Strafrecht en publieke opinie
Een onderzoek naar de relatie tussen de strafrechtspleging en het publiek, met bijzondere aandacht voor het Openbaar Ministerie
Samenvatting
Burgerraadplegingen door het Openbaar Ministerie, actievere voorlichting en uitspraken in ‘klare taal’: initiatieven gericht op verbetering van de relatie tussen de strafrechtspleging en het publiek zijn er te over. Dit is niet verwonderlijk, nu vaak wordt aangenomen dat deze relatie onder hoogspanning staat. Burgers vinden de straffen maar laag en rechters zijn te ver verwijderd van de burger, is de veelgehoorde gedachte.
Dit onderzoek probeert antwoorden te geven op vragen die in dit verband rijzen. Waarop is de veronderstelling dat de relatie tussen het publiek en de strafrechtspleging zo problematisch is, eigenlijk gebaseerd? Waarop stoelt de gedachte dat de in de praktijk ontplooide initiatieven deze relatie zouden kunnen verbeteren? Wat kan er beter in de relatie tussen het strafrecht en het publiek? En wat verstaan we in dit verband precies onder ‘beter’?
Om deze vragen te beantwoorden worden in dit onderzoek empirische en normatieve gezichtspunten gecombineerd. Het bevat een theoretische analyse van begrippen als ‘publieke opinie’ en ‘legitimiteit’ en een kritische bespreking van bestaand onderzoek. Daarnaast wordt aan de hand van twee deelstudies onderzocht hoe het Openbaar Ministerie in dialoog treedt met de publieke opinie. Het onderzoek resulteert in een concreet beoordelingskader voor op de publieke opinie gericht handelen van actoren in de strafrechtspleging en besluit met enkele aanbevelingen aan politiek, strafrechtspraktijk en wetenschap.
Trefwoorden
algemeenbelangacties publieke opinie strafrecht oplichting openbaar ministerie rechtsvergelijking legitimiteit scheiding der machten informaticabedrog bestuursrecht collectieve belangen vertrouwen democratische rechtsorde rechterlijke controle aansprakelijkheidsrecht vermogensdelicten rechtspraak juridische procedures burgerlijke rechter rechtsvordering strafrechtpolitiek punitief populisme democratie belangenafweging klimaatzaken burgerbetrokkenheid procesbelang jurisprudentie milieubescherming rechtsmacht
Trefwoorden
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
1 Inleiding 1
1.1 Inleiding 1
1.2 Probleemstelling 2
1.3 Onderzoeksvragen 4
1.4 Methoden en karakter van het onderzoek 7
1.5 Leeswijzer 8
2 Verdieping van de probleemstelling 11
2.1 Inleiding 11
2.2 Het Nederlands strafrecht en de publieke opinie: een korte geschiedenis 12
2.3 Het internationale debat: vier pleitbezorgers voor een sterkere oriëntatie op publieke opinie 16
2.4 De verhitting van het publiek discours over misdaad en straf 20
2.5 Een nieuwe configuratie van gezag 23
2.6 De subversieve invloed van de strafrechtpolitiek 28
2.7 De notie van democratie (in de ‘democratische rechtsorde’) 31
2.8 De rolopvatting van de verschillende actoren in de strafrechtspleging 36
2.9 Synthese: de context voor een conceptualisering van publieke opinie 39
3 Begripsbepalingen 43
3.1 Inleiding 43
3.2 Publieke opinie 43
3.2.1 Een korte genealogie van de notie van publieke opinie 44
3.2.2 Een betekenisbepaling van ‘opinie’ 49
3.2.3 Het ‘publieke’ aan publieke opinie: de opmaat tot een tweedimensionaal begrip 53
3.2.4 Een derde dimensie: de dimensie van duurzaamheid 58
3.2.5 De ontwikkeling van publieke opinie 61
3.2.6 Meningen, opvattingen, discours en debat 63
3.2.7 De conceptualisering in dit onderzoek 64
3.3 Punitief populisme en punitieve retoriek 65
3.3.1 Een genealogie van de notie van ‘punitief populisme’ 66
3.3.2 Populisme 69
3.3.3 Punitief populisme 71
3.3.4 De conceptualisering in dit onderzoek 72
3.4 Legitimiteit, autoriteit, gezag en macht 73
3.4.1 Een enge definitie van legitimiteit en twee ideaaltypische benaderingen 74
3.4.2 Autoriteit, gezag en macht 75
3.4.3 De conceptualisering in dit onderzoek 76
3.5 Vertrouwen, acceptatie, het onzekerheidsgat en wantrouwen 77
3.5.1 Twee noties van vertrouwen 79
3.5.2 Het onzekerheidsgat, sprongkracht en (constructief) wantrouwen 81
3.5.3 Het bevorderen van vertrouwen en faciliteren van wantrouwen 85
3.5.4 Praktische betekenis en aanverwante begrippen 86
3.5.5 De conceptualisering in dit onderzoek 87
3.6 Conclusie 88
4 Publieke opinie: de dimensie van aantallen 89
4.1 Inleiding 89
4.2 Methodologische verantwoording 90
4.3 De juridische en politieke context van opinieonderzoek 91
4.4 Het eerste domein: enquêteonderzoek naar gepercipieerde prestaties 92
4.4.1 Algemene oordelen over de rechtspraak 93
4.4.2 Oordelen over gespecificeerde prestaties van het stelsel van strafrechtspleging 96
4.4.3 Eerste tussenconclusie 99
4.5 Het tweede domein: enquêteonderzoek naar preferenties 100
4.5.1 Oordelen over de ‘goede rechter’ 100
4.5.2 Oordelen over beleidsmatige thema’s 101
4.5.3 Oordelen over de wenselijkheid van lekeninvloed 104
4.5.4 Tweede tussenconclusie 105
4.6 Het derde domein: achtergronden bij de bevindingen van enquêteonderzoek 105
4.6.1 Groepskenmerken van respondenten in het enquêteonderzoek 105
4.6.2 Publieke kennisniveaus van criminaliteit en rechtshandhaving 108
4.6.3 De invloed van de media 111
4.6.4 Derde tussenconclusie 115
4.7 Het vierde domein: alternatieven voor de enquête 116
4.7.1 Onderzoek naar opinies over de straftoemeting: de rangorde methode 117
4.7.2 Variëren met informatie: onderzoek naar opinies over de straftoemeting 120
4.7.3 Variëren met informatie: opinieonderzoek naar beleidsmatige vragen 124
4.7.4 Vierde tussenconclusie 127
4.8 Het vijfde domein: opinieonderzoek met minimale manipulatie 128
4.8.1 Vijfde tussenconclusie 130
4.9 Conclusie 130
4.9.1 Een conclusie ten aanzien van de methodestrijd in het onderzoek naar publieke opinie 130
4.9.2 Een conclusie over de aantallendimensie van publieke opinie 136
5 Publieke opinie: de dimensie van kracht 139
5.1 Inleiding 139
5.2 Over de kracht van het enquêteonderzoek 140
5.2.1 De dominantie binnen het maatschappelijk discours 141
5.2.2 De reacties van actoren in de strafrechtspleging 143
5.2.3 Eerste deelconclusie 145
5.3 Onderzoek naar de dimensie van kracht van publieke opinie 145
5.3.1 De dominantie binnen het maatschappelijk discours 146
5.3.2 De reacties van actoren in de strafrechtspleging 150
5.3.3 Tweede deelconclusie 151
5.4 Conclusie 152
5.4.1 Een conclusie over de dimensie van kracht van publieke opinie 152
5.4.2 Een conclusie over de interactie tussen de N- en F-dimensie van publieke opinie 154
6 Perspectieven op legitimiteit 157
6.1 Inleiding 157
6.2 De oriëntatie op publieke opinie en de ‘legitimiteit’ van de strafrechtspleging 157
6.3 De sociaalwetenschappelijke en strafrechtswetenschappelijke onderzoekstraditie 159
6.3.1 Een overzicht van de sociaalwetenschappelijke benadering van legitimiteit 160
6.3.2 Een overzicht van de strafrechtswetenschappelijke benadering van legitimiteit 174
6.3.3 Tussenconclusie 181
6.4 Vier scheidslijnen in het denken over legitimiteit 182
6.4.1 De empirische en normatieve benadering van legitimiteit 183
6.4.2 Legitimiteit als kwaliteit van een machtsrelatie of als sleutel tot gehoorzaamheid 191
6.4.3 De object- en subjectbenadering van legitimiteit 194
6.4.4 De substantiële en procedurele benadering van legitimiteit 197
6.5 Conclusie 199
7 Beoordelingskader 201
7.1 Inleiding 201
7.2 Uitgangspunten en kenmerken van het beoordelingskader 201
7.3 Stap 1: een normatieve toets 204
7.4 Stap 2: de beoogde consequenties van het op de publieke opinie gerichte handelen 208
7.5 Stap 3: verschillende ‘deelpublieken’ en de mogelijkheid van onbedoelde (neven)effecten 210
7.6 Stap 4: de balans tussen het bevorderen van vertrouwen en het faciliteren van wantrouwen 212
7.7 Stap 5: Dynamische effecten 215
7.8 Conclusie 217
8 Eerste gevalstudie: de voorlichtingsdialoog 219
8.1 Inleiding 219
8.2 De historische ontwikkeling van de voorlichtingspraktijk van het OM 220
8.3 Het geldend beleidskader tijdens het empirisch onderzoek 229
8.4 Methodologische verantwoording 231
8.4.1 De methode van onderzoek: de gevalstudie 232
8.4.2 Technieken van onderzoek en bronnen van informatie 233
8.4.3 Dataverzameling en -analyse 235
8.4.4 Reflecties op de gehanteerde methodologie tijdens het observatie onderzoek 238
8.4.5 De focusgroepen 244
8.4.6 De opslag en vertrouwelijkheid van onderzoeksdata 245
8.4.7 Afsluitende opmerkingen over de methodologie en de wijze van rapportage van de bevindingen 245
8.5 Het verslag van het empirisch onderzoek 248
8.6 Relevante interne actoren 248
8.6.1 De persvoorlichter 249
8.6.2 Persofficieren van justitie 250
8.6.3 Overige spelers op het parket 251
8.6.4 Het Parket-Generaal 252
8.6.5 Het Socialmediateam 253
8.7 Relevante externe actoren 255
8.7.1 De politie 255
8.7.2 Lokale overheden 255
8.7.3 De Raad voor de rechtspraak en de gerechten 256
8.7.4 De advocatuur 256
8.7.5 Actoren actief in de strafexecutie 258
8.8 Typen journalisten 259
8.8.1 Regionaal opererende journalisten 259
8.8.2 Landelijk opererende journalisten 261
8.8.3 Een restcategorie: bloggers, redacteuren en journalisten die incidenteel over het OM berichten 262
8.9 Het ontstaan en beloop van mediaberichtgeving 262
8.9.1 Persvoorlichting vanaf het voorbereidend onderzoek 263
8.9.2 Persvoorlichting voorafgaand aan de eerste openbare behandeling 273
8.9.3 Persvoorlichting rondom strafzittingen 279
8.9.4 Persvoorlichting na het uitspreken van het requisitoir 284
8.9.5 Tussenbalans en enkele nuanceringen 286
8.10 Redenen voor het OM publicatie te zoeken of te mijden 289
8.10.1 Drijfveren voor het bevorderen van mediaberichtgeving 290
8.10.2 Drijfveren voor het afremmen van mediaberichtgeving 293
8.10.3 Tussenbalans 295
8.11 Analyse: beeldbepalende kenmerken van de voorlichtings - praktijk 296
8.11.1 Mediabelangstelling is (ook voor het OM) maar in beperkte mate te voorspellen 297
8.11.2 De vertrouwensrelatie met journalisten 300
8.11.3 Het ongereglementeerde karakter van de voorlichting 307
8.11.4 Het faciliteren van primeurjournalistiek en de beweging naar voren 311
8.11.5 De oriëntatie op de reputatie van het OM 316
8.11.6 De gecompliceerde relatie met lokale overheden en de politie 321
8.11.7 Het beperkt beperkende gezichtspunt van ‘persoonsgegevens’ bij het verstrekken van informatie over verdachten 325
8.12 Conclusie 331
8.13 Naschrift: ontwikkelingen na het empirisch onderzoek 332
9 Tweede gevalstudie: de straftoemetings dialoog 335
9.1 Inleiding 335
9.2 De aanloop naar en achtergrond van de straftoemetings dialoog 335
9.3 Methodologische verantwoording 339
9.3.1 Eerste fase: oriëntatie 339
9.3.2 Tweede fase: observatieonderzoek bij burgerfora en LCS-vergaderingen 340
9.3.3 Derde fase: documentanalyse 341
9.3.4 Vierde fase: interviews 342
9.3.5 De opslag en vertrouwelijkheid van onderzoeksdata 344
9.4 Wijze van rapportage 345
9.5 Documentanalyse 345
9.5.1 Het begin: een oriëntatie op burgerraadplegingen en de oprichting van de LCS 346
9.5.2 De uitvoering: een eerste indruk van burgerfora 348
9.5.3 De consultatie: burgerraadpleging over adequate straftoemeting tijdens de burgerfora 351
9.5.4 De administratie: verslaglegging van burgerfora 356
9.5.5 Initiatieven naast de burgerfora 359
9.5.6 Systematische invloed van burgerraadplegingen op strafvorderlijk beleid? 362
9.5.7 Niet-systematische invloed op strafvorderlijk beleid? Een claim-analyse 364
9.5.8 Tussenconclusie 370
9.6 De interviews 371
9.6.1 De redenen om te beginnen met burgerraadplegingen 372
9.6.2 Herinneringen aan burgerfora 374
9.6.3 De invloed van burgerraadplegingen op strafvorderlijk beleid 377
9.6.4 De toekomst van de straftoemetingsdialoog 380
9.7 Conclusie 381
10 Toepassing van het beoordelingskader 385
10.1 Inleiding 385
10.2 De beoordeling van de voorlichtingsdialoog 385
10.2.1 De normatieve toets 386
10.2.2 De beoogde consequenties 390
10.2.3 Onbedoelde (neven)effecten 391
10.2.4 Het bevorderen van vertrouwen en het faciliteren van wantrouwen 392
10.2.5 Dynamische effecten 394
10.2.6 Tussenconclusie 396
10.3 De beoordeling van de straftoemetingsdialoog 398
10.3.1 De normatieve toets 399
10.3.2 De beoogde consequenties 401
10.3.3 Onbedoelde (neven)effecten 403
10.3.4 Het bevorderen van vertrouwen en het faciliteren van wantrouwen 403
10.3.5 Dynamische effecten 405
10.3.6 Tussenconclusie 406
10.4 Reflectie op het beoordelingskader op basis van de gevalstudies 407
10.5 Conclusie 410
11 Conclusie 413
11.1 Inleiding 413
11.2 Beantwoording van de onderzoeksvragen 414
11.2.1 De eerste onderzoeksvraag: publieke opinie als multidimensionaal concept 414
11.2.2 De tweede onderzoeksvraag: de voor de strafrechtspleging relevante publieke opinie 417
11.2.3 De derde onderzoeksvraag: een beoordelingskader voor op de publieke opinie gericht handelen 422
11.2.4 De vierde onderzoeksvraag: een beoordeling van de wijze waarop het Openbaar Ministerie met de publieke opinie in dialoog treedt 425
11.3 Een reflectie op de probleemstelling en nadere beschouwing over de bevindingen 428
11.3.1 Het verhitte discours over misdaad en straf 428
11.3.2 De nieuwe configuratie van gezag 430
11.3.3 De subversieve invloed van de strafrechtspolitiek 433
11.3.4 De notie van democratie (in de ‘democratische rechtsorde’) 435
11.3.5 De rolopvatting van de verschillende actoren in de strafrechtspleging 436
11.4 Aanbevelingen 438
11.4.1 Het OM 438
11.4.2 De strafrechtspleging 440
11.4.3 De wetgever en de strafrechtspolitiek 441
11.4.4 De wetenschap 443
11.5 Tot besluit 444
12 Literatuur 445
13 Bijlagen 483
13.8.1 Logboek 483
13.8.2 Codeboek Atlas-TI 484
13.8.3 Topiclijst focusgroepen 486
13.9.1 Topiclijst interviews 487
13.9.2 Overzicht van aangehaalde niet-gepubliceerde literatuur 491
13.9.3 Voorbeeld van wervingstekst burgerforum 491
13.9.4 Voorbeeldcasus burgerfora 492
13.9.5 Voorbeeld van notitiewijze burgerfora type B, uit burgerforum voorjaar 2010 Almelo 494
13.9.6 Voorbeeld van notitiewijze burgerfora type C, uit burgerforum voorjaar 2011 Leeuwarden 496
13.9.7 Voorbeeld van notitiewijze burgerfora type D (alleen toevoeging ten opzichte van C weergegeven), uit burgerfora voorjaar 2012 (samenvattend verslag) 497
13.9.8 Voorbeeld van notitiewijze burgerfora type E (alleen toevoeging ten opzichte van D weergegeven), uit burgerforum najaar 2013 Haarlem 498
13.9.9 Uitsnede ‘open velden’ in onderzoek naar het ‘maatschappelijk midden veld’, uitgevoerd door het OM 499
13.9.10 Eerste casus verkrachting Burgerforum voorjaar 2011 Rotterdam 501
13.9.11 Codeboek analyse interviews 503
Literatuur 445
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- cadeauboeken
- computer en informatica
- economie
- filosofie
- flora en fauna
- geneeskunde
- geschiedenis
- gezondheid
- jeugd
- juridisch
- koken en eten
- kunst en cultuur
- literatuur en romans
- mens en maatschappij
- naslagwerken
- non-fictie informatief/professioneel
- paramedisch
- psychologie
- reizen
- religie
- schoolboeken
- spiritualiteit
- sport, hobby, lifestyle
- thrillers en spanning
- wetenschap en techniek
- woordenboeken en taal