Vergunningvrij bouwen

Voorwoord V
Lijst van afkortingen X

Deel 1: de grote lijnen 1

1 Inleiding 3

2 Schets geschiedenis wetgeving 5
2.1 Woningwet 1901 5
2.2 Woningwet 1962 6
2.3 Woningwet 1991 7
2.4 Woningwet 2003 8
2.5 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 9
2.6 Omgevingswet 9

3 Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet 13
3.1 Inleiding 13
3.2 De knip 16
3.3 Omgevingsplan en uitsluiten vergunningvrije bouwwerken 19
3.4 De verklaring vergunningvrij bouwen 22

4 Basisbegrippen: bouwen en bouwwerken 25
4.1 Bouwen 25
4.2 Bouwwerk 28

Deel 2: vergunningvrij bouwen uitgelegd 43

5 Inleiding 45

6 Begripsbepalingen 47
6.1 Achtererfgebied 48
6.2 Antennedrager 56
6.3 Antenne-installatie 56
6.4 Bebouwingsgebied 58
6.5 Bijbehorend bouwwerk 58
6.6 Daknok 62
6.7 Dakvoet 62
6.8 Gebouwerf 64
6.9 Hoofdgebouw 69
6.10 Huisvesting in verband met mantelzorg 75
6.11 Mantelzorg 75
6.12 Openbaar toegankelijk gebied 80
6.13 Voorerfgebied 85
6.14 Woonwagen 86
6.15 Meetvoorschriften 86

7 Bouw- en planologisch gebruiksactiviteiten zonder omgevingsvergunning 91
7.1 Inleiding 91
7.2 Werkzaamheden op grond van gewoon onderhoud 94
7.3 Bouwwerken met een dak 101
7.4 Bouwwerken zonder een dak 119
7.5 Sport- of speeltoestellen 120
7.6 Een constructie voor het overbruggen van een terreinhoogteverschil 123
7.7 Een erf- of perceelafscheiding 126
7.8 Een schotelantenne 135
7.9 Bouwactiviteit vallend onder Wet Kwaliteitsborging 139
7.10 Het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen van een bouwwerk 140
7.11 Dakkapel 146
7.12 Daglichtvoorziening in een dak 149
7.13 Een kozijn, kozijninvulling of boeideel, of stucwerk 151
7.14 Een vlaggenmast 154
7.15 Magazijnstelling 155
7.16 Een zwembad, bubbelbad of soortgelijke voorziening of een vijver 156
7.17 Een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten 159
7.18 Diverse bouwwerken die een openbaar karakter hebben 160
7.19 Een bouwwerk voor het weren van voorwerpen die de veiligheid van het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer in gevaar kunnen brengen 160
7.20 Een bouwwerk voor de beveiliging van een weg-, spoor- of waterweg of een spoorweg- of luchtvaartterrein 161
7.21 Een bouwwerk voor de verkeersregeling, verkeersgeleiding, handhaving van de verkeersregels, wegaanduiding, het opladen van accu’s van voertuigen, verlichting of tolheffing 162
7.22 Een bouwwerk voor het verschaffen van toegang tot het openbaar vervoer of openbaar vervoersgebouwen 163
7.23 Een bovenleiding met de bijbehorende draagconstructie of seinpalen 164
7.24 Een ondergronds buis- of leidingstelsel, met inbegrip van een ondergrondse faunapassage 164
7.25 Een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen 165
7.26 Een elektronische sirene 168
7.27 Straatmeubilair 169
7.28 Meubilair in openbaar vervoersgebouwen of op perrons 171
7.29 Bouwplaatsinrichting 172
7.30 Een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking 174
7.31 Een zonwering, rolhek, luik of rolluik 176
7.32 Een afscheiding tussen balkons of dakterrassen 177
7.33 Tuinmeubilair niet hoger dan 2,5 m 177
7.34 Een antenne-installatie voor mobiele telecommunicatie op of aan een bouwwerk 180
7.35 Een ander openbaar bouwwerk 185
7.36 Een ander bouwwerk 186
7.37 Recreatief nachtverblijf 187
7.38 Bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering 189

8 Inperkingen 191

Trefwoordenregister 201