Citaat: 'Beeldvorming verandert niet door meer aandacht te besteden aan vrouwen als groep, omdat alleen al die aandacht voor het onderwerp vaak direct leidt tot bevestiging.' Nog een citaat: 'De solidariteit en saamhorigheid die er in de tijd van het feminisme was, is er nu niet.'
Zo staan er meer citaten in De gelukkige carrièrevrouw die mensen als Femke Halsema en Margriet van der Linden (Opzij) vermoedelijk de wenkbrauwen doen fronsen. Nestvervuiling van een geslachtsgenoot? Iemand die klaar is met dat zelfmedelijden van vrouwen? Ruijter zit wat dat betreft meer op het spoor van Marike Stellinga (De mythe van het glazen plafond). Frances Ruijter hamert vooral op het moeten van vrouwen; of liever gezegd, op het niet moeten. Vrouwen (en mannen) leggen zo de nadruk op moeten, dat vrouwen vervolgens in de jacht op een carrière helemaal het spoor bijster raken. Prima als een vrouw naar de top wil, betoogt Ruijter, maar dat moet je dan wel met én je hoofd en je hart willen. ‘Als je eenmaal bepaald hebt wat je wilt, wat je belangrijk vindt of hoe jij in elkaar zit, dan volgt de rest meestal van zelf.’
Aardige van dit boek is niet dat het heel vernieuwend is. Het ‘hart-verhaal’ wordt vaker verteld. Het boeiende is dat Ruijter het koppelt aan een kritische blik op het functioneren van vrouwen, vanuit de eigen doelgroep. De boodschap wordt er direct veel krachtiger van. Nog maar eens een voorbeeld. 'Het zelfbeeld van vrouwen blijkt voor een groot deel bepaald te worden door het beeld dat vrouwen van hun eigen uiterlijk hebben.'
'Onbewust houdt dit vrouwen ook nu nog klein. Het lijkt alsof ze voortdurend hun waarde af laten hangen van anderen [..] Het referentiepunt is namelijk nog steeds hetzelfde: mannen. Onafhankelijkheid wordt daarmee een doel op zich [..] Vrouwen zijn minder bereid geld en tijd te investeren in hun eigen ontwikkeling dan mannen.' Citaten te over die het boek zeer leesbaar maken en tot overpeinzing stemmen.
Op pagina 125 vinden we een soort conclusie: ‘Wat willen vrouwen nu zelf echt? Nooit eerder kwam daar zoveel druk op te liggen. De keuzes die vrouwen nu moeten gaan maken, zijn zo wezenlijk dat het hoofd maar maalt en maalt. Het hoofd kan het niet langer alleen af. Het hart is er hard bij nodig. Tenminste, als je de schade voor jezelf wilt beperken.’
Enige wonderlijke in het boek is misschien het laatste hoofdstuk. Dat gaat over uiterlijk. Dat zou je toch niet in een atypisch vrouwenboek verwachten. De auteur laat desgevraagd weten in een interview dat het een hoofdstuk met een knipoog is. Het is bedoeld als een soort accelerator. Snel afhandelen dit probleem, kunnen we ook snel verder.
Nog maar nog eens een citaat tot slot: in dit kader vind ik de ontwikkeling van meer vrouwen aan de top een kwalijke. Omdat de ontplooiing van mensen, vrouwen en mannen op een gelijke manier, nu kan betekenen dat bedrijven gedwongen worden om coûte que coûte meer vrouwen aan de top toe te laten en het gelijkheidsbeginsel daardoor de klos is. Van een vrouw, voor een vrouw.