Voorwoord 11
Inleiding 12
1. Wat voor een leidinggevende wil je zijn? 14
Zoek jezelf broeder
2. Act like a champion 16
Zorg dat je skills op orde zijn
3. Durf jij echt los te laten? 18
Geloof in het kunnen van de ander
4. De harde en zachte kant 20
Het gaat om resultaat en gedrag
5. Papa zorgt wel voor je 22
Zet de professional in zijn ‘volwassenheid’
6. Iedere professional heeft recht op feedback 24
Goed gegeven feedback is een groeiversneller
7. How low can you go? 26
Ga de diepte in: praat over overtuigingen en waarden
8. Misbruik wordt bestraft 28
Wees duidelijk: mee-weten, mee-denken of mee-beslissen?
9. Vast (geroest)? 30
Breng mensen –letterlijk- in beweging
10. Verstoringen gaan voor 32
Maak de spelregels van het overleg eens expliciet
11. Hoe zit het met jouw gunfactor? 34
Erger je niet, verwonder je slechts
12. Hoe duidelijk ben jij eigenlijk? 36
Wees helder over wat je van iemand verwacht
13. Niets zo uitdagend als gedragsdoelstellingen 38
Beschrijf wat je wilt zien
14. Hoe zorg je voor een inspirerend gesprek? 40
Praat over trots, lol en passie
15. Waak voor inkakken 42
Creëer veel interactie
16. Waaien we met elke wind mee? 44
Zorg voor continuïteit
17. Koers houden, ook in zwaar weer 46
Ontwikkel je managementkompas
18. Niemand kan gedachten lezen 48
Leg je voorstel helder op tafel
19. Feedback gegeven, wat nu? 50
Hoe zet je ontwikkeling in gang?
20. Werk toe naar een teamwaarderingsdag 52
Ga als team samen in gesprek over functioneren
21. Think big! 54
SMART afspraken? Eerst het grote plaatje schetsen
22. Grootste fout: wat ga je doen? 56
Beschrijf niet de activiteiten, maar het gewenste resultaat
23. Be SMART 58
Een goed geformuleerde doelstelling helpt enorm
24. Werken met doelstellingen: niet overdrijven 60
Doelstellingen zijn geen doel op zich
25. Spreek af en spreek aan 62
Besteed veel aandacht aan de contractering
26. Pas op voor ongevraagd advies 64
Time je adviezen
27. Kijk verder dan de inhoud 66
Zorg voor een goede sfeer
28. Een feedback- of beoordelingsgesprek is geen eenrichtingsverkeer 68
Betrek de professional in het gesprek, laat hem veel aan het woord
29. Wie doet er het werk? 70
Nodig de professional uit om met voorstellen te komen
30. Waar draait het echt om? 72
Onthoud: E = K x A
31. Draai niet om de pot! 74
Zeg het als je iets te zeggen hebt; vraag het als je iets te weten wilt komen
32. Zet je zintuigen aan 76
Heb oog voor de emotie van de ander
33. Soms wordt het spannend, mooi zo! 78
Ga de spanning niet uit de weg, maar zoek die juist op
34. Overtuigen doe je zo 80
Gebruik drie argumenten
35. De boel vlottrekken 82
Hang boven het gesprek
36. Waarom doen we dit eigenlijk? 84
‘Positioneer’ het gesprek
37. Let op het balbezit 86
Eerst begrijpen, dan pas overtuigen
38. Wat gebeurt er onder water? 88
Stuur op procesniveau
39. Voorkom vertraging 90
Versnel op tijd
40. Wederkerigheid werkt 92
Doe een persoonlijk beroep
41. It takes two to tango 94
Pas op voor ‘Ja, maar’ reacties
42. Verzamel voldoende informatie bij een beoordeling, dat geldt ook voor de professional 96
Investeer in een goede voorbereiding, dat betaalt zich terug
43. Een goed begin is het halve werk 98
Start het gesprek met heldere kaders
44. Wees concreet, maar pas op! 100
Spreek over prestaties en gedrag
45. Beoordelen blijft subjectief, daarom mag jij het doen 102
Spreek vanuit de ik-vorm en verschuil je niet
46. Niet alles doet ertoe 104
Weet wat de ander belangrijk vindt
47. Moet jij het doen? 106
Pas op voor ‘ervaringsroof’
48. Alabastine of WD40? 108
Werk aan verbinding
49. Kaas en muizen 110
Stap met elkaar in de juiste veranderstand
50. Het eind in zicht 112
Focus op de gewenste opbrengsten van het teamoverleg
Over de auteurs 114
Contact 116
Eerder Verschenen 117
Gehanteerde bronnen 119
