Europees recht begrepen
Samenvatting
Europees recht begrepen behandelt op een praktische en inzichtelijke wijze het Europees recht voor studenten in het hoger onderwijs en professionals die in de praktijk met dit rechtsgebied te maken hebben. De belangrijkste Europeesrechtelijke leerstukken worden in heldere en begrijpelijke taal uitgelegd. Daarnaast zijn er talloze voorbeelden, figuren, schema’s, vragen en casus opgenomen die de stof tot leven brengen.
Na het lezen van dit boek begrijpt de lezer de kernbegrippen en -leerstukken van het Europees recht. Ook zal de lezer in het bezit zijn van nuttige, maar vooral praktische vaardigheden, zoals het snel kunnen opzoeken van Europeesrechtelijke wetgeving en jurisprudentie en deze correct kunnen toepassen op een Europeesrechtelijke feitenconstructie.
De onderwerpen die in dit boek behandeld worden zijn:
- De geschiedenis en ontwikkeling van het Europees integratieproces, met extra aandacht voor Brexit;
- De doelstellingen, rechtsbeginselen en bevoegdheden van de Europese Unie;
- De Europeesrechtelijke instellingen, organen en instanties;
- De bronnen van Unierecht en wetgevingsprocedures;
- De doorwerking en voorrang van Unierecht;
- Rechtsbescherming en geschillenbeslechting in de Europese Unie;
- De bescherming van fundamentele rechten in de Europese Unie;
- De beginselen en kenmerken van marktintegratie en de Europese interne markt;
- De vier vrijheden in de interne markt van de Europese Unie, bestaande uit het vrij verkeer van goederen, (natuurlijke en rechts)personen, diensten en kapitaal;
- Het Europese mededingingsrecht, bestaande uit het kartelverbod, het verbod op het misbruiken van een machtspositie en het verbod op het verlenen van staatssteun;
- De toekomst van de Europese Unie na Brexit en de Covid-19 crisis (door Professor Jan Peter Balkenende).
Trefwoorden
Specificaties
Thema classificatie
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
1.1 Het belang en de invloed van de Europese Unie op het dagelijks leven 17
1.2 Supranationaal, uniform en harmoniserend 19
1.3 Leerdoelen en opzet boek 20
2 Basisvaardigheden 23
2.1 Het opzoeken van (Europeesrechtelijke) informatie 24
2.2 Het opzoeken van Unierecht 24
2.3 Het opzoeken van Europeesrechtelijke jurisprudentie 27
2.4 Soorten arresten 29
2.5 De opbouw van een arrest 32
2.5.1 De kop van het arrest 32
2.5.2 Het begin van het arrest en het toepasselijk recht 33
2.5.3 Het hoofdgeding en de prejudiciële vragen 34
2.5.4 De beantwoording van de prejudiciële vragen 35
2.5.5 De kosten en het dictum 36
2.5.6 De opbouw van andere soorten arresten 36
3 De geschiedenis en ontwikkeling van het Europees integratieproces 39
3.1 Inleiding 39
3.2 Verdragswijzigingen in het Europees integratieproces; van Parijs tot Lissabon 40
3.2.1 Het Verdrag van Parijs: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal 42
3.2.2 Het Verdrag van Rome: de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Europese Economische Gemeenschap 42
3.2.3 Een fusie van de Europese Gemeenschappen 43
3.2.4 De Europese Akte: meer bevoegdheden voor de Europese Gemeenschappen 45
3.2.5 Het Verdrag van Maastricht: een Europese Unie 45
3.2.6 Het Verdrag van Amsterdam 49
3.2.7 Het Verdrag van Nice 50
3.2.8 Een Grondwet voor de Europese Unie 51
3.2.9 Het Verdrag van Lissabon 52
3.3 Toetreden tot en uittreden uit de Europese Unie 54
3.3.1 Een toetreding tot de Europese Unie 54
3.3.2 Een uittreding uit de Europese Unie 57
3.3.3 Brexit; een uitwerking van artikel 50 VEU in de praktijk 59
4 De doelstellingen, rechtsbeginselen en bevoegdheden van de Europese Unie 65
4.1 Inleiding 65
4.2 De doelstellingen van de Europese Unie 66
4.3 De rechtsbeginselen ter afbakening en uitoefening van Uniebevoegdheden 68
4.3.1 Het loyaliteitsbeginsel 69
4.3.2 Het beginsel van bevoegdheidstoedeling (‘attributiebeginsel’) 69
4.3.3 Het beginsel van subsidiariteit 70
4.3.4 Het beginsel van evenredigheid (‘proportionaliteitsbeginsel’) 72
4.4 De bevoegdheden van de Europese Unie 73
4.4.1 De exclusieve bevoegdheden van de Europese Unie 74
4.4.2 De gedeelde bevoegdheden van de Europese Unie 74
4.4.3 Uniebevoegdheden ter coördinatie 75
4.4.4 Uniebevoegdheden ter ondersteuning, coördinering of aanvulling 75
5 De instellingen, organen en instanties van de Europese Unie 79
5.1 Inleiding 79
5.2 Het institutioneel kader van de Unie 80
5.3 Het Europees Parlement 83
5.4 De Europese Raad 87
5.5 De Raad van Ministers 90
5.6 De Europese Commissie 95
5.7 Het Hof van Justitie van de Europese Unie 98
5.8 De Europese Centrale Bank 101
5.9 De Rekenkamer 104
5.10 Andere organen en instanties in de Unie 105
5.10.1 Het Europees Economisch en Sociaal Comité 105
5.10.2 Het Europees Comité van de Regio’s 106
5.10.3 De Europese Investeringsbank 108
5.10.4 De Europese Dienst voor Extern Optreden 108
5.10.5 De Europese Ombudsman 109
5.10.6 Het Europees Comité voor Gegevensbescherming 110
5.10.7 Het Publicatiebureau van de Europese Unie 110
6 De bronnen van Unierecht en wetgevingsprocedures 113
6.1 Inleiding 113
6.2 De bronnen van Unierecht 114
6.2.1 De categorisering van de bronnen en onderlinge hiërarchie 114
6.2.2 Het primaire Unierecht 116
6.2.3 Algemene beginselen van Unierecht en fundamentele mensenrechten 117
6.2.4 Internationale verdragen en overeenkomsten 118
6.2.5 Het secundaire en tertiaire Unierecht 118
6.2.6 De jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie 126
6.2.7 Soft law-instrumenten 126
6.3 Wetgevingsprocedures in de Europese Unie 127
6.3.1 Rechtsbasis 128
6.3.2 Wetgevende actoren in de Europese Unie 131
6.3.3 Stemsystemen 134
6.3.4 De gewone wetgevingsprocedure: artikel 294 VWEU 134
6.3.5 De bijzondere wetgevingsprocedure: artikel 289 lid 2 VWEU 139
7 De doorwerking van Unierecht 145
7.1 Inleiding 145
7.2 Van Gend & Loos: een supranationale rechtsorde en de directe werking van Unierecht 147
7.3 Costa/E.N.E.L.: de voorrang van Unierecht 147
7.4 De voorwaarden voor de directe werking van Unierecht 149
7.4.1 De directe werking van Europese verdragsbepalingen 149
7.4.2 De directe werking van algemene rechtsbeginselen van Unierecht en fundamentele mensenrechten 151
7.4.3 De directe werking van secundair Unierecht: verordeningen 153
7.4.4 De directe werking van secundair Unierecht: besluiten 153
7.4.5 De directe werking van secundair Unierecht: richtlijnen 154
7.5 Conforme interpretatie 158
7.6 De (staats)aansprakelijkheid van de lidstaat 159
8 Rechtsbescherming en geschillenbeslechting in de Europese Unie 163
8.1 Inleiding 163
8.2 De rol van het Hof van Justitie van de Europese Unie 164
8.3 De inbreukprocedure (art. 258-260 VWEU) 167
8.4 Het beroep tot nietigverklaring (art. 263-264 VWEU) 173
8.5 Het beroep wegens nalaten (art. 265 VWEU) 177
8.6 De prejudiciële procedure (art. 267 VWEU) 178
8.6.1 Artikel 267 VWEU 178
8.6.2 De verplichting tot een prejudiciële verwijzing 180
8.6.3 De acte clair en de acte éclairé 181
8.7 De contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie (art. 268 en 340 VWEU) 182
9 Fundamentele rechten in de Europese Unie 189
9.1 Inleiding 189
9.2 Bronnen van fundamentele rechten in de Europese Unie 190
9.3 Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 192
9.3.1 Een eigen mensenrechtencatalogus van de Europese Unie 192
9.3.2 De opzet 193
9.3.3 Het toepassingsbereik 195
9.3.4 Het verschil tussen ‘rechten’ en ‘beginselen’ in het Handvest 195
9.3.5 De reikwijdte en uitlegging van de rechten en beginselen 196
9.4 Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) 197
9.5 De grondrechten die voortvloeien uit de constitutionele tradities die de lidstaten gemeen hebben en als algemene beginselen deel uitmaken van het Unierecht 199
10 De beginselen en kenmerken van marktintegratie en de interne markt 201
10.1 Inleiding 201
10.2 De stadia van marktintegratie in het Europees integratieproces 203
10.2.1 De vrijhandelszone 205
10.2.2 Een douane-unie 205
10.2.3 Een gemeenschappelijke markt 205
10.2.4 Een economische (en soms een monetaire) unie 206
10.2.5 Een politieke unie 206
10.3 Marktintegratie: positieve en negatieve integratie 207
10.3.1 Positieve integratie: harmonisering van nationale wetgeving 207
10.3.2 Negatieve integratie 210
10.4 Enkele beginselen van de interne markt 211
10.4.1 Grensoverschrijdend element (‘Europeesrechtelijke dimensie’), voldoende causaal verband, omgekeerde discriminatie en pure nationale situaties 211
10.4.2 Vrijverkeerregels van toepassing op maatregelen van lidstaten 212
10.4.3 Wederzijdse erkenning en een ‘dubbele last’ 213
10.4.4 Uitzonderingen, rechtvaardigingen en objectieve differentiaties 213
10.4.5 Vormen van discriminatie en hun rechtvaardigingsmogelijkheden 217
11 Het vrij verkeer van goederen 225
11.1 Inleiding 225
11.2 De definitie van goederen 227
11.3 Tarifaire maatregelen 228
11.3.1 Artikel 30 VWEU 229
11.3.2 Beperkingen op artikel 30 VWEU 230
11.3.3 Artikel 110 VWEU 232
11.3.4 Objectieve differentiatie onder artikel 110 VWEU 239
11.4 Non-tarifaire maatregelen 240
11.4.1 Artikel 34 VWEU betreffende de import 241
11.4.2 Beperkingen op artikel 34 VWEU 246
11.4.3 Artikel 35 VWEU betreffende de export 253
11.4.4 Beperkingen op artikel 35 VWEU 256
12 Het vrij verkeer van personen (deel 1): het Unieburgerschap en het vrij verkeer van werknemers 261
12.1 Inleiding 261
12.2 Het vrij verkeer van personen: de economisch actieven en niet-actieven 262
12.3 Het Unieburgerschap en het recht op non-discriminatie 264
12.4 De Personenrichtlijn (Richtlijn 2004/38/EG) 268
12.4.1 Het toepassingsbereik en begunstigden 269
12.4.2 Reisrechten en verblijfsrechten 270
12.5 Beperkingen van het vrij verkeer van personen 272
12.5.1 Uitzondering op het vrij verkeer van personen 273
12.5.2 Rechtvaardigingen bij het vrij verkeer van personen 273
12.6 Het vrij verkeer van werknemers 279
12.6.1 Definitie van het vrij verkeer van werknemers 279
12.6.2 Beperkingen van het vrij verkeer van werknemers 283
13 Het vrij verkeer van personen (deel 2): de vrijheid van vestiging voor zelfstandigen (natuurlijke personen) en ondernemingen (rechtspersonen) binnen de Europese Unie 293
13.1 Inleiding 293
13.2 De vrijheid van vestiging en het onderscheid met andere fundamentele vrijheden 294
13.2.1 De definitie van vestiging 296
13.2.2 Het onderscheid met het vrij verkeer van diensten 297
13.2.3 Het onderscheid met het vrij verkeer van werknemers 298
13.3 De erkenning van buitenlandse beroepskwalificaties en diploma’s 299
13.4 Beperkingen van de vrijheid van vestiging 301
13.4.1 Beperkingen van de vrijheid van vestiging van zelfstandigen/natuurlijke personen 301
13.4.2 Beperkingen van de vrijheid van vestiging van ondernemingen/rechtspersonen 304
13.4.3 Uitzondering op de vrijheid van vestiging 306
13.4.4 Rechtvaardigingen bij de vrijheid van vestiging 307
14 Het vrij verkeer van diensten en kapitaal 315
14.1 Inleiding 315
14.2 De definitie van diensten 317
14.3 Onderscheid tussen het vrij verkeer van diensten en andere vrijheden 320
14.4 Beperkingen van het vrij verkeer van diensten 322
14.4.1 Uitzonderingen op het vrij verkeer van diensten 324
14.4.2 Rechtvaardigingen bij het vrij verkeer van diensten 324
14.5 De Dienstenrichtlijn 329
14.6 Het vrij verkeer van kapitaal 330
14.7 De definitie van kapitaal 331
14.8 Reikwijdte van het vrij verkeer van kapitaal 333
14.9 Beperkingen van het vrij verkeer van kapitaal 335
14.10 Uitzondering op het vrij verkeer van kapitaal 337
14.11 Rechtvaardigingen bij het vrij verkeer van kapitaal 338
14.11.1 Expliciete rechtvaardigingen bij het vrij verkeer van kapitaal 338
14.11.2 Impliciete rechtvaardigingen bij het vrij verkeer van kapitaal 339
15 Het Europese mededingingsrecht 345
15.1 Inleiding 345
15.2 Artikel 101 VWEU betreffende het verbod op kartels en concurrentieverstorende samenwerking 348
15.2.1 Ondernemingen 350
15.2.2 Vormen van samenwerking 351
15.2.3 Beperking van de concurrentie naar strekking of gevolg 353
15.2.4 Invloed op de handel tussen lidstaten 356
15.2.5 Artikel 101 lid 2 VWEU: de gevolgen van een verboden kartelsamenwerking 358
15.2.6 Ontheffingen/vrijstellingen van het kartelverbod 358
15.3 Artikel 102 VWEU: verbod op misbruik van een machtspositie 361
15.3.1 Ondernemingen 363
15.3.2 Dominantie op de markt: machtspositie 364
15.3.3 Dominante machtspositie door een ‘concentratie’ 368
15.3.4 Misbruik van een machtspositie 370
15.3.5 Invloed op de handel tussen lidstaten 372
15.3.6 Objectieve rechtvaardiging 373
15.3.7 De handhaving van de artikelen 101 en 102 VWEU 374
15.4 Artikel 107 VWEU: verbod op staatssteun 379
15.4.1 Een toekenning van een economisch voordeel 381
15.4.2 Voordeel door de staat of met staatsmiddelen gefinanc
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- cadeauboeken
- computer en informatica
- economie
- filosofie
- flora en fauna
- geneeskunde
- geschiedenis
- gezondheid
- jeugd
- juridisch
- koken en eten
- kunst en cultuur
- literatuur en romans
- mens en maatschappij
- naslagwerken
- non-fictie informatief/professioneel
- paramedisch
- psychologie
- reizen
- religie
- schoolboeken
- spiritualiteit
- sport, hobby, lifestyle
- thrillers en spanning
- wetenschap en techniek
- woordenboeken en taal