Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Column

Tien stellingen

Per 1 januari 2009 hield het Blaise Pascal Instituut (voorheen Bezinningscentrum) aan de Vrije Universiteit Amsterdam op te bestaan. Het college van bestuur vond de impact te gering. Dertig jaar lang heeft het instituut via publicaties, seminars en symposia getracht de identiteit van de VU, de verhouding tussen wetenschap en levensbeschouwing en de ethiek en waarden van wetenschap in het algemeen ter discussie te stellen.

Joep Schrijvers | 12 februari 2009 | 6-8 minuten leestijd

Onze tijd raakt steeds meer gecomprimeerd: verleden en toekomst vervallen en alles wordt steeds meer samengebald in het nu, mede door de computertechnologie. Dat stelt Thomas Hylland Eriksen, gasthoogleraar op de vu en auteur van het boek ‘De tirannie van het moment’. Praktisch: de ‘dertig-dagenkip’ heeft de ‘zeventig-dagenkip’ opgevolgd. Niemand rookt meer een pijp. Want dat duurt. Is het een idee om de pijp uit de kast te halen? Ook houdt hij een pleidooi voor periodes van ledigheid: lege tijd om tot bezinning en creativiteit te komen. Lummelen en lanterfanten is het begin van de traagheid.

Stelling: Slow managers moeten massaal aan de (water)pijp of minstens gaan sofasuffen.

Vincent Ike, astronoom, theoretisch fysicus, weet prachtig te vertellen over ontdekkingen in de hemel en geeft tegelijkertijd een college over onderzoek. Zijn vraag luidt: hoe lang duurt een ontdekking in de natuurwetenschappen? En is de tijdsduur van ontdekken te voorspellen en dus vanuit de universiteit te beheersen? Zijn antwoord: nee! Soms duurt een ontdekking een paar weken, soms eeuwen. Een mooi voorbeeld hoe het ‘natuurlijke proces’ van onderzoek en beheersmatigheid vanuit de organisatie met elkaar botsen.

Stelling: Slow Management is per definitie reactief want het volgt de natuurlijke snelheid der dingen en loopt nooit voorop.

Arjen van Witteloostuijn, auteur van het boek ‘De Anorexiastrategie’, analyseert de veranderingen in tijdsregimes in de moderne organisatie van de afgelopen twintig jaar. Die veranderingen hebben alles te maken met het neoliberalisme, waarbij het aandeel de belangrijkste factor is geworden. De snelle verhandeling van aandelen leidt tot korte termijnoriëntaties die doorsijpelen via de managementlagen in de organisatie. De overheden hebben de institutionele voorwaarden hiervoor geschapen. Willen we een ander tijdsregiem, dan zal er een ander en vooral langer tijdsperspectief in organisaties moeten komen. Van Witteloostuijn geeft ook aanbevelingen: stoppen met prestatiebeloningen, afschaffen van aandeelhoudersvergaderingen en deze veranderen in ‘stakeholdersvergaderingen’, risicovolle investeringen doen via de overheid, dus een herintroductie van de overheid.

Stelling: Slow Management is ‘politieke economie’ bedrijven, de ontmaskering van het neoliberalisme. (Naschrift anno 2009: de kredietcrisis heeft de juistheid van deze stelling inmiddels aangetoond.)

Jan Boersema, milieukundige, vraagt zich af hoe groen de vooruitgang is. Veel veranderingen zijn exponentieel: ze zijn langzaam begonnen en gaan nu voort in een versneld tempo. Zijn angst is dat ecologische veranderingen van nu onomkeerbaar zullen worden. Zijn stelling is dat als we het tempo van de economische groei willen beheersen, we niet meer moeten kijken naar het bruto nationaal product maar naar het nationaal geluk, een ‘kengetal’ dat inmiddels ook al tientallen jaren wordt gemeten. De relatie tussen economische groei (en in het kielzog milieuproblemen) en geluk is maar licht gekoppeld. De vraag is echter of het echte geluk wel meetbaar is. Boersema heeft het vooral over satisfactie.

Stelling: Slow Management richt zich op satisfactie als economische hoofdparameter. Geluk wordt aan de goeroes en dichters overgelaten.

Douwe Draaisma, bekend auteur over de geschiedenis van de psychologie en van het geheugen, spreekt over tijd als psychologische categorie, hoe we tijd in ons leven zelf beleven. Als we jong zijn in maanden, jaren, als we oud zijn in leeftijdsfases. Ook geeft hij een kort overzicht hoe in de 19e eeuw mensen door micro-interventies met behulp van het uurwerk werden gelijkgeschakeld en onder het juk van de klok geplaatst. Tijd als mechaniek is vooral een maatschappelijk instrument om orde te creëren. Dit riep ook verzet op: onrust. Eind 19e eeuw is er een mislukte aanslag geweest op het observatorium van Greenwich. Er is ook veel onderzoek gedaan naar de beleving van tijd: soms kruipt de tijd, soms vliegt ze voorbij.

Stelling: Slow Management zal aandacht moeten besteden aan de subjectieve beleving van tijd. Wanneer is iets slow. En: kan slow ook snel gaan?

Volgens André Droogers, cultureel antropoloog, zijn concepten van tijd bij sommige Afrikaanse stammen ontleend aan seizoenen en voorouderlijnen. Je zou kunnen zeggen dat daar sprake is van een slow tijdsregime. Maar het blijkt dat dat vooral opgehangen is aan culturele praktijken, zoals bijvoorbeeld initiatierites. Je kunt dus niet het tijdsregime van de ene cultuur zomaar lospellen, de cultuur eraf halen en bijvoorbeeld naar Nederland exporteren. Wat nu speelt, is dat er geen autarkische stammen meer zijn. Elke stam, elke cultuur is geperforeerd door de mondiale cultuur. De stamleden van dertig jaar geleden dragen allemaal horloges, wonen in een stad en komen op tijd op hun afspraken. Er is sprake van een globaal tijdsregime.

Stelling: Slow Management zal de organisatietijd niet tegen kunnen houden. Want er is maar één tijd, de tijd van de mondiale orde.

Marli Huijser, filosoof in Groningen, analyseert de samenleving naar twee werelden. De eerste is de fysieke wereld, en de tweede wereld is die van de databases. We kunnen niet meer vergeten: alles wordt gemeten, bijgehouden – dna, zaden, voorwerpen, kranten, weefselresten, enzovoort – en toegankelijk gemaakt via ict. Er is dus geen interpretatie meer op basis van afwezige feiten. Dit betekent dat het verleden (en ook de vermeende toekomst) in het heden aanwezig zijn. En dat versnelt de tijd: er is geen verleden, er is geen toekomst. Beide zijn bij elkaar te ‘googelen’. En onmiddellijk aanwezig. De tijd is uitgeschakeld. Zij wijst tevens op de vreemde tendens dat mensen van alles en nog wat vastleggen met foto’s, filmpjes en dat alles publiek maken.

Stelling: Slow Management prijst de vergeetachtigheid. Verleden en toekomst worden keer op keer anders verteld.

Naar de mening van Marjoleine de Vos, redacteur van het NRC Handelsblad en columniste, is zomaar lekker koken een gecompliceerde bezigheid. Gezondheid, bio-industrie, uit het seizoen, enzovoort. Dus wil je slow food bereiden, met seizoensgroenten en biologisch vlees, dan moet je meestal de auto in om dat te vinden. Het uiteindelijke energieverbruik komt vervolgens hoger uit dan dat van de goedkope kastomaatjes uit het Westland in de winter. Alle ideologie ten spijt, heeft ook de slow-beweging haar inconsistenties.

Stelling: Slow food is er voor de rijke elite zoals Slow Management er voor de rijke dagen is.

Als geen ander kent Jos de Koning, universitair hoofddocent bewegingswetenschappen aan de vu, de grenzen aan de menselijke biologische mogelijkheden in de topsport. Wat betekent het als er van het wereldrecord op de 100 meter hardlopen nog eens twee seconden worden afgesnoept? Het betekent in elk geval dat de spiermassa met een factor drie zou moeten toenemen, als we de wiskundige modellen van het energieverbruik van mensen mogen geloven. Zelfs doping is niet voldoende om de vereiste spiermassa te bewerkstelligen. Over grenzen aan versnelling. Keurig onderzocht en wiskundig onderbouwd.

Stelling: Slow Management laat de grenzen zien van de menselijke mogelijkheden. Het is managen van menselijke beperkingen: no, we can’t. In zijn essentie is Slow Management een tragische managementfilosofie.

Geert Derkse ten slotte, directeur VMBO in Brabant en nauw verbonden aan de Benedictijnen, is behept met het belang van leefregels en de structurering van de werkdag. Uiteraard naar de leefregel van Benedictus. Deze tijdstructurering geeft vooral ook een ritmiek aan de dag en is gebaseerd op de natuurlijke behoeften van het lichaam. Wel dienen we volgens hem deze voorschriften met de nodige soepelheid toe te passen: iedereen is weer anders.

Stelling: niet de organisatie dient het ritme van de dag voor te schrijven maar het lichaam. De rigide kloosterstructuur heeft niets met Slow Management te maken.

Over Joep Schrijvers

Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden