Politiewet 2012

AFKORTINGEN xiii
POLITIEWET 2012 1
[Inleidende opmerkingen] 1
I Algemeen 1
II Politiewet 1957 (gemeente- en rijkspolitie) 2
III Politiewet 1993 (regionale politie) 3
IV Politiewet 2012 (nationale politie) 8
V De complexiteit van het nationale politiebestel 12
VI De democratische inbedding 18

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen 19
Artikel 1. Begripsbepalingen 19
Artikel 2. Ambtenaren van politie 21
Artikel 2a. Ambtenaren ten behoeve van de Politieacademie 23
Hoofdstuk 2. De uitvoering van de politietaak 24
§ 2.1. De taak van de politie en de politietaken van de Koninklijke
Marechaussee 24
Artikel 3. Taakstelling van de politie 24
Artikel 4. Taakstelling van de Koninklijke marechaussee 48
Artikel 5. Samenwerking van de politie met de Koninklijke marechaussee 61
§ 2.2. Bevoegdheden 62
Artikel 6. Gebied van de taakuitoefening 62
Artikel 7. Geweldgebruik, vrijheidsbeperkende middelen en fouilleren 65
Artikel 8. Inzage vorderen van een identiteitsbewijs 101
Artikel 9. Ambtsinstructie 109
Artikel 10. Samenwerking bij de taakuitoefening 112
§ 2.3. Het gezag 114
Artikel 11. Gezag van de burgemeester 116
Artikel 12. Gezag van de officier van justitie 121
Artikel 13. Lokaal driehoeksoverleg 124
Artikel 14. Gezag over de Koninklijke marechaussee 129
Artikel 15. Gezagsverantwoording en openbare orde-aanwijzing 130
Artikel 16. Aanwijzing van objecten en diensten voor bewaking en beveiliging 134
Artikel 17. Verplichte inlichtingenverstrekking 139

Hoofdstuk 3. Het beleid ten aanzien van de politie en de organisatie van de politie 140
Afdeling 3.1. Beleids- en beheersbevoegdheden en kwaliteitszorg op rijksniveau 142
Artikel 18. Vaststelling landelijke beleidsdoelstellingen 142
Artikel 19. Landelijk overleg veiligheid en politie 144
Artikel 20. Vaststelling van de beleidsdoelstellingen per eenheid 147
Artikel 21. Taakuitvoering en bekwaamheid 149
Artikel 22. Bewapening, uitrusting en kleding 149
Artikel 23. Informatie- en communicatievoorzieningen en informatiebeveiliging 152
Artikel 23a. Beleid en beheer met betrekking tot de meldkamers 155
Artikel 24. Verwerking van politiegegevens 158
Afdeling 3.2. De inrichting van de politie 159
§ 3.2.1. Algemene bepalingen 160
Artikel 25. Het landelijk politiekorps 160
Artikel 25a. Meldkamers 165
Artikel 25b. Meldkamerfunctie 167
Artikel 26. Rechtspersoonlijkheid en zetel 169
§ 3.2.2. De korpschef 172
Artikel 27. Taken van de korpschef 172
Artikel 28. Benoeming, schorsing en ontslag 177
Artikel 29. Ministeriële instemming ten aanzien van het financieel beheer 180
Artikel 30. Regels over het beheer en het financieel beheer 181
Artikel 31. Ministeriële aanwijzing ten aanzien van de korpschef 185
Artikel 32. Inlichtingenplicht van de korpschef jegens de Minister 188
§ 3.2.3. Beleids- en beheerscyclus en bekostiging 188
Artikel 33. Financiële bijdragen 188
Artikel 34. Begroting en meerjarenraming 191
Artikel 35. Jaarrekening 193
Artikel 36. Verdeling van de sterkte en middelen 194
Artikel 37. Beheersplan en jaarverslag 198
Afdeling 3.3. De regionale eenheden 200
Artikel 38. De politiechef 200
Artikel 38a. Wijkagenten 201
Artikel 38b. Gemeentelijk veiligheidsplan 204
Artikel 38c. Regioburgemeester 205
Artikel 38d. Verantwoordingsplicht van de regioburgemeester 208
Artikel 39. Regionaal beleidsplan en jaarverslag 210
Artikel 40. Ministeriële aanwijzing met betrekking tot het regionaal beleidsplan 214
Artikel 41. Regionaal driehoeksoverleg 216
Afdeling 3.3a. Bovenlokale afstemming 217
Artikel 41a. Bovenlokaal afstemmingsoverleg 217
Afdeling 3.4. De landelijke eenheden 218
Artikel 42. Taakstelling en leiding van de Landelijke eenheid 218
Artikel 43. Ministeriële aanwijzing ten aanzien van de landelijke taakuitoefening 223
Artikel 44. Medewerking verlenen aan een valse identiteit 225
Afdeling 3.5. Rechtspositie en screening 226
§ 3.5.1. Algemeen 226
Artikel 44a. Betekenis rechtspositionele begrippen 226
Artikel 45. Benoeming ambtenaren van politie en kroonbenoemingen 227
Artikel 46. Aanwijzing van het hoofd van een territoriaal onderdeel 228
Artikel 47. Rechtspositie, klokkenluiders en arbeidsrechtelijke verplichtingen 230
Artikel 47a. Dienst tijdens feest- en rustdagen 258
Artikel 47b. Benoeming of verkiezing in publiekrechtelijke colleges 258
Artikel 47c. Arbeidsvoorwaarden tijdelijk dienstverband 258
Artikel 48. Rangen en tekens van bijzondere verdiensten 259
§ 3.5.2. Beslag, terugvordering, verrekening en korting 261
Artikel 48a. Betekenis van beslag 261
Artikel 48b. Beslag op bezoldiging 261
Artikel 48c. Terugvordering bezoldiging 262
Artikel 48d. Verrekening met de bezoldiging 262
Artikel 48e. Korting van bezoldiging ten behoeve van schuldeiser 262
Artikel 48f. Betekenis verrekening en korting 262
Artikel 48g. Recht van schuldeisers op de bezoldiging 263
Artikel 48h. Overdracht en inpandgeving 263
Artikel 48i. Intrekking opdracht tot betaling of afgifte 263
§ 3.5.3. Bepalingen voor ambtenaren van politie die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt 263
Artikel 48j. Pensioengerechtigde leeftijd en tijdelijk dienstverband 263
Artikel 48k. Opzegtermijn tijdelijk dienstverband 264
Artikel 48l. Volgorde bij ontslag wegens reorganisatie 264
Artikel 48m. Ontslag wegens ziekte na bereiken pensioengerechtigde leeftijd 264
Artikel 48n. Termijn van ontslag wegens ziekte na bereiken pensioengerechtigde leeftijd 265
Artikel 48o. Overgangsrecht 266
Artikel 48p. Uitzonderingsbepaling 266
§ 3.5.4. Screening 266
Artikel 48q. Onderzoek naar de betrouwbaarheid 267
Artikel 48r. Onderzoek van justitiële-, politie- en gezondheidsgegevens 273
Artikel 48s. Omgevingsonderzoek voor werkzaamheden met een
verhoogd risico 277
Artikel 48t. Inwinnen van inlichtingen 280
Artikel 48u. Procedurele waarborgen voor betrouwbaarheidsonderzoek 281
Artikel 48v. Continue controle op veranderingen in de justitiële documentatie 283
Artikel 48w. Meldplicht in verband met integriteit 284
Artikel 48x. Hernieuwd onderzoek naar de betrouwbaarheid 285
Artikel 48y. Hernieuwde verklaring omtrent het gedrag 287
Artikel 48z. Verantwoordelijkheid voor de verwerking van gegevens 288

Hoofdstuk 4. De rijksrecherche 290
Artikel 49. Taakstelling en inzetcriteria 290
Artikel 50. Schakelbepaling 301
Artikel 51. Beheer 301
Artikel 52. Beleidsplan, begroting en jaarverslag 302
Artikel 53. Benoeming, ontslag en rechtspositie 303
Artikel 54. Verwerking van gegevens 303
Artikel 55. Samenwerking met de politie 304

Hoofdstuk 5. Bijstand 305
§ 5.1. Bijstand aan de politie 307
Artikel 56. Onderlinge bijstand 307
Artikel 57. Bijstand van de Koninklijke marechaussee 311
Artikel 58. Bijstand van andere onderdelen van de krijgsmacht 312
Artikel 59. Bijstand van bijzondere bijstandseenheden 315
§ 5.2. Bijstand aan de rijksrecherche 321
Artikel 60. Bijstand van de politie 321
§ 5.3. Bijstand aan de Koninklijke Marechaussee 321
Artikel 61. Bijstand van de politie 321
Artikel 62. Bijstand van de politie voor de handhaving van de openbare orde 322
Artikel 63. Bijstand van de politie voor de strafrechtelijke handhaving 323
Artikel 64. Bijstand van de politie voor bewaking en beveiliging 324

Hoofdstuk 6. Toezicht 326
Artikel 65. Taakstelling Inspectie Openbare Orde en Veiligheid 326
Artikel 66. Werkzaamheden en jaarverslag IOOV 331
Artikel 67. Inspectieambtenaren belast met toezicht 332

Hoofdstuk 7. De behandeling van klachten 332
Artikel 67a. Klachtencommissies 335
Artikel 68. Klachtbehandeling van de politie 339
Artikel 68a. Klachtbehandeling van de Politieacademie 347
Artikel 69. Klachtbehandeling van Defensie 349
Artikel 70. Verantwoordelijkheid voor de klachtbehandeling 350
Artikel 71. Plaats van indiening van de klacht 353
Artikel 72. Termijn voor afhandeling van de klacht 355

Hoofdstuk 8. De politieacademie en de politieonderwijsraad 355
§ 1. Algemeen 355
Artikel 73. Politieacademie 355
Artikel 74. Taakstelling van de Politieacademie 360
Artikel 75. Andere werkzaamheden van de Politieacademie 364
Artikel 76. Benoeming, schorsing en ontslag van de directeur en diens plaatsvervanger 366
Artikel 77. Raad van advies van de Politieacademie 367
Artikel 78. Samenstelling en werkwijze van de Raad van advies 368
Artikel 79. Benoeming van de leden van de Raad van advies 370
Artikel 80. Ondersteuning van de Raad van advies 370
Artikel 81. Rechtspositie, titulaire rang en kleding 371
§ 2. Politieonderwijsraad 374
Artikel 82. Samenstelling en werkwijze van de Politieonderwijsraad 374
Artikel 83. Vaststelling van de sterkte en de gezagspositie van de voorzitter 375
Artikel 84. Taakstelling van de Politieonderwijsraad 377
§ 3. Politieonderwijs 379
Artikel 85. Doelstelling en behoeftestelling van het politieonderwijs 379
Artikel 86. Samenwerking met de politie 380
Artikel 87. Kwalificatiedossiers, politieopleidingen en beroepspraktijkvorming 381
Artikel 88. Studieduur 384
Artikel 89. Waarborgen voor de studieduur 384
Artikel 90. Onderwijs- en examenregeling 385
Artikel 91. Examinering 386
Artikel 92. Examencommissie 387
Artikel 93. Commissie van beroep voor de examens 389
§ 4. Onderzoek 391
Artikel 94. Strategische onderzoeksagenda 391
Artikel 95. Onderzoeksprogramma 392
§ 5. Beheer, planning en bekostiging 393
Artikel 96. Terbeschikkingstelling van sterkte en middelen 393
Artikel 97. Aanbevelings- en instemmingsrecht van de directeur 394
Artikel 98. Bestuursreglement 396
Artikel 99. Financiële bijdragen 397
Artikel 100. Beleidsplan, meerjarenraming en jaarplan 398
Artikel 101. Periodiek overleg over onderwijs en onderzoek 399
Artikel 102. Kwaliteitsbewaking 400

Hoofdstuk 9. Slotbepalingen 401
Artikel 103. Evaluatiebepaling 401
Artikel 104. Tijdstip van inwerkingtreding 404
Artikel 105. Citeertitel 404

BIJLAGE I. AMBTSINSTRUCTIE 405
Hoofdstuk 1. Algemeen 406
Artikel 1. Reikwijdte en definities 406
Artikel 2. Legitimatieplicht 409
Artikel 3. Bevoegd gezag tijdens bijstand 409

Hoofdstuk 2. Geweld 410
§ 1. Algemeen 413
Artikel 4. Geoefendheid 413
Artikel 5. Optreden onder leiding van een meerdere 414
Artikel 6. Toestemming van het bevoegd gezag 415
§ 2. Vuurwapens 416
Artikel 7. Gebruik van een vuurwapen 416
Artikel 8. Automatisch vuur 421
Artikel 9. Lange afstandsprecisievuur 421
Artikel 10. Ter hand nemen van het dienstpistool 422
Artikel 10a. Waarschuwingsplicht voor gericht schieten 424
§ 2a. Niet-penetrerende projectielen 425
Artikel 11. Buiten toepassingsverklaring 425
Artikel 11a. Gebruik niet-penetrerende projectielen 425
Artikel 11b. Waarschuwingsplicht voor gebruik niet-penetrerende projectielen 427
§ 2b. Pepperspray 428
Artikel 12a. Gebruik van pepperspray 428
Artikel 12b. Waarschuwingsplicht voor gebruik pepperspray 430
§ 2c. Stroomstootwapen 431
Artikel 12c. Stroomstootwapen 431
Artikel 12d. Waarschuwingsplicht voor gebruik stroomstootwapen 433
§ 2d. Wapenstok 434
Artikel 12e. Wapenstok 434
Artikel 12f. Waarschuwingsplicht voor gebruik wapenstok 435
§ 3. Overige geweldmiddelen 436
Artikel 13. Traangas 436
Artikel 14. Waterwerper 437
Artikel 15. Toezicht van de hondengeleider 438
Artikel 15a. Inzet politiehond als geweldmiddel 439
Artikel 15b. Waarschuwingsplicht bij inzet van de politiehond 441
Artikel 16. Elektrische wapenstok 442
§ 4. Melding aanwenden van geweld 442
Artikel 17. Melden en registreren van geweld 443
Artikel 18. Kennisgeving aan het Openbaar Ministerie 447
Artikel 18a. Behandeling en beoordeling van de geweldsregistratie 448
Artikel 19. Registratie en publicatie 450

Hoofdstuk 3. Veiligheids- en vervoersfouillering 451
Artikel 20. Veiligheids- en vervoersfouillering 451
Artikel 21. Meldingsplicht veiligheidsfouillering 452

Hoofdstuk 4. Vrijheidsbeperkende middelen en hulpmiddelen 452
§ 1. Handboeien en mondafscherming ten behoeve van het vervoer of een verplaatsing 452
Artikel 22. Handboeien 452
Artikel 22a. Mondafscherming 453
Artikel 22b. Handboeien en mondafscherming in het kader van hulpverlening 454
Artikel 23. Melding aan hulpofficier van justitie 454
§ 2. Hulpmiddelen ten behoeve van de uitzetting van vreemdelingen 455
Artikel 23a. Hulpmiddelen ten behoeve van uitzetting 456
Artikel 23b. Melding van het gebruik van hulpmiddel ten behoeve van uitzetting 459
§ 3. Het gebruik van handboeien en blinddoeken ten behoeve van het ordelijk verloop van een aanhouding 459
Artikel 23c. Blinddoeken en handboeien van derden 459

Hoofdstuk 5. Hulpverlening 461
Artikel 24. Zieke of gewonde personen 461
Artikel 25. Dronken of verstoorde personen 462

Hoofdstuk 6. Maatregelen jegens ingeslotenen 463
§ 1. Algemeen 463
Artikel 26. Arrestantenbehandeling 463
Artikel 27. Waarschuwen van familie of huisgenoot 465
§ 2. In bewaring nemen van kleding en voorwerpen 466
Artikel 28. Insluitingsfouillering 466
Artikel 29. Naakt ontkleden 467
Artikel 29a. Procedure voor het onderzoek in het lichaam 469
Artikel 30. Registratie voorwerpen en kledingstukken 470
§ 3. Permanente camera-observatie 471
Artikel 31. Permanente camera-observatie 471
§ 4. Medische bijstand 471
Artikel 32. Medische bijstand 471
Artikel 33. Aanwijzingen van de arts 472
Artikel 34. Regelmatige observatie 473
Artikel 35. Overdracht medische gegevens 473
§ 5. Hulpmiddelen jegens ingeslotenen 474
Artikel 35a. Hulpmiddelen jegens ingeslotenen en camera-observatie 474
§ 6. Invrijheidstelling 476
Artikel 36. Vervoer invalide personen 476
Hoofdstuk 6a. Ambtenaar van een bijzondere opsporingsdienst 476
Artikel 36a. Ambtsinstructie van de ambtenaar van een bijzondere opsporingsdienst 476
Artikel 36b. Voorgeschreven geweldmiddel of handboeien 478

Hoofdstuk 7. Buitengewoon opsporingsambtenaar 478
Artikel 37. Ambtsinstructie van de buitengewoon opsporingsambtenaar 480
Artikel 38. Voorgeschreven bewapening en uitrusting 481
Artikel 39. Akte van beëdiging 481

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen 482
Artikel 39a. Grondslag 482
Artikel 40. Inwerkingtreding 482
Artikel 41. Citeertitel 482

BIJLAGE II. GRENSOVERSCHRIJDENDE POLITIESAMENWERKING 483
II.1 Verdrag van Senningen 484
II.2 Verdrag van Enschede 485
II.3 Verdrag van Prüm 486

LITERATUUROVERZICHT 487
GELIEERDE WETGEVING 499
GEDELEGEERDE REGELGEVING 501
RECHTSPRAAKREGISTER 505
TREFWOORDENREGISTER 513