Hoe ben je in aanraking gekomen met mindmappen?
‘Dat was toen ik nog als journalist werkte en veel mensen interviewde. Ik merkte vaak dat ik na afloop niet meer goed kon lezen wat ik had opgeschreven. Het probleem is namelijk dat als je veel schrijft en je interviewt iemand, je dat eigenlijk niet tegelijk kunt doen. Ons brein kan eigenlijk maar een ding goed tegelijkertijd. Dus je luistert, of je schrijft. En als je schrijft, kun je niet goed luisteren en vice versa. Maar als je maar een trefwoord opschrijft, zoals bij een mindmap, en als een interview van twee uur maar tot dertig woordjes leidt, dan kun je perfect luisteren en alleen die woorden opschrijven die terugleiden tot dat interview.’
Maar mis je dan niet heel veel informatie?
‘Nee. Ik heb dat tien jaar gedaan, toen ik nog journalist was, en ik heb nooit het verwijt gekregen dat ik informatie had gemist. Sterker nog, ik kreeg vaak een opmerking als: “Goh, dat je dat nog kunt reproduceren, want het was maar een heel klein onderdeel van het interview.”’
Is er onderzoek naar waarom mindmappen werkt?
‘Ja. Eigenlijk komt het erop neer dat als je schrijft zoals we allemaal schrijven, in lijstjes, dat je eigenlijk maar een deel van je hersenen effectief aanspreekt, het linkerdeel. Door te mindmappen, wat je doet in een spinnenwebachtige structuur, met veel kleur, met trefwoorden, vaak met beelden erbij, dan spreek je ook het rechterdeel van de hersenen aan. Die combinatie maakt de hersenen veel krachtiger.’
Waar moet een goede mindmap aan voldoen?
‘Op internet zie je tienduizenden mindmaps, die, als je ze gaat analyseren, eigenlijk niet voldoen. Een goede mindmap moet organisch zijn, met een boomstructuur of een spinnewebstructuur, met slechts enkele trefwoorden erop. Veel mindmappers hebben de neiging om toch weer een hele zin op een tak te gaan zetten, maar dan verschilt een mindmap toch weer niet van die geschreven tekst of dat lijstje dat we op de traditionele manier maken. Verder het kleurgebruik. De afzonderlijke takken moeten een afzonderlijke kleur hebben, zodat de hersenen snel kunnen herkennen wat bij elkaar hoort. En beelden, want die zijn vaak veel krachtiger dan trefwoorden. En daar hoef je helemaal geen illustrator of tekenaar voor te zijn, als de hersenen maar snel kunnen herkennen wat ermee bedoeld wordt. En dat kun je met een tekening vaak veel beter dan met een trefwoord.’
Een hoofdstuk in je boek gaat over managen met mindmappen. Hoe doe je dat?
‘Ja. In organisaties worden vaak hele dikke plannen geschreven, maar die zijn vaak weinig communicatief. De projecten die ze beschrijven gaan bovendien vaak fout. Mijn gedachte is: als je die dikke plannen nu veel communicatiever maakt met een mindmap met een paar takken en een paar trefwoorden erop, dan ziet iedereen meteen waar het project over gaat en wat de doelen zijn. En als je ze dan ook nog digitaal maakt, kun je met veel programma’s met één druk op de knop er meteen een hele planning uit laten rollen. Dan heb je eigenlijk twee vliegen in een klap.’
Over Ben Kuiken
Ben Kuiken is filosoof, schrijver en ontregelaar. Als organisatiefilosoof helpt hij mensen om anders te denken, te kijken en te praten over organisaties en de problemen die daar ontstaan. Ben is auteur van een groot aantal boeken over organiseren, spelen, en filosofie, waaronder De laatste manager, De Organisatiefilosoof, en Het Zinnigste boek dat je ooit zult lezen.