgens Schrijvers laat Slow Management de grenzen zien van de menselijke mogelijkheden. ‘Het is managen van menselijke beperkingen: no, we can’t. In zijn essentie is Slow Management een tragische managementfilosofie.’

En ook Carl Honoré ziet de mens als grens: ‘We hebben een neurotische verhouding met de tijd ontwikkeld en zijn verslaafd geraakt aan snelheid. Met als gevolg dat mensen uit evenwicht raken en lijden aan stress, chronische vermoeidheid en depressie.’ Daarmee zijn we terug bij de monetarisering van de vrije tijd. Want wie voedt de kinderen van de oppas op als deze zelf ook een oppas, hondenuitlaatservice etc. nodig heeft? Het antwoord is: niemand. Er zijn grenzen.

De menselijke beperking zien, de mens die gunnen (zien dat dat een harde grens is), maatregelen nemen om toch goed te renderen. Dat is Slow Management.

Over Justin van Lopik

Justin van Lopik is werkzaam bij Managementboek en hoofdredacteur van Managementboek Magazine, platform voor business professionals.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden