Zoöpolis

Dankwoord 9

1 Inleiding 13

Deel 1 Een ruimere theorie van dierenrechten 41

2 Universele grondrechten voor dieren 41
1 Hebben dieren een zelf? 52
2 Rechtvaardigheid voor personen en de waarde van natuur 67
3 Het andere van de natuur 74
4 Het grote debat: een samenvatting 80
5 Onschendbaarheid en algemene geldigheid van grondrechten voor dieren 81
6 Conclusie 97

3 Burgerschap als uitgangspunt voor dierenrechten 99
1 Universele rechten en burgerrechten 100
2 De functies van burgerschap 107
3 De diversiteit van de relaties tussen mensen en dieren 119

Deel 2 Toepassingen 133
4 Gedomesticeerde dieren binnen de burgerschapstheorie 135
1 Afhankelijkheid en waardigheid 150
2 Is neotenie onnatuurlijk? 155
3 De onvermijdelijkheid van relaties en symbiose 158
4 Drempelbenaderingen 163
5 Nussbaum en het principe van de soortennorm 174
6 Conclusie: de beperkingen van de huidige DRTbenaderingen 182

5 Gedomesticeerde dieren als medeburgers 184
1 Een nieuwe manier van denken over burgerschap 188
2 Recente theorieën over het burgerschap van gehandicapte mensen 191
3 Kunnen gedomesticeerde dieren burgers zijn? 196
4 Naar een theorie van burgerschap voor gedomesticeerde dieren 222
5 Conclusie 279

6 Soevereiniteit van dieren in de vrije natuur 282
1 Traditionele DRT-benaderingen van wilde dieren 289
2 Een theorie over soevereiniteit voor gemeenschappen van wilde dieren 302
3 Positieve ondersteuning en interventie 322
4 Grenzen en grondgebied 337
5 Eerlijke voorwaarden voor samenwerking tussen soevereine gemeenschappen 354
6 Conclusie 369

7 Dieren als liminale ingezetenen 378
1 Diversiteit van liminale dieren 389
2 De behoefte aan een model van ingezetenschap 408
3 Ingezetenschap in menselijke politieke gemeenschappen 414
4 Aan welke voorwaarden moet ingezetenschap voor dieren voldoen? 432
5 Conclusie 449

8 Conclusie 453