Zijn ze daar in geslaagd? Wat mij betreft gedeeltelijk. Het boek geeft een boeiende analyse hoe mensen kunnen worden beïnvloed, hoe bijvoorbeeld sekten werken. Waar het boek wat mij betreft tekort schiet, is daar waar die inzichten worden geëxtrapoleerd naar een domein waar nog niet veel van bekend is. Het zal ook niet makkelijk zijn een dergelijke analyse uit te voeren binnen een terroristische groep.
Het moment waarop ik de laatste bladzijde van dit boek omsloeg, ligt ongeveer twee weken terug. Meestal begin ik dan vrij snel daarna met het schrijven van een recensie, maar om de een of andere reden wilde dat niet snel vlotten met 'In iedereen schuilt een terrorist'. Het boek hield me bezig, niet omdat het ingewikkeld geschreven is of zo, juist niet! Meertens, Prins en Doosje beschrijven kernachtig welke krachtige instrumenten er binnen groepen gebruikt kunnen worden en worden om mensen te beïnvloeden. Bijvoorbeeld wordt er een uitleg gegeven van de verschillende soorten van macht die er zijn. Neem de beloningsmacht: ik ben in de positie om jou wat te geven als jij wat voor mij doet. Natuurlijk is de tegenhanger daarvan, de bestraffingsmacht: ik ben in de positie om je te straffen als jij iets niet doet. De wijze waarop deze machten worden ingezet, zegt iets over het gevoel van een lid in een groep, voelt hij zich betrokken of wordt hij als een zonderling, een paria gezien en behandeld? En wat zijn dan zijn intenties om er bij te willen horen? Overigens gaat dat twee kanten op - zowel een proces waarbij de maatschappij versus een burger acteert (reden om af te gaan wijken) of een groep versus een lid van die groep. Boeiend om te lezen is het gedeelte over cognitieve dissonanties en wat dat met je doet. Tja, en hoe leg je dat hier uit? Mij is bijgebleven dat een mens van nature streeft naar een gunstig zelfbeeld en als dat geweld aan wordt gedaan, rationaliseert hij dat weg of wordt hij daar lijdzaam onder. Bijvoorbeeld: 'Mensen in mijn omgeving vinden mij dom, dus zal ik dat ook wel zijn', of: 'Roken is ongezond maar ja dat is veel en vet eten ook'. In termen van dit boek betekent dat, dat de cognitieve dissonantie van sekteleden zo groot kan zijn dat de leden zeer sterk gemotiveerd zijn en er niet aan denken dat ze de sekte zouden verlaten. Men komt in een vacuüm. In het boek wordt ook aandacht besteed aan beïnvloedingsprocessen in groepen. Bijvoorbeeld waar het gaat om groepsconform gedrag, het onderscheidende vermogen (zoals Hells Angels) of bijvoorbeeld het groepsdenken (groupthink). Van dat laatste wordt als voorbeeld genoemd de gedrevenheid waarmee Bush in 2003 beargumenteerde waarom Amerika Irak moest binnenvallen. Bij deze beslissingen vallen vaak de normale argumentaties en rationele denkprocessen en besluitvorming vaak volledig weg. Het boek is waardevol waar het een beschrijving geeft hoe beïnvloedingsprocessen kunnen werken. Het is logisch waar het de reacties beschrijft die je helpen het gevaar te beteugelen, zonder vanuit de sociale psychologie het pasklare antwoord te kunnen geven. Bijvoorbeeld door met elkaar in gesprek te blijven. Ik volg de auteurs waar ze beschrijven hoe een mens, een lid van een groep, beïnvloed kan worden en zelfs extreem kan veranderen. Wat ik echter mis, is de brug naar het terrorisme, daar wordt te vaak gezegd dat het 'kan' (men extrapoleert vanuit een bekende omgeving) en dat is ook wel logisch want zo ver mij bekend, zijn er nog geen studies verricht met en onder terroristen om te onderzoeken hoe zij nou daadwerkelijk terrorist zijn geworden. Het is van buiten naar binnen kijken, zonder daar binnen te zijn geweest.
Over Dick Bos
Dick Bos (1958) studeerde onder andere Rechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Bedrijfskunde aan de NCOI Business School (MBA). Daarnaast voltooide hij naast tal van managementcursussen de opleiding tot gecertificeerd compliance officer bij het NIBE-SVV. Hij is nu werkzaam bij Rijkswaterstaat.