De moderne organisatie zoals wij die kennen is het product van een eeuwenlang voortbrengingsproces waarin de mens zich heeft ontworstelt aan zijn natuurlijke oorsprong. Werkend in virtuele, flexibele of fluïde organisaties zijn we ons nauwelijks meer bewust van de unieke menselijke waarden en eigenschappen die we zijn verloren of over boord hebben gegooid. Maar gelukkig zijn er ook in de huidige tijd weer kritische geesten die hun omgeving tot de orde roepen en uitnodigen tot reflectie en discussie over fundamentele vraagstukken. Zoals Adriaan Bekman, die met ‘Bezieling, filosofie van het georganiseerde leven ‘ een poging doet tot herwaardering van de menselijke ziel als bron voor het menselijk organiseren. Laat het meteen duidelijk zijn, ‘Bezieling’ is beslist geen boek voor lezers met slappe polsen of een geringe filosofische belangstelling. Want voor het schrijven van zijn vuistdikke verhandeling heeft de organisatieadviseur Bekman de pen voor een belangrijk deel overgedragen aan de filosoof Bekman. En het specifieke jargon waar de auteur zich van bedient maakt het lezen van Bezieling niet altijd tot een gemakkelijke en plezierige bezigheid. Bekman wil met zijn boek wezenlijke ‘wortelvragen’ beantwoorden de betrekking hebben op de oorsprong, ziel en vrijheid van de mens. Dit binnen de context van het georganiseerde leven. En bij georganiseerd leven moeten we niet meteen denken aan de verschillende (maatschappelijke of bedrijfsmatige) organisatievormen die we kennen. Bekman geeft er de diepere betekenis aan van ‘door de mens gecreëerde contexten als manifestaties van een zich ontwikkelende ziel’. Het kernvraagstuk van deze verhandeling luidt: ‘Is de mens in staat zijn eigen werkelijkheid zo te veranderen en te vernieuwen dat de mens daaraan een ontwikkeling in bewustzijn, in zielen-zijn doormaakt en daarin zichzelf transformeert tot een bewuster wezen in een kosmisch/natuurlijk context, die de mens op aarde aantreft?’ Nadat de lezer deze vraagstelling heeft doorgrond neemt Bekman hem, via een geschiedenis van 2500 jaar filosoferen over de menselijke oorsprong, ziel en vrijheid, mee naar het land waarin hij zijn eigen filosofie van het georganiseerde leven uiteenzet. De reiziger die gewend is op zijn kompas van de organisatiekennis te vertrouwen, begint hier aan een onzeker avontuur. Bekman ziet alle vormen van organisatie als zielenverschijnselen. In dat licht definieert hij organisaties in het hoofdstuk ‘De werking van de vrije ik-ziel in het georganiseerde leven’ als: de manifestatie van de menselijke wil tot beheersing en ontplooiing van de uit de kosmisch-natuurlijke wereld vrijgemaakte krachten met zijn eigen constructen. Vanuit het gezichtspunt van het zielenverschijnsel laat Bekman zijn licht schijnen op klassieke organisatiekundige onderwerpen als leiderschap, procesinrichting en het samenwerken in groepen. Daarvoor put hij uit een taal die niet voor iedereen vertrouwd en herkenbaar zal zijn. Bijvoorbeeld als hij ontdekt ‘… hoe in de levenspraktijk van organisaties bezieling tot stand komt wanneer bepaalde zielenkwaliteiten samenkomen doordat betrokken mensen hun ik in de ziel richting geven’. Ook leren we van Bekman dat het probleemoplossingsproces 5 zielenfasen kent, het sturen van processen een dialogisch en biografisch gebeuren is en dat in een cultuur van genade mensen fouten mogen maken. En het is helaas niet alleen de taal van Bekman die de lezer herhaaldelijk in verleiding brengt het boek terzijde te leggen. Ook de praktijkvoorbeelden en adviezen die Bekman aan zijn theorie verbindt, zijn vaak zo alledaags en oppervlakkig dat ze nauwelijks meer serieus te nemen zijn. De lezer die zich hierdoor niet laat afleiden beseft dat hij boek leest van een auteur met een serieuze boodschap voor de wereld. Bekman lijkt de kilte en vervreemding die in veel organisaties heerst te willen doorbreken. Hij gebruikt het begrip ziel als metafoor en de weg waarlangs mensen elkaar weer durven te zien in hun volledige en kwetsbare gedaante en hun hart durven open te stellen voor anderen. En dat zijn in onze tijd van virtuele netwerkorganisaties, digitale samenwerkingsvormen klantcontacten en gefingeerde vriendschappen op internet, geen onbelangrijke kwaliteiten. Dit laat onverlet dat Bekman te veel woorden nodig heeft om zijn boodschap over het voetlicht te brengen. Ook gaat hij regelmatig te ver in zijn bekeringsdrift en verliest hij zichzelf én de lezer in zijn eigen idealisme en hoogdravendheid. Daardoor valt te betwijfelen of hij met zijn boek wel het publiek bereikt dat op zoek is naar antwoorden op de zingevingsvragen van deze tijd.
Over Jan Boerstra
Jan Boerstra is senior organisatieadviseur en projectleider bij de provincie Flevoland.