De verschijning van Bankroet, met de veelzeggende ondertitel ‘Hoe bankiers ons in de ergste crisis sinds de Grote Depressie stortten’, viel deze week samen met de G20 in Londen. Daar probeerden de grootste industrielanden een oplossing probeerden te formuleren voor de wereldwijde economische recessie die het gevolg is van het ineenstorten van het financiële systeem. Er was goede hoop dat er na de top in Washington van afgelopen najaar harde afspraken gemaakt zouden kunnen worden. Maar de oogst valt wat tegen, vinden veel analisten. Weer een aantal noodverbanden, maar geen echt ingrijpende maatregelen.
Natuurlijk: er komt weer veel geld vrij. Het IMF krijgt 750 miljard dollar om de hoogste nood bij de armere landen te ledigen en de G20-landen hebben toegezegd nog eens 250 miljard dollar te reserveren voor handelskredieten. Dit enorme bedrag wordt op creatieve manier bij elkaar geschraapt. Voor een deel van het bedrag - 250 miljard dollar - mag het IMF zelf de geldpers aanzetten, zo is overeengekomen.
Ook is de intentie uitgesproken om het financiële systeem te hervormen. Er zijn afspraken gemaakt over het opzetten van een controlesysteem voor hedgefondsen, over de beperking van topsalarissen, over nieuwe boekhoudkundige regels, over een signaleringssysteem voor problemen in het internationale financiële verkeer en - een overwinning voor Sarkozy - over de aanpak van belastingparadijzen. De Franse president kondigde alvast het einde aan van het Angelsaksische model, maar dat lijkt te vroeg gejuicht. Daarvoor is de uitwerking van de afspraken nog te vaag. De belangen van de verschillende landen liggen te ver uiteen om te vertrouwen op een rimpelloze uitvoering.
De G20 vond plaats tegen de achtergrond van hevige protesten, waarbij onder meer een bakkantoor van de Royal Bank of Scotland werd belaagd door zo’n 4000 demonstranten. Het is een uiting van de woede over de rol van de bankiers, die als hoofdverantwoordelijken voor de crisis worden beschouwd. Ook Kalse en Van Lent draaien in hun boek niet omheen: ‘De financiële sector werd verblind door het eigen succes’, schrijven zij. ‘Van een innovatieve en efficiënte sector die de maatschappij hielp door geld uit te lenen en te investeren, werd het een sector die gedreven werd door hebzucht, machismo, kuddegedrag, gebrek aan toezicht en gebrek aan professionalisme.’ Ze verwijzen naar de econoom Joseph Schumpeter, die het kapitalisme in 1942 al omschreef als ‘een systeem van creatieve destructie’. De jaren van ‘exorbitante groei en nauwelijks nog te volgen innovaties’ worden nu gevolgd door ‘grootschalige verwoesting’.
Kalse en Van Lent hebben zich niet beperkt tot het volgen van de instituties, maar besteden in hun boek ook aandacht aan de gevolgen van de financiële crisis voor de mensen die direct geraakt worden: huizenkopers en consumenten, maar ook de bankiers in de Londense City. Het boek begint met hun bezoek aan Orange County, een gebied waar veel ‘subprime-hypotheken’ zijn verkocht, het ‘product’ waar de ellende mee is begonnen. En daar eindigen ze hun boek ook. Medio februari, toen zij hun boek afrondden, stelden zij vast dat het waarschijnlijk toch weer de VS zal zijn die de wereldeconomie uit het slop zal moeten trekken. Dat is precies de situatie waarvoor president Obama tijdens de G20 in Londen waarschuwde. De hegemonie van de Verenigde Staten mag een deuk hebben opgelopen, het land blijft voorlopig de enige supermacht.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.