Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Erik Veldhoen

‘De oude systemen zijn failliet, de eindgebruiker zit op de blaren’

In You-Topia draagt Erik Veldhoen ‘het oude werken’, gebaseerd op de schijnzekerheden van de industriële revolutie, ten grave. De opmars van de virtuele ruimte zal drastische gevolgen hebben voor onze life-work balance. Een gesprek over de toekomst van vandaag.

Erik de Vries | 26 februari 2013 | 5-7 minuten leestijd

In 1995 al schreef u het boek ‘Kantoren bestaan niet meer’. In hoeverre sluit You-Topia hierop aan?
Je kunt You-Topia zien als een logisch vervolg op mijn boek uit 1995. Begin jaren negentig begonnen de opvattingen over huisvesting te veranderen, met de nodige gevolgen voor de wijze waarop we ons werk uitvoerden. De focus kwam te liggen op flexibiliteit, en dat is sindsdien zo gebleven. Ik heb Kantoren bestaan niet meer teruggelezen voor het schrijven van mijn nieuwe boek, dat was toch wel een verbazingwekkende ervaring. Alle ontwikkelingen die ik heb daarin beschrijf, zoals de opkomst van draadloze netwerken, mobiele devices, het voortdurend met elkaar in contact staan, de omslag van van papier naar digitaal en de consequenties die dit heeft voor de fysieke omgeving, blijken uit te komen. Toen Het Nieuwe Werken, zoals het toen al heette, uiteindelijk omarmd werd, was dat vooral om besparingsredenen. Dus in de praktijk werd er wel bespaard op de kantoorruimte, maar de hiërarchie, de controlesystemen, de prikklok bleven intact. Dat bestaat in You-Topia allemaal niet meer.

De kern van You-topia is de virtuele ruimte.
Het nieuwe werken gaat over technologie. Daar kan geen discussie over bestaan. Er is een virtuele ruimte aan het ontstaan, die nog vorm moet krijgen, waar architectuur voor moet worden ontwikkeld. Ik stel me een dashboard voor, op een beeldscherm, waarop je kunt zien wat je die dag moet doen, met wie, eventueel waar, en wanneer het af moet zijn. Je kunt zien wie er uit je netwerk online is, je bent zichtbaar en benaderbaar voor anderen. Dat ding heb je altijd bij je, je bent altijd online. Dat zijn de fundamentele veranderingen die zich gaan manifesteren.

We staan op een keerpunt, schrijft u in You-topia. Wanneer kwam bij u het besef dat er een nieuwe fase was aangebroken?
De kentering is begonnen met de sterke opkomst van zaken als de smartphone, iPads, Facebook en Twitter, zo’n vijf jaar geleden. Facebook is een aanzet tot het inrichten van de virtuele ruimte, zij het dat het nu nog beperkt blijft tot voornamelijk wat geklooi. De wet van Moore gaat nog steeds op, de mogelijkheden zijn letterlijk grenzeloos. Alles staat op de helling. In het verleden werkte je op de plek waar je woonde. De uitvinding van de stoommachine heeft ervoor gezorgd dat wonen en werken uiteindelijk radicaal uit elkaar zijn getrokken, daarna zijn de ideeën van Taylor over centralisatie en efficiency populair geworden, wat uiteindelijk geleid heeft tot het ontstaan van hiërarchische en onbestuurbare kolossen. Dat hele concept gestoeld op de industriële revolutie is aan het afbrokkelen. We gaan toe naar een werkproces van dag tot dag, waarbij het slechts van belang is dat je de discipline hebt om de opdracht, wat die verder ook moge zijn, binnen de gestelde tijd en kwaliteitscriteria af te ronden. Daar is de virtuele ruimte optimaal beschikt voor.

Waar leidt u de teloorgang van de oude industriële waarden uit af?
Een bedrijf als Shell zegt wel dat ze begaan is met het milieu, maar zorgt tegelijk voor veel vervuiling. Ze zijn zo groot dat ze nauwelijks te stoppen zijn. Met de opkomst van de virtuele ruimte is er echter het nodige ten goede gekeerd. Zelfs dat soort bedrijven kan niet langer overal mee wegkomen. De transparantie is enorm toegenomen. De vakbond is bezig zich opnieuw uit te vinden, laatst bepleitte iemand de herintroductie van het gildemodel, waar vroeger de ambachtslieden in verenigd waren. Dat sluit aan bij de tendens dat het opdoen en delen van kennis en ervaring niet meer de verantwoordelijkheid is van het bedrijf waar diegene in dienst is, maar van het individu. We moeten terug naar die ambachtelijkheid, waarbij ambacht staat voor zelf verantwoordelijkheid dragen voor je product of dienst, en weten waar je mee bezig bent.’

U legt veel nadruk op discipline. Hoe verhoudt zich die tot de nieuw verworven vrijheden die uw dashboard ons gunt?
Zo’n dashboard is maar een tool, waar het om gaat is de structuur van een activity-based arbeidsproces dat je dankzij die tool kunt doorvoeren. Wat ga ik hier en nu doen, en wat heb ik daarvoor nodig? Dat is een andere manier van organiseren dan we tot nu toe gewend zijn, en die discipline vereist. Mensen worden verantwoordelijk voor de organisatie van hun eigen werk. Dat leidt tot autonomie en verantwoordelijk zijn voor de resultaten die moeten worden behaald; op de juiste tijd binnen de gestelde kwaliteitskaders. De autonomie die mensen daarvoor moeten krijgen werkt bevrijdend en maakt van alle arbeid weer een ambacht. Daarbij komt dat we de verleidingen moeten weerstaan die deze verantwoordelijkheden kunnen ondermijnen. Dat is de discipline die iedereen opnieuw moet ontdekken. En het zal duidelijk zijn: oude controlemechanismen uit de 20-ste eeuw passen hier in het geheel niet meer bij.

Hoe ziet u dit proces van activity-based werken in de maakindustrie?
Iemand als Ricardo Semler heeft wel laten zien dat een andere aanpak ook in de maakindustrie kan slagen. De bedrijfstak doet er niet zozeer toe, de kerngedachte is dat je de vrijheid hebt om je werk zodanig te organiseren dat je met een tevreden gevoel naar huis gaat. Er moet een einde komen aan een systeem waarin de een nadenkt over de manier waarop de ander zijn werk moet doen. Het is tijd voor een volwassen houding.

Denkt u niet dat hier een generatiewissel voor nodig is?
Nee. Iedere werknemer houdt van waardering en verantwoordelijkheid. Als je daar goed op inspeelt, is iedereen in staat om een cultuuromslag te maken. Ik heb dat in de praktijk vaak genoeg meegemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen de verantwoordelijkheid voor zijn eigen taak aankan. In het huidige systeem wordt die verantwoordelijkheid vrijwel geheel weggenomen. Kijk naar hoe het er in de zorg toegaat: uiteindelijk bepaalt de boekhouder welke arts de patiënt mag bezoeken. Dat is te gek voor woorden. Een ander voorbeeld is het feit dat we op onze achterste benen staan als we merken dat er paardenvlees verkocht wordt als rundvlees. Dat kan gebeuren omdat er bij de verwerking van dat vlees zoveel processen en regels komen kijken dat het niet langer controleerbaar meer is. De oude systemen blijken failliet, en de eindgebruiker zit op de blaren. Het wordt tijd om een nieuwe samenleving te bouwen, waarin iedereen ‘s avonds tevreden naar bed kan.

Over Erik de Vries

Erik de Vries is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden