Cliënten en consumenten
Niet eens een generatie geleden lagen professionals al flink onder vuur. Het waren de hoogtijdagen van wat toen ‘deprofessionalisering’ werd genoemd. Het grote kwaad lag in de schoot van de dienstverleners, die van hun macht misbruik maakten, langs elkaar heen werkten, maar wat deden en dus volstrekt contraproductief waren. Cliënten kwamen massaal in verzet en poneerden dat zij geen object van interventie gezien waren maar hun eigen agency gingen nastreven: zelf doen, zelf maken, zelf beslissen. Met zelfhulpgroepen, zelfhulpboeken, kwaliteitskringen en handleidingen ging de hemel op aarde komen.
De ironie van deze deprofessionaliseringsbeweging was dat zij zich in mum van tijd de taal en gebruiken van hun belaagde vijand eigen maakten. De actievoerder in de stad leerde het jargon van de planning, kende artikel 19-procedures en wist later de voorlopige voorzieningenprocedure blindelings te vinden. De patiënt wist op een gegeven moment meer van zijn ziekte af dan zijn arts of zijn uitkeringsambtenaar. In de jaren tachtig en negentig ontstond en tragisch voorhoedecohort van welopgeleide aidspatiënten, dat uitstekend op de hoogte was van therapieën, zorgarrangementen en politieke implicaties van hun ziekte en een geduchte gesprekspartner was van verzekeraars, politici, artsen en ambtenaren.
Deze professionalisering van de klant heeft zich alleen maar verder ontwikkeld. We weten meer van het onderwijs af dan ooit, gaan op hoge poten naar de juf als zij de ‘classroom delivery’ niet op orde heeft, en pluizen benchmarkingsresultaten van ziekenhuizen, banken en ambtelijke instanties uit tot in de kleine uurtjes. We filmen als een Spielberg en ontwikkelen de fraaiste websites met geraffineerd en intelligente gereedschap.
En de professional? Die moest met lede ogen aanzien dat zijn vak meer en meer aan de klant werd uitbesteed.
Instrumentenmakers
Wat is een professional zonder zijn gereedschappen? Sterker, het gereedschap is de essentie van professionaliteit. De hamer, de frees, de scalpel, de pipet, wikipedia, de MRI-scan zijn de core business van de beroepsbeoefenaar. Vooral als het gebruik ervan een lange leertijd kent, duur in aanschaf is, geen vastgelegde handelingen voorschrijft en flink omgeven wordt met geheimzinnigheid. De professional monopoliseert zijn macht met zijn instrumenten. En hierin belagen de instrumentenmakers, ingenieurs en ICTers, hem en wel op twee manieren.
De afgelopen jaren verschenen heel veel nieuwe gereedschappen en zijn de professionals overvoerd geraakt. De meeste professionals zijn van instrumentarium veranderd, sommige zelfs meerdere keren. In de melkfabriek kijkt de keurder naar de grafische interfaces op de schermen en proeft niet meer zelf, de schooljuf test elke week met de computer de kinderen en heeft haar eigen oordeel uitgeschakeld en de tekenfilmmaker is meer bedreven geraakt in de muis dan in het penseel. De ‘technology push’ van knutselaars, bedrijven en gadgetgoeroes hebben professionals niet alleen instrumenteel verrijkt maar vooral ook innovatiemoe gemaakt. ‘Mag ik ook gewoon mijn werk doen’, was niet voor niets een veelvuldig te horen klacht van leerkrachten in het onderwijs. De stroom van innovaties waren een bedreiging voor professionals.
De tweede dreiging voor professionals was en is de uitbesteding van hun vak aan apparaten en systemen. E-learning, e-publishing en e-health mogen dan een verbetering voor leerlingen, publicisten en patiënten inhouden, voor professionals zijn ze dat niet. Diagnoses stellen, uitgekiende leerprogramma’s voorstellen, activiteiten begeleiden zijn allang niet meer het alleenrecht van de ambachtelijke vakman en -vrouw. De hedendaagse democratisering van gereedschappen is een vervolg op de deprofessionaliseringgolf van twintig jaar geleden en vermindert zonder nadere maatregelen de status en aanzien van de vakman en vakvrouw.
Managers
De moderniteit werkt nog steeds aan haar project: het onder controle brengen van menselijke, sociale en natuurlijke processen. Chaos en toeval zijn de vijanden van de organisatiemaatschappij en het risico is het ultieme kwaad. De ontwikkeling van mondiale ‘supply chains’ komt niet alleen voort uit veranderende geopolitieke machtsverhoudingen, uit de tot afgelopen herfst dominante neoliberale ideologie of de grotere mobiliteit en mondiale creativiteit maar vooral uit de collectieve angst risico’s te lopen. De belangrijkste angstbezweerders van de organisatiemaatschappij zijn de managers. Hun taak is het onvoorspelbare te minimaliseren en uit te schakelen. Het marsmannetje dat terugkeert naar zijn planeet om over de aardse bewoners rapport uit te brengen zal op de vraag wat voor wezens daar nu wonen, antwoorden: angsthazen.
Professionals aangemoedigd door hun goeroes klagen erover dat zij zo door hun management op de huid worden gezeten. Zij zijn vinkvee, turfsmurfen en spreadsheetkoppen geworden. Dat is natuurlijk ook zo. Niemand, burger niet, consument niet, leerling niet, niemand niet kan ontkomen aan het gereedschap van de modernisering: monitoring en toezicht. Alleen met profileringstechnologie kan de droom van de moderniteit gerealiseerd worden: Brave New World. Professionals mogen niet buiten de organisatie staan maar worden ingelijfd en dat betekent: lijstjes invullen, benchmarking, voorschriften, urenverantwoordingen, toetsing en verbetering. Alles om de voorspelbaarheid te vergroten en de wildernis buiten de deur te houden. Zie hier de derde belaging van de professional.
Wetenschappers
Ten slotte heeft de professional het de laatste jaren van de zijde van de wetenschappers te verduren gehad. Mijns inziens terecht. Te lang zijn wetenschappers op de stoel van ingenieurs en professionals zelf gaan zitten met actieonderzoek, implementatieonderzoek of hij zij dat ook noemen. Daarbij waren ze vergeten dat hun enige taak is de feiten van de fabels te scheiden. Gelukkig is dit tij gekeerd en doen wetenschappers in de zorg, het onderwijs, politie, organisaties weer onderzoek met controlegroepen, aselecte steekproeven en keurig geoperationaliseerde variabelen. En hiermee slaan ze de professionals om de oren: hoe ‘evidence based’ is jouw praktijk? Werken je claims? Acteer je op fabels of op feiten? In de zorg en nu ook in het onderwijs probeert men de resultaten van deze onderzoeken in handelingen om te zetten: protocollen. Dat dit niet zonder slag of stoot wordt aanvaard, moge duidelijk zijn. Professionals willen alles maar niet aan de leiband gelegd worden en zeker niet aan die van de wetenschap.
(Volgende aflevering: het verweer van de professional.)
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.