Toen je tegen de veertig liep, ontdekte je opeens dat je zelf een pleaser was. Hoe kwam je daar achter?
Aanvankelijk dacht ik dat ik gewoon empathisch was, een gevoelig, hulpvaardig mens. Mensen waardeerden dat ook in mij. Soms besefte ik wel dat ik aan het kortste eind trok, maar dat hoorde erbij, dacht ik. Tegelijk zorgde het voor onrust. Als ik eens niet deed wat mensen van mij verwachtten, voelde ik me onder druk gezet om het toch te doen. Daardoor kreeg ik het gevoel dat het nooit goed genoeg was. Ik wilde gewoon aardig gevonden worden.
Toen ik echter voor mijn opleiding cognitieve gedragstherapie in leertherapie ging, kreeg ik een spiegel voorgehouden en ontdekte ik de keerzijde van mijn gedrag. Ik heb me jarenlang zodanig aangepast aan anderen, zowel in mijn jeugd als in mijn relaties, dat ik niet anders meer wist. Ik kon mijn eigen hart niet meer volgen. Mijn therapeut vroeg: maar waar is je boosheid? Hoezo, dacht ik, ik ben helemaal niet boos. Boos zijn vond ik lelijk.
Maar door met mijn therapeut bepaalde ervaringen uit mijn verleden te bespreken kwamen de boosheid en het verdriet toch los. Ik ontdekte dat ik was geparentificeerd, ik was de moeder van mijn moeder geweest. Ik had me volwassen gedragen, terwijl ik eigenlijk buiten had moeten spelen zoals andere meisjes van mijn leeftijd. In de jaren die volgden ontdekte ik dat ik had geleefd met een heel cluster van overtuigingen waarmee ik mensen altijd maar weer had proberen te pleasen. Ik ontleende er mijn zelfbeeld aan. Later, toen ik het DSM-handboek bestudeerde, ontdekte ik aan de hand van de criteria dat het in feite een sociale angststoornis is, die heel goed behandeld kon worden.
Je werkte zelf al als psycholoog. Ging je hele wereldbeeld niet onderuit?
Nee, het was gewoon een facet van mij dat in de schaduw was gebleven en dat nu werd belicht. Pleasers kunnen heel goed functioneren, vaak besef je niet eens dat ze pleasers zijn. Mensen kunnen dat heel geraffineerd verbergen. Soms omdat ze mondig zijn, soms omdat ze een goed gevoel voor humor hebben en hun problemen daarmee verzachten. Iedereen heeft zo zijn overlevingsstrategieën. Alleen als je erin vastloopt, wordt het een probleem. Ik denk dat ik erin was vastgelopen als ik er niets aan had gedaan. Dan was ik zeker overbelast thuis komen te zitten met een burn-out.
Laten we het toespitsen op de professionele omgeving. In relaties met andere typen mensen kan het best werken, pleaserig gedrag, maar waar gaat het mis op de werkvloer?
Je hebt eigenlijk twee kanten. Bij de pleasers gaat het meestal mis omdat ze systematisch over hun grenzen gaan en dat niet voelen. Op een gegeven moment gaat hun lichaam protesteren: hoofdpijn, last van de schouders en de nek, en ook lage rugpijn komt veel voor. Zo kunnen ze humeurig worden of een kort lontje krijgen. Dan zijn ze te ver verwijderd van zichzelf geraakt. Maar ook bij de mensen die te maken hebben met perfecte pleasers kan het misgaan. Pleaserig gedrag leidt tot irritatie, omdat pleasers nooit duidelijk zeggen waar het op staat. Ze maken nooit duidelijk hoe ze het zelf zien, wat ze voelen of waar hun grenzen liggen. En daar kunnen mensen tabak van krijgen, omdat zij de knopen moeten doorhakken.
Je beschrijft in je boek naast de pleasers nog drie typen mensen, de klagers, de bulldozers en de solisten. Zullen de pleasers de eerste zijn die burnout-klachten krijgen?
Ik heb geen statistieken, maar ik denk inderdaad dat de pleasers daar wel als eerste last van krijgen. De bulldozers staan op nummer twee. Die voelen hun grenzen evenmin. Het zijn assertieve, prestatiegerichte mensen, die het niet zoveel uitmaakt hoe anderen over hun denken. Ze zijn gericht op status en invloed, met snelle auto’s en verantwoordelijke banen. Daardoor zijn ze zo daadkrachtig dat ze snel over hun eigen grenzen gaan. Ik heb eens iemand uit deze categorie meegemaakt die zestien of zeventien koppen koffie per dag dronk om maar door te kunnen gaan.
Met je therapie probeer je mensen te helpen evenwichtskunstenaars te worden, autonome mensen. Wat versta je daaronder?
Een evenwichtskunstenaar durft ruimte in te nemen, maar wel met respect voor anderen. In De perfecte pleaser gebruik ik de vakterm emotionele validatie. Misschien wat ingewikkeld, maar in de kern is dat wat je moet doen. Als autonoom mens durf je je emoties te erkennen. Dan gaat er een wereld voor je open, omdat je ineens beseft hoeveel emoties je hebt onderdrukt, vermeden, gerationaliseerd of wat dan ook. En zodra je dat durft toe te laten, zul je ook in staat zijn dat voor anderen te doen, zonder grenzeloos te worden. Wanneer je die stap durft te zetten, merk je dat er echt een hoop energie vrijkomt. Mensen voelen zich op zo’n moment echt bevrijd.
Hoe ga je te werk?
Ik heb een opleiding in de cognitieve gedragstherapie gedaan, dat was destijds het succesvolst in het behandelen van werknemers met problemen. Het was evidence based. De heilige graal, vond men indertijd. Per sessie werd exact voorgeschreven wat je moest doen.
Maar in de praktijk merkte ik al snel dat one-size-fits-all niet werkt. Ik heb geleerd om de vraag en de persoonlijkheid van mijn cliënten veel meer als uitgangspunt te nemen. Niet iedereen wil het over zijn ouders hebben, of over zijn partner. Dus ik heb het in de loop van de tijd wat praktischer gemaakt, bijvoorbeeld met elementen van assertiviteitstraining. Uiteindelijk is het op een organische manier uitgegroeid tot een eigen methode, met bijvoorbeeld de drie vuistregels die mensen altijd helpen de problemen te definiëren: wees persoonlijk, maak het specifiek en hou het actueel en klein.
Hoe kunnen werkgevers of leidinggevenden pleasers helpen?
Met aandacht. Pleasers zijn vaak mensen die te veel op hun bord nemen. ‘Ik nam extra werk op me, want ik wilde snel promotie maken’, hoor ik vaak. Of: ‘Er was een reorganisatie, dus heb ik toen twee functies op me genomen.’ Het zijn mensen die anderen graag ter wille zijn en altijd maar doorgaan. Dat leidt op termijn onvermijdelijk tot overbelasting als mensen te weinig tijd nemen voor herstel en ontspanning, waarna mensen steeds slechter gaan functioneren en ook thuis problemen krijgen. Het kan niet anders of dat leidt tot langdurig verzuim.
Dus als leidinggevenden merken dat mensen moeite hebben om voor zichzelf op te komen of grenzen te stellen, hebben ze de verantwoordelijkheid om dat op de agenda te zetten. Het is heel onverstandig om te denken dat het wel lekker makkelijk is, als iemand er nog een project bij pakt. Dat is kortetermijndenken. Goed personeelsbeleid betekent goed voor je mensen zorgen.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.