U mikt met deze ‘Student version’ op twee doelgroepen: studenten - ik neem aan in het hoger onderwijs - en ‘leidinggevenden met een coachende stijl’. Ik kan me voorstellen dat hun leerwensen nogal uiteenlopen. Kun je in één en hetzelfde boek recht doen aan ieders specifieke behoeften?
Nee, dat is natuurlijk onmogelijk. In dit boek wordt een aantal veel gebruikte methodieken en basisbegrippen in coaching op een rij gezet. Die basisbegrippen zijn, zowel voor studenten van wie in de toekomst coachende vaardigheden worden verlangd, als voor leidinggevenden die een coachende stijl willen aanleren, van belang.
Op grond van welke overwegingen heeft u bepaald welke onderwerpen ‘basic’ waren en in de studentenversie terecht zouden komen?
Op basis van zeventien jaar ervaring in coaching, het lezen van tientallen boeken op dit gebied en de ervaring die ik heb opgedaan in de diverse coachingopleidingen waaraan ik een bijdrage heb geleverd. Bovendien heeft een docent uit het hoger onderwijs meegekeken en een aantal mensen van een ander instituut voor coaching. Zo is een behoorlijk representatief geheel ontstaan.
Het boek bevat vrijwel alleen theorie. Ik kan me voorstellen dat een bachelor gediend is met aanvullende casussen, nog meer dan nu het geval is, en de nodige opdrachten. Studieboeken gaan tegenwoordig ook vaak vergezeld van een ondersteunende website met verwerkingsmateriaal. Heeft u nog overwogen hiermee uw boek tot een echte ‘Student version’ te maken?
De theorie levert een begrippenkader. Geen enkel boek over coaching, ook dit boek niet, is in staat iemand coachende vaardigheden aan te leren, hoeveel casuïstiek je er ook in stopt. Coaching is vooral een kwestie van jezelf zijn, aandacht hebben voor de cliënt en reflecteren op de eigen praktijkcase.
Maar in het boek worden ook technieken beschreven. Daarbij had toch oefenmateriaal kunnen worden aangeleverd?
Onze visie is dat oefenen met technieken het beste werkt onder begeleiding van een ervaren coach, iemand die de techniek echt beheerst. Vandaar dat wij masterclasses organiseren over verschillende methodieken. Wij hebben ervoor gekozen in plaats van oefeningen meer methodieken te beschrijven, omdat we met het boek (nagenoeg) de hele breedte van het coachvak onder de aandacht willen brengen. Wij hebben overigens nog nooit een klacht van een lezer gehad dat er geen oefeningen in het boek staan.
In hoeverre heeft het concept ‘Competentiegericht Leren’ een rol gespeeld bij de samenstelling van dit boek?
Alleen in zoverre in het boek de coachingcompetenties worden genoemd en besproken.
Welke rol voorziet u voor hedendaagse communicatiemiddelen als email, skype enzovoort in de ontwikkeling van coaching
Elke vorm van communicatie kan bijdragen in de ontwikkeling van mensen. De rol van moderne communicatiemiddelen wordt mijns inziens af en toe wat overschat. Desalniettemin zal in de businessversie van het handboek een heel hoofdstuk worden geweid aan coaching met behulp van moderne communicatiemiddelen.
Wat betekent dat voor de (bruikbaarheid van de) methodieken, modellen en technieken die u in uw handboek beschrijft?
De bruikbaarheid van de middelen die we in het handboek bespreken, blijft onverminderd. Het boek gaat vooral over verschillende benaderingen in coaching. Daarvan kunnen de meeste zowel in vis-à-vis als in e-coaching worden toegepast.
Dat betekent dus dat ook die moderne communicatiemiddelen een coach niet hinderen bij zijn werk, met name als het gaat om aandacht te schenken aan de coachee. Het ontbreken van non-verbaal gedrag wordt niet als hinderlijk ervaren?
Het werken met moderne communicatiemiddelen is niet slechter of beter dan vis-à-vis coaching, maar anders. E-coaching heeft voordelen en nadelen. Dat geldt ook voor vis-à-vis. Ook hangt de keus voor bepaalde communicatiemiddelen samen met de voorkeur van coach en coachee. Tot nu toe zijn de ervaringen met e-coaching, voorzover ik weet, overwegend positief.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.