Het oorspronkelijk Duitstalige boek stamt uit 2007 en is samengesteld door René Lüchinger, hoofdredacteur van het Zwitserse zakenblad 'Bilanz'. Samen met zijn zes coauteurs behandelt hij in kort bestek twaalf economen: Adam Smith, David Ricardo, Karl Marx, Léon Walras, John Maynard Keynes, Friedrich August von Hayek, Peter F. Drucker, Milton Friedman, John Forbes Nash, Amartya Sen, Hernando de Soto en Joseph Stiglitz. Of dit echt de twaalf belangrijkste economische denkers aller tijden zijn, valt natuurlijk te betwisten - bij elk lijstje met die pretentie kun je vraagtekens plaatsen. Waar zijn bijvoorbeeld Joseph Schumpeter, Paul Samuelson en Paul Krugman? Of onze eigen Jan Tinbergen, in 1969 winnaar van de eerste Nobelprijs voor de Economie? Behalve de - niet verantwoorde - selectie van juist deze twaalf geleerden kent het boek wel meer zwaktes.
De verschillende bijdragen lijken nauwelijks op elkaar afgestemd, hoewel een aantal kaders in elk hoofdstuk terugkomen, met bijvoorbeeld biografische informatie en de belangrijkste werken van de besproken econoom. Sommige auteurs staan uitvoerig stil bij de levensgeschiedenis van 'hun' econoom, andere doen dat veel minder. In sommige hoofdstukken wordt de (politieke, historische, sociaal-economische) context uitdrukkelijk besproken, in andere gebeurt dat nauwelijks. En sommige bijdragen gaan tamelijk uitgebreid in op een bepaald centraal thema in het werk van een econoom (bijvoorbeeld de verdelingstheorie van Ricardo), andere blijven steken in een wel heel algemene beschrijving van werk en leven. Een groot bezwaar vind ik verder dat de verschillende hoofdstukken gezamenlijk nauwelijks een totaalbeeld opleveren van de ontwikkeling van de economie als wetenschap. Iedere auteur heeft zich beperkt tot zijn of haar eigen econoom en hoewel die allemaal natuurlijk reageren op hun voorgangers en vakgenoten, brengt dit boek de ontwikkeling van de economie als geheel zeker niet in kaart, zoals de achterflap belooft. De enige synthese biedt de inleiding van Stefan Barmettler, die in vogelvlucht economische concepten avant la lettre bespreekt vanaf de Chinese staatsman Kuang Chung (7de eeuw voor Christus) tot aan Adam Smith, die algemeen wordt gezien als de grondlegger van de economische wetenschap in moderne zin. Het is interessant te lezen dat zaken als handel, geld en prijsbepaling van meet af aan werden gekoppeld, of zelfs ondergeschikt gemaakt aan morele overwegingen, en dat het nastreven van winst en het berekenen van rente tot ver in de moderne tijd algemeen als zondig werden gezien. Ook bij Adam Smith staat de moraal nog voorop; de bedenker van de 'onzichtbare hand' was geen voorstander van een ongebreideld kapitalisme en zou een kreet als 'greed is good' nooit voor zijn rekening hebben genomen. Het is jammer dat een dergelijke synthese ontbreekt voor de rest van het boek (en dus van de geschiedenis) en dat je na lezing blijft zitten met de vraag hoe alle besproken modellen, opvattingen, vragen en antwoorden zich tot elkaar verhouden. Je gaat je dan namelijk meteen afvragen welk doel überhaupt gediend is met uitgave van dit boek; elk afzonderlijk hoofdstuk biedt immers nauwelijks meer informatie (of soms zelfs minder) dan het aan de betreffende econoom gewijde lemma van Wikipedia. Toch kan het lezen van dit boek geen kwaad te midden van de dagelijkse overkill aan economische 'informatie'. Het valt je dan bijvoorbeeld op dat economen al eeuwen systematisch uitgaan van ideale situaties en modellen, die niet of onvoldoende getoetst zijn aan de werkelijkheid. Of dat ze, met hun exclusieve focus op de berekenende 'homo economicus', het bestaan van emoties en andere onvoorspelbare drijfveren meestal compleet negeren. Aan het eind van het boek zegt Joseph Stiglitz dat dit laatste 'dogma' pas nu begint af te brokkelen: 'een nauwkeuriger onderzoek van menselijk gedrag, de samenwerking van economie, psychologie en zelfs neurologie behoort tot de toekomst van de economische wetenschap' (p. 186). Daarbij gaat hij overigens voorbij aan het werk van bijvoorbeeld Daniel Kahneman (nog een Nobelprijswinnaar die in dit boek ontbreekt), die al ruim dertig jaar onderzoek doet op precies dit snijvlak tussen psychologie en economie. Het toont eens te meer aan dat de mainstream economie nog een lange weg te gaan heeft voor we echt blind kunnen varen op haar vaak met veel aplomb gebrachte wijsheden.