Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Column

De rechtszaak tegen de martelpsychologen van de CIA

Een rechtszaak tegen twee psychologen die hielpen het martelprogramma van de CIA op te zetten na de aanslagen van 11 september is onlangs geschikt. Daarmee kwam een einde aan een zaak die een luguber inzicht bood in de manier waarop bekende psychologische theorieën werden gebruikt om gevangenen te breken.

Ger Post | 11 september 2017 | 8-11 minuten leestijd

Als begin 2002 Amerikaanse militairen Al Qaeda’s nummer 3, Abu Zubaydah, gevangennemen, vliegen twee psychologen naar Thailand om hem daar te verhoren. John ‘Bruce’ Jessen en James Mitchell hebben de goedkeuring van het Ministerie van Justitie om het verweer van de gevangene te breken volgens tien methodes. Ze mogen de verdachte bijvoorbeeld in het gezicht slaan, hem opsluiten in een krappe, donkere ruimte (‘maximaal 18 uur’), hem opsluiten in een kleine ruimte en met een insect (Zubaydah heeft aangegeven dat hij bang is voor insecten) en hem elf dagen achtereen twintig uur per dag uit zijn slaap houden met harde rockmuziek.

Ook mogen ze de verdachte waterboarden, een marteltechniek waarbij iemand het gevoel heeft dat hij verdrinkt (zie dit filmpje waarin auteur Christopher Hitchkens zich aan de techniek onderwerpt). Hitchkens laat de procedure al na luttele seconden stoppen door twee ijzeren buizen uit zijn handen te laten vallen. Bij Zubaydah stopt het waterboarden wanneer hij spastische bewegingen begint te maken met zijn benen en buik, waarop hij overeind mag komen om vrijuit te ademen en geregeld hysterisch om genade vraagt.

Uit een geheime communicatie in handen van de New York Times blijkt dat Zubaydah tijdens het waterboarden zo gestrest is dat er van ‘effectief communiceren’ met hem geen sprake meer is. De psychologen vertellen tijdens de rechtszaak dat ze daarom wilden stoppen met waterboarden, maar dat ze onder druk werden gezet om door te gaan. Mitchell verklaarde dat mensen van de CIA tegen hem zeiden: ‘Er komt een nieuwe aanval in Amerika en het bloed van de dode burgers zal aan jullie handen kleven.’ In totaal wordt Zubaydah 83 keer gewaterboard.

Als Jessen en Mitchell naar Thailand vliegen, hebben ze nog nooit iemand gemarteld. Maar in de vijf jaar erop zijn hun ‘brute ondervragingstechnieken’ (zoals een senaatscommissie ze later zal beschrijven) de standaard voor de martelingen van 119 verdachten van terrorisme. Hoe kwamen ze op hun ideeën? Allereerst vonden ze inspiratie in het werk van een beroemde collega, Martin Seligman.

Geleerde hulpeloosheid
In de jaren ’70 zette Martin Seligman een experiment op dat zijn carrière en faam zou tekenen. De psycholoog toonde in een experiment met honden aan dat wanneer het beest de controle over zijn situatie werd ontnomen, dit zijn verzet kon breken.

De setting van het experiment was als volgt: twee honden werden tegelijk in verschillende boxen gestopt. De twee boxen stonden onder stroom en waren aan elkaar gekoppeld, hetgeen betekende dat de honden in deze kooien precies dezelfde stroomschokken zouden krijgen. Het verschil tussen de eerste en de tweede box was dat de hond in de eerste kooi de schokken voor beide boxen kon stoppen door zijn neus tegen een panel te drukken. De hond in de tweede box had eenzelfde panel, maar het indrukken hiervan stopte de schokken niet.

Hond 1 leerde dus dat hij, wanneer hij pijn leed, dit kon stoppen. Terwijl hond 2 leerde dat hij geen enkele controle over zijn pijnlijke situatie had – hij moest wachten tot het voorbij was. Seligman verwachtte dat hiermee het verzet van hond 2 was gebroken. Het gevolg van wat de psycholoog ‘geleerde hulpeloosheid’ noemde, werd de volgende dag zichtbaar.

In het tweede deel van het experiment werden de honden naar een andere box gebracht voor een volgende test. Deze box had twee compartimenten die van elkaar werden gescheiden door een lage muur. Opnieuw kregen de honden stroomschokken, alleen konden ze dit keer allemaal aan de pijn ontsnappen door over het muurtje te springen naar het andere deel van de kooi. Als een hond de dag ervoor de schokken had kunnen stoppen, dan sprong hij snel over het muurtje. Maar als een hond had geleerd dat hij hulpeloos was, dan gaf hij snel op. Seligman schrijft in Learned Optimism: ‘Het gaf snel op en ging liggen, ondanks dat hij regelmatig een schok kreeg in de box. De hond vond nooit uit dat het aan de schok kon ontsnappen door simpelweg naar het andere gedeelte te springen.’

In de jaren die volgden vonden Seligman en vele van zijn collega’s hetzelfde effect terug bij andere dieren en mensen. Telkens vonden ze hetzelfde: als bij een dier de verwachting was gecreëerd dat het niet aan zijn lot kon ontsnappen, dan stopte het op andere momenten en in andere situaties met proberen. Het verzet was gebroken.

Marteltechnieken
Tot zijn schrik hoort de beroemde psycholoog Martin Seligman dat zijn theorie van ‘geleerde hulpeloosheid’ is gebruikt als uitgangspunt van de verhoormethoden. De theorie van geleerde hulpeloosheid is gebruikt voor de verantwoording van de martelmethodes. Mitchell blijkt zelfs de hand van Seligman te hebben geschud in zijn eigen huis, tijdens een brainstormsessie over hoe om te gaan met moslimextremisme.

Mitchell is ervan overtuigd dat als een terrorismeverdachte geleerd kan worden dat hij hulpeloos is – net zoals de honden in de eerste experimenten van Seligman – dit ervoor zorgt dat de verdachte aan de eisen van de ondervragers zal voldoen – en informatie zal prijsgeven. Veel ervaren ondervragers zijn het niet met de psycholoog eens, omdat de gevangene volgens hen zo gedemoraliseerd zou raken dat hij van alles zou zeggen om de ondervragers te pleasen. Die informatie zou onbetrouwbaar zijn.

Mitchell en Jessen weten de CIA en het Ministerie van Justitie wél te overtuigen. Ze schrijven een plan dat gebaseerd is op het idee van geleerde hulpeloosheid, gecombineerd met technieken die ze kennen uit het SERE-programma dat de Amerikaanse regering halverwege de vorige eeuw opzette om militairen voor te bereiden op gevangenschap en martelingen. Mitchell en Jessen voeren nepondervragingen uit in dit programma, waarbij ze gebruik maken van vergelijkbare methodes die ze later op terrorismeverdachten zullen toepassen, waaronder eenzame opsluiting, zintuigelijke deprivatie (blinddoek en koptelefoon), slaapdeprivatie en – in enkele gevallen – waterboarding.

Een belangrijk argument voor het Ministerie van Justitie om voor het plan van Jessen en Mitchell te kiezen, zo blijkt uit communicatie tussen de psychologen en het ministerie, was dat verdachten geen ‘blijvende fysieke of mentale’ gebreken zouden overhouden aan de martelingen. Dat blijkt een nogal naïeve veronderstelling aangezien Seligman vanaf het moment dat hij geleerde hulpeloosheid voor het eerst beschreef het in verband bracht met angststoornissen en depressie. Onderzoeken onder slachtoffers van martelingen laten dan ook zien dat twee derde van de mensen die zo’n 14 dagen in isolatie hadden gezeten jaren later nog lijden aan serieuze ‘mentale symptomen’. Van de ruim 100 mensen die geblinddoekt waren geweest, had 72 procent mentale symptomen. En slachtoffers van martelingen onder het regime van de Chileense generaal Augusto Pinochet leden aan een ‘wantrouwen dat in de buurt kwam van paranoia’ en ze leden aan een ‘desinteresse dat alles dat men kende uit angststoornissen ver overschreed.’

Dat het niet alleen bij mentale beschadigingen bleef, blijkt uit onderzoeken naar de enhanced interrogation techniques van de CIA. De technieken die Jessen en Mitchell hebben uitgedacht blijken soms slechts het begin te zijn, want de drie aanklagers blijken ook de meest harde martelmethoden te ondergaan, waaronder overgoten worden met ijskoud water, anale penetratie en gesimuleerde executies. Een van de drie slachtoffers raakt onderkoeld na deze verhoormethoden en overlijdt, zo bleek uit een onderzoek naar zijn dood.

Holocaust
De familie van het overleden slachtoffer, Gul Rahman, en twee andere slachtoffers die de martelingen wel overleefden, Suleiman Abdullah Salim en Mohamed Ahmed Ben Soud,

startten twee jaar geleden een rechtszaak tegen Jessen en Mitchell, die ze verantwoordelijk houden voor het helpen bij de martelingen die ze ondergingen. Op basis van de theorie van hulpeloosheid en hun ervaringen in het SERE-programma maakten zij immers een blauwdruk voor de martelingen, pleitten de advocaten van de aanklagers.

Opvallend was dat de advocaten van de twee psychologen in de verdediging refereerden aan het Proces van Neurenberg om te onderbouwen dat het niet de verantwoordelijkheid van Jessen en Mitchell was dat de martelingen werden uitgevoerd. Een technicus in een bedrijf dat gifgas maakte dat gebruikt werd in Auschwitz werd vrijgesproken door een Brits militair tribunaal omdat hij niet in de positie was om te voorkomen dat gas aan het concentratiekamp zou worden geleverd. Ook Mitchell en Jessen ‘hadden geen “invloed” over het toepassen van EITs [enhanced interogation techniques] op onbekende gevangenen die werden geselecteerd door de CIA’, zo schreven de advocaten.

De aanklagers hadden een andere interpretatie van het Proces van Neurenberg. Zij stelden juist dat ondernemers verantwoordelijk zijn wanneer ze ervoor kiezen om onwettige middelen leveren voor oorlogsmisdaden en daar geld mee verdienen. In dezelfde casus die de advocaten van Mitchell en Jessen citeren, werd de eigenaar van een bedrijf dat Zyklon B aan de Nazis verkocht schuldig bevonden – ‘ondanks dat de Nazis uiteindelijk beslisten wie van de gevangenen zou worden vergast’.

Mitchell en Jessen bedachten de martelmethoden die de CIA gebruikte, testten ze persoonlijk op de eerste gevangene Zabudaydah en verdienden 81 miljoen dollar aan het martelprogramma. ‘Geld verdienen om de technieken voor martelen te leveren is niet “gewoon zakendoen”. Het is illegaal,’ concludeerde een advocaat van de aanklagers.

De uiteindelijke schikking vierden de aanklagers als een overwinning. Zo vertelde Ben Soud aan de New York Times: ‘Dit voelt als gerechtigheid. Dat was vanaf het begin ons doel en om mensen te laten weten wat er is gebeurd in dat zwarte gat dat werd gerund door de CIA.’ Of hij en zijn medeaanklagers financiële genoegdoening hebben gekregen is onduidelijk, omdat de voorwaarden van de schikking geheim zijn.

Mitchell liet in dezelfde krant weten dat hij het ‘spijtig vond dat een man is overleden en die andere mannen zo slecht behandeld werden. Wij hadden er niets mee te maken. We zijn er niet verantwoordelijk voor. Ze zeggen dat we het zijn, maar volgens mij hebben ze het verkeerd.’

Over Ger Post
Ger Post (1981) studeerde journalistiek en cognitieve neurowetenschappen en is nu docent brain and cognitive sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Naast handboeken over interdisciplinair onderzoek, schrijft hij als journalist stukken over hersenonderzoek voor De Neuroloog en Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden