Coaching gaat over zakelijk succes, over radicale innovatie en behelst veel meer dan een programma van geleidelijke, algemene verbetering. Coaching gaat over persoonlijke en organisatorische vernieuwing, niet over leiderschapsassessments of organisatorische ontwikkeling. Die meer traditionele opvattingen van coaching hebben volgens Hargrove zeker hun waarde gehad, maar ze hebben, gezien de eisen die gesteld worden door de veranderde omstandigheden, de toegenomen complexiteit en de verhevigde concurrentie van tegenwoordig, hun beste tijd wel gehad.
Elk coachingtraject zou in wezen een vertelling over de zoektocht van een individu (of een team) naar een onmogelijke toekomst moeten zijn. In de praktijk lijkt zo'n proces minder op een logische sequentie dan op een opeenvolging van allerlei onverwachte ontwikkelingen en gebeurtenissen. De kernopdracht van meesterlijk coachen wordt in dit gelijknamige boek geformuleerd als het vermogen aankweken om een onmogelijke toekomst van de gecoachte te verwezenlijken en transformationele veranderingen teweeg te brengen. Dit proces begint met luisteren, gevolgd door het stellen van prikkelende vragen, die erop gericht zijn om doelstellingen en ambities die mensen koesteren aan het licht te brengen.
De hoeksteen van de methode en van het boek als geheel wordt gevormd door gesprekken als basis van ieder coachtraject. Meesterlijk coachen betekent het vermogen hebben om bewust een klimaat te scheppen waarin uitzonderlijke gesprekken kunnen plaatsvinden. De methode gaat over het ontdekken en het in praktijk brengen van je eigen vermogen om dit soort gesprekken op consistente wijze met anderen te kunnen voeren. Het gaat over het verwerven van een krachtige, altijd oproepbare en bewezen succesvolle techniek, die je te allen tijde in staat zal stellen om effectieve gesprekken met mensen te voeren. De gesprekken moeten deze mensen op hun beurt in staat stellen om zichzelf en hun organisatie opnieuw uit te vinden. Volgens Hargroves opvatting begint coaching met luisteren, niet met praten. Meestercoaches, zoals hij ze noemt, weten dat goed coachen niet zit in wat ze zelf zeggen, maar in hoe mensen daarnaar luisteren. Daarom presenteren ze wat ze tegen mensen zeggen bewust als een geschenk, een mogelijkheid om te leren, in plaats van als een bedreiging of een kleinering. Ze zeggen precies datgene wat het verschil kan maken. En als de mensen die ze aan het coachen zijn na enkele maanden nog steeds geen progressie geboekt hebben, zullen meestercoaches nooit beweren dat het aan de gecoachte ligt; in plaats daarvan zullen ze inzien dat ze op een of andere manier gefaald hebben als coach en zullen ze een andere aanpak zoeken. Heel deel drie van 'Meesterlijk Coachen' is ingeruimd voor een minutieuze beschrijving van dergelijke gesprekken, idealiter twaalf stuks, verdeeld over een periode van een jaar. Zo'n serie gesprekken zou teweeg moeten brengen wat de methode beoogt, het realiseren van zo'n onmogelijke toekomst. In vind dat nogal Amerikaans aandoen en kan mij niet voorstellen dat veel professioneel werkende coaches in Nederland zich heel strak aan het door Hargrove geopperde schema zullen houden. Zelf beschouw ik dit boek en de methode van Meesterlijk Coachen dan ook als een 'snoeptrommel' waarin ik in mijn praktijk vrijelijk mag graaien en toepassen wat zich op enig moment aandient en nodig is. Gelukkig weet Robert Hargrove zijn aanpak wel te relativeren en te nuanceren in 'een overdenking tot slot': 'We leven in een cultuur die niet gericht is op rentmeesterschap en dienstbaarheid, maar op het nastreven van eigenbelang. We leiden, managen en coachen mensen vanuit deze intentie, waarbij we doelstellingen hanteren die we voordoen als organisatorische ambities, maar die in feite slechts persoonlijke ambities representeren. We houden geen rekening met datgene waar mensen hartstochtelijk in geloven, noch met wat ze werkelijk willen bereiken. [...] Meesterlijk Coachen begint als iemand in de spiegel kijkt en zich afvraagt wat werkelijk belangrijk voor hem is en hij erachter komt dat hij een diepgevoelde betrokkenheid heeft. Deze ontdekking leidt vanzelf naar het gevoel van rentmeesterschap, naar de keuze voor dienstbaarheid in plaats van eigenbelang, naar het verder en beter kijken dan alleen maar naar morgen of volgende week.' Dit leest echt als een contrast ten opzichte van de methode Hargrove. In tegenstelling tot het van amerikanismen doorspekte dat deze overdenking voorafgaat, is dit dan wel weer een heel rijnlands verhaal ... Maar laat ons dit dan maar in het achterhoofd houden bij het toepassen van de methode.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.