Schrijven in stappen

Introductie 13
Ronde I Voorbereiding 19

1 Van opdracht tot onderwerp 21
1.1 Het kiezen van het onderwerp 22
1.2 Het bepalen van het doel 23
1.3 Het omschrijven van de doelgroep 25
1.4 Het vaststellen van de randvoorwaarden 25

2 Van onderwerp tot globaal tekstplan 27
2.1 Het verkennen van het onderwerp 27
2.2 Het verzamelen van vragen 30
2.2.1 Het vraagschema van een tekst 30
2.2.2 De verkenning van het onderwerp 32
2.3 Het formuleren van de probleemstelling 35
2.4 Het selecteren van deelvragen 38
2.5 Het opstellen van het globale tekstplan 43

3 Van globaal tot uitgewerkt tekstplan 47
3.1 Het verzamelen van materiaal 47
3.1.1 Zoeken in drie rondes 48
3.1.2 Zoeken op internet 53
3.2 Het vastleggen van gevonden gegevens 55
3.3 Het doelgericht lezen van het materiaal 57
3.3.1 Lezen in drie rondes 58
3.3.2 Tekstplan van een gelezen tekst 59
3.4 Het uitwerken van het globale tekstplan 60
Bijlage I Checklist van bij de voorbereiding uit te voeren activiteiten 65
Ronde II Inhoud 71

4 Van uitgewerkt tekstplan tot eerste concept 73
4.1 Het bepalen van je schrijfstijl 74
4.2 Het uitschrijven van het uitgewerkte tekstplan 74
4.2.1 Het beginnen aan het eerste concept 75
4.2.2 Het doorschrijven 75
4.2.3 De herziening 78

5 Van eerste concept tot gestructureerde tekst 79
5.1 Het bepalen van de onderdelen van de tekst 80
5.1.1 Het omslag 81
5.1.2 De titelpagina 81
5.1.3 Het voorwoord 82
5.1.4 De inhoudsopgave 83
5.1.5 De samenvatting 84
5.1.6 De hoofdtekst 84
5.1.7 De literatuurlijst 88
5.1.8 Literatuurverwijzingen 94
5.1.9 Noten 96
5.1.10 Citaten en parafrases 96
5.1.11 Bijlagen 98
5.1.12 Verklarende woordenlijst/trefwoordenregister/ index 98
5.2 Het (her)structureren van de hoofdtekst 98

6 Van structuur tot samenhang 101
6.1 Het bewerken van de hoofdtekst 101
6.1.1 Aanvullingen 102
6.1.2 Inkortingen 104
6.1.3 Nuanceringen 105
6.2 Het aanbrengen van samenhang 106
6.2.1 Organisatie van de informatie 106
6.2.2 Toelichting op de samenhang 108
6.3 Het verzorgen van de uiterlijke structuur 110
6.3.1 Structuuraanduidende onderdelen 110
6.3.2 Titels 110
6.3.3 Teksteenheden 112
Bijlage II Checklist van bij de inhoud uit te voeren activiteiten 114
Ronde III Afwerking 119

7 Van samenhang tot formuleren 121
7.1 Het herschrijven op moeilijkheid 121
7.1.1 Moeilijke woorden en vaktermen 121
7.1.2 Moeilijke zinnen 124
7.2 Het herschrijven op levendigheid 127
7.2.1 Formeel versus informeel taalgebruik 127
7.2.2 Variatie in stijl 130
7.2.3 Beeldspraak 131
7.2.4 Voorbeelden en citaten 132
7.2.5 Illustraties 132
7.3 Het herschrijven op beknoptheid 134
7.3.1 Redundante informatie 135
7.3.2 Omhaal van woorden 135
7.3.3 Verbanden 137
7.4 Het herschrijven op correctheid 138
7.4.1 Werkwoordsvervoegingen 138
7.4.2 Verwijzingen en verbindingen 140
7.4.3 Samenstellingen 141
7.4.4 Samentrekkingen en beknopte bijzinnen 142
7.4.5 Leestekens 143
7.4.6 Grammaticale valkuilen 145

8 Van formuleren tot presenteren 147
8.1 Het verzorgen van de lay-out 147
8.1.1 Het stramien 147
8.1.2 De bladindeling 148
8.1.3 De typografie 148
8.1.4 Markeringen 148
8.2 Het opnemen van schema’s, tabellen en illustraties 149

9 Van presenteren tot inleveren 151
9.1 Het controleren van de inhoud 151
9.2 Het controleren van de structuur 152
9.3 Het controleren van de samenhang 152
9.4 Het controleren van de stijl 153
9.5 Het controleren van de uiterlijke afwerking 153
9.6 Het printen, binden en inleveren 153

Bijlage III Checklist van bij de afwerking uit te voeren activiteiten 154
Literatuurlijst 161
Register 163