Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Column

De geniale stad

In De geniale stad heeft Koen de Vos een verfrissende poging gedaan om te laten zien hoe Florence in de 14de en 15de eeuw zoveel genialiteit kon uitstralen. Welke ingrediënten waren nodig om een cultuur te creëren van iets dat we nu een hotspot zouden noemen?

Bertrand Weegenaar | 26 februari 2020 | 3-4 minuten leestijd

In minder dan honderd jaar leverde deze stad een reeks van de grootste geniën die tot op de dag van vandaag onomstreden zijn: Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rafael, Machiavelli, Botticelli en Amerigo Vespucci. Om er maar een paar te noemen. Voor een stad met iets meer dan 60 duizend inwoners was dit een wereldse prestatie.

Koen de Vos heeft een interessante achtergrond in kennis van Italiaanse taal- en letterkunde en zijn ervaringen met trainingen in creativiteit. Om dan bij Florence uit te komen is niet helemaal vreemd. De stad van de 13de-eeuwse schrijver Dante Aligieri. Kunstenaars, schrijvers, filosofen en historici werden in heel Europa geroemd. Ontdekkingsreizigers die kennis opdeden in de renaissance-wereld die Florence was, konden met die kennis op zoek naar ‘nieuwe’ werelden.

De start van Florence als centrum van wat we nu de Renaissance noemen, laat de Vos beginnen in 1401 als nieuwe rijken een wedstrijd uitschreven om de portalen van het Baptisterium San Giovanni te laten versieren. Het leverde winst op voor Lorenzo Ghiberti, maar de doorbraak van architect Brunelleschi. Deze zou wat later bekend worden als de ontwerper van de koepel van de Duomo (ook een ontwerpwedstrijd) in Florence. Zijn ontwerpen kenmerkten zich door het doordacht gebruik van perspectief. Een truc die hij afgekeken had door in Rome de antieke gebouwen goed te bestuderen. De Vos laat de bijna 100-jarige periode eindigen in 1492, als Lorenzo de Medici dood gaat. De Medici-familie wordt verbannen en met hen vertrekken ook veel kunstenaars naar andere steden. Veel naar Rome.

En wat is dan een genie. De werkhypothese van de Vos: ‘Iemand die over veel expertise beschikt in een bepaalde discipline , daarin ontdekkingen doet of vernieuwende concepten ontwikkelt die daarenboven relevant zijn voor de maatschappij en die, niet onbelangrijk, daarvoor door de maatschappij wordt erkend.’

Wat maakt het nu mogelijk om een omgeving te creëren waar genialiteit zo versterkt wordt? En een langdurig vruchtbaar klimaat oplevert voor generaties kunstenaars, schrijvers en andere creatieven ? De Vos onderscheidt er negen: bouwen op een rijk verleden, juiste politieke klimaat, wedstrijden en grootse projecten (talentontwikkeling), geld, sociale status van het genie, ideeën die vrij kunnen stromen (humanisme), wereldwijd centrum van reputaties en ideeën, en leiderschap. Een brede lijst die in diverse hoofdstukken wordt onderbouwd.

Florence kon een broedplaats worden voor de kunsten omdat belangrijke voorwaarden werden geschapen door de bankiersfamilie De Medici. Ze waren niet de enige bankiers uit de stad, maar wel de bekendste. Cosimo en nog belangrijker zijn kleinzoon Lorenzo de Medici stopten vermogens in leerplaatsen en opdrachten. Ze schiepen het politieke klimaat en door de handel die via de Europese vestigingen van het De Medici-netwerk liepen werden de kunstenaars bekend. En zoals nu rijken zich wensen te omringen door geniale kunstenaars, zo was dat in de 15de eeuw niet anders. Naast de rijken, wilden ook de pausen uit Rome zich graag omringen door het werk van de geniën.

En dan hadden de Florentijnse rijken nog een belangrijk PR-instrument bedacht: de historische biografie. Auteurs als Leonardo Bruni (belangrijk schrijver over de geschiedenis van de stad) en in de 16de-eeuwer Giorgio Vasari met zijn grote boek over de schilders en beeldhouwers uit de 14de en 15de eeuw bleven eeuwen bronnen van kennis over deze periode.  Humanisten kregen een platform om hun werk te schrijven en te verspreiden. Florence werd een belangrijk centrum van onderzoek en documentatie nadat Constantinopel in 1453 veroverd werd. Met deze val kwam veel kenners en documenten uit de klassieke oudheid naar Florence.

Al met al is De geniale stad een prettig leesbaar boek over hoe genialiteit ontwikkeld en in stand gehouden kan worden. Het laat zien hoe decennia lang gewerkt is aan uniek kunstwerken. Werk waar we tot op de dag van vandaag met bewondering en geïnspireerd naar kijken.

Over Bertrand Weegenaar

Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden