'Je tweede carriere' werd geschreven door een breed scala van auteurs, waaronder Pien Heuts, Feico Houweling, Hellen Kooijman en andere arbeidsmarktexperts en -wetenschappers, loopbaanadviseurs en andere professionals die de werkzoekende 45-plusser met hun bijdrage aan dit boek op weg helpen naar ander werk. Wat het, naast de sombere cijfers, ook niet gemakkelijk maakt voor de werkzoekende oudere is de mentaliteit van de meeste werkgevers. Zij zijn niet of nauwelijks ontvankelijk voor de kwaliteiten, expertise, ervaring en levenswijsheid, kortom voor de ervaren jaren van de 45-plusser. En of je nu zelf van baan wilt veranderen of gedwongen op zoek moet naar ander werk, momenteel zijn de kansen op – vlot – ander werk vinden niet bijzonder groot. Alles kommer en kwel? Of geeft 'Je tweede carrière' de inmiddels wanhopig wordende 45-plusser handvatten voor hoopvolle perspectieven in het 'licht' van deze sombere feiten? Het boekje houdt de moed er in met een keur van tips, overzichtsartikelen en ervaringsverhalen van de doelgroep zelf. Vooral die laatste zijn prettig voor de 45-plus lezer, niets zo fijn als gedeelde smart of het opbeurende verhaal van een lotgenoot, want die staan er beide in. Soms is acceptatie de beste weg: inzien dat de recessie de boosdoener is van vijf jaar werkeloosheid, en niet de persoon. De man in kwestie (inmiddels 58), ooit werkzaam in een notariskantoor, deelt nu binnen het UWV zijn ervaringen binnen een werkgroep voor 55-plussers, en overweegt daarnaast nog meer vrijwilligerswerk te doen. Heel anders is weer het verhaal van een dame (51) die van marketingmedewerker bij een bibliotheek switchte naar een zzp-baan als tuinier en zichzelf daar helemaal in terugvond. Die ervaringsverhalen bieden even reële, hoopvolle als confronterende perspectieven aan de lezer van 'Je tweede carrière'. Daarmee wordt ruimte gecreëerd om met een open blik vooruit te blijven kijken én alert te zijn op al te hoog gespannen verwachtingen. De opbouw en hoofdstuktitels van het boek volgen in grote lijnen de onderwerpen die in een loopbaanonderzoek aan de orde kunnen komen: bezinning, oriëntatie, solliciteren, op zoek gaan naar werk, voor jezelf beginnen en studeren. Al die thema's worden door verschillende auteurs vanuit verschillende perspectieven belicht en voorzien de 45-plusser van handvatten en adviezen om zich goed te oriënteren op ander werk en dat ook daadwerkelijk te vinden. Zo kan niemand meer om LinkedIn heen als middel om jezelf goed te presenteren en de aandacht van recruiters te trekken. Het boek legt uit hoe dat in zijn werk gaat. Na een hoofdstuk over de waarde van ervaren generaties sluit het boek af met enkele oefeningen die de lezer al enig zelfinzicht bieden. De presentatie van zoveel wegen naar Rome is een wat veilige formule waarin iedereen wel iets van zijn gading vindt, maar waaruit niet één duidelijke stem spreekt. Het risico is dat de werkzoekende 45-plusser behalve een loopbaankeuze er nog een keuze bij krijgt: 'Naar wie in de boekje moet ik nou luisteren? Naar de verhalen van mijn lotgenoten en andere geïnterviewde of naar de loopbaanadviseurs die in het boekje hun diensten aan de man brengen?' Maar misschien is dat aanbod van mogelijkheden ook wel goed. Wie zelf hernieuwd richting aan de eigen carrière wil geven moet behalve op het verstand ook op het gevoel vertrouwen en die adviezen ter harte nemen die voor hem of haar het beste voelen. 'Je tweede carrière' slaagt er zeker in voldoende strategieën aan te reiken die een uitweg uit of berusting in het 45-plus dilemma bieden.
Recensie
Je tweede carrière
Alles is een kwestie van perspectief maar de statistieken waarmee de 45-plus werkzoekende in Je tweede Carrière om de oren wordt gegooid stemmen bepaald niet vrolijk. Bleef het aantal werkloze 45-plussers tot 2008 – toen een ook al een verontrustende 235.000 – nog redelijk stabiel, sinds 2012 rijst het de pan uit tot nagenoeg 300.000. Het boek biedt de 45-plusser die ander werk zoekt een veelheid van inzichten, handvatten en verschillende manieren om de uitdagingen van de huidige arbeidsmarkt tegemoet te treden.
Arnold Veenhoff
|
28 november 2013