‘Nu kon iedereen eerst met hun begeleiding bespreken of men mee wilde gaan varen. Daarna zou iedere begeleider of begeleidster aan de hoofdleidster doorgeven, wie er wel wilde meevaren en wie niet, zodat er groepjes van vier gasten gemaakt konden worden.’
Buiten het feit dat Claessens lotgenoten graag wil overtuigen dat het met een beperking heel goed mogelijk is om een fijn leven te hebben, hoopt hij bovendien dat ‘gezonde’ mensen wat meer begrip kunnen opbrengen voor hen die iets mankeren. Nu denk ik dat hij in die eerste missie ruimschoots zal slagen. De tweede zal, zo vrees ik, een utopie blijken. ‘Beperkt en toch genieten’ is namelijk een boek dat, mijns inziens, voornamelijk door ‘lotgenoten’ gelezen zal worden.
‘Wie in de schaduw wilde, kon bij het bosje gaan staan met de rolstoel en de begeleiding ging dan op het gras zitten. Wel moesten ze voor hun gasten een drankje met iets lekkers ophalen aan de daarvoor ingerichte plaats aan de kade, waar alle vier de roeibootjes lagen aangemeerd.’
Mooi detail is overigens dat Claessens opnieuw rekening heeft gehouden met mensen met een visuele beperking. Het boek is in een forse letter gedrukt.
‘Toen zei Jozef: Volgens mij, als ik het goed begrijp, hebben jullie een supervakantie, of heb ik het mis? De heren beaamden dit met de woorden: Het is een geweldige vakantie hoor!’
De schrijfstijl van Claessens is uiterst eenvoudig, maar zijn levensvreugde werkt aanstekelijk en alleen daarmee dwingt de man al respect af. Kortom, ook dit tweede boek is een warm en inspirerend geheel geworden. Veel lotgenoten zullen worden geënthousiasmeerd door levensgenieter Frans Claessens en zijn positieve visie!