The Impact of EU Law on Dutch Property Law
A study of the implementation of the collateral directive
Samenvatting
Deze uitgave concentreert zich op de vraag hoe de Nederlandse wetgever moet omgaan met EU-richtlijnen over het goederenrecht. De analyse brengt interessante inzichten aan het licht voor (academische) juristen met een belangstelling voor het goederenrecht/zekerhedenrecht, rechtsvergelijking en Europees privaatrecht.
Het Nederlandse privaatrecht staat in toenemende mate onder invloed van Europese wetgeving. Er kan een spanningsveld ontstaan tussen Europese richtlijnen enerzijds en de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek anderzijds. Dit probleem kan met name rijzen in het kader van het goederenrecht, dat bekendstaat als een tamelijk rigide rechtsgebied.
Hoe dient de Nederlandse wetgever om te gaan met EU-richtlijnen over het goederenrecht om deze in harmonie te brengen met nationale wetgeving? The Impact of EU Law on Dutch Property Law voorziet in een kritische analyse van dit vraagstuk en wijst mogelijke oplossingsrichtingen aan.
Financiëlezekerheidsovereenkomsten
Het vertrekpunt van deze publicatie is Richtlijn 2002/47/EG over de financiëlezekerheidsovereenkomst (fzo-richtlijn),omdat zij één van de weinige richtlijnen is die is toegespitst op het goederenrecht. De auteur richt zich in het bijzonder op drie aspecten van de fzo-richtlijn die op gespannen voet staan met de nationale wetgeving:
- De financiëlezekerheidsovereenkomst die leidt tot overdracht
- De vestiging van een zekerheidsrecht op basis van een financiëlezekerheidsovereenkomst en het vereiste van controle
- Het zogenaamde ‘right of use’
Daarnaast wordt gekeken naar de ontwikkelingen in andere Europese landen. Hoewel de uitgave een sterke focus kent op de implementatie van één richtlijn, wordt hieruit een aantal lessen getrokken voor de toekomst. Hiermee biedt de titel waardevolle aanknopingspunten voor (academische) juristen met een belangstelling voor het goederenrecht/zekerhedenrecht, rechtsvergelijking en Europees privaatrecht.
Trefwoorden
europees recht goederenrecht zekerhedenrecht implementatie wetgeving rechtsvergelijking burgerlijk recht pandrecht europa nederland financieel recht harmonisatie juridische systematiek richtlijnen eigendomsrecht rechtssysteem insolventiererecht juridisch onderzoek internationaal recht vermogensrecht ondernemingsrecht rechtswetenschap
Trefwoorden
Specificaties
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Introduction / 1
1.1. The core of European private law: consumer contract law / 1
1.1.1. The development of the consumer acquis / 1
1.1.2. Insights gained from the consumer acquis / 6
1.2. European property law / 11
1.2.1. What is property law / 11
1.2.2. Fragments of European property law / 12
1.2.3. Article 345 TFEU / 13
1.2.4. Future EU property law / 15
1.3. The problem of implementing directives and the effect on national property law / 16
1.3.1. Different strategies of implementation / 16
1.3.1.1. Implementation outside the Civil Code / 16
1.3.1.2. Implementation within the civil code / 18
1.3.1.3. A separate Book for European Private law / 19
1.3.2. Formulating the research question / 19
1.3.2.1. The difficulties of incorporating directives on matters of property in the Dutch Civil Code / 20
1.3.2.2. The loss of autonomy / 21
1.3.2.3. The research question / 21
1.3.3. The normative framework / 22
1.3.3.1. The unity of law / 22
1.3.3.2. The law as a system / 23
1.3.3.3. Elements of a good system / 25
1.3.4. Considering the problem on the basis of the Collateral Directive / 27
1.3.4.1. The Collateral Directive in a nutshell / 28
1.3.4.2. The approach / 28
1.4. The organisation of this book / 29
CHAPTER 2
The Framework of European influence on property law / 33
Introduction / 33
2.2. The effect of primary EU Law on national property law / 34
2.2.1. The internal market: free movement of goods / 34
2.2.2. Relation between EU law and national law / 34
2.2.2.1. The lex rei sitae and the free movement of goods / 35
2.2.2.2. Article 34 of TFEU: quantitative restrictions and measures having equivalent effect / 35
2.2.3. The argument made by Akkermans and Ramaekers / 39
2.2.4. The refutation of the argument / 41
2.2.4.1. Preliminary remarks / 41
2.2.4.2. Why the non-recognition of foreign property rights does not fall within the scope of Article 34 TFEU / 43
2.2.4.3. The measure can in any case be justifi ed under EU law / 46
2.2.5. Harmonisation of confl ict of law rules concerning matters of property law / 49
2.2.5.1. The CJEU’s decision in Kubicka / 50
2.2.5.2. The impact of ESR on national property law / 53
2.2.5.3. The ESR and the development of future European property law / 54
2.3. Secondary EU law / 56
2.3.1. The competence to adopt directives / 56
2.3.1.1. Article 114 TFEU and Tobacco advertising / 56
2.3.1.2. Tobacco advertising / 57
2.3.2. Harmonisation of substantive property law / 58
2.3.2.1. Article 345 TFEU: a possible impediment? / 58
2.3.2. The implementation of directives / 59
2.3.2.1. General requirements / 59
2.3.2.2. The degree of harmonisation achieved by directives / 60
2.3.3. Ensuring proper implementation / 61
2.3.4. The interpretation of directives / 62
CHAPTER 3
The Financial Collateral Directive / 67
Introduction / 67
3.2. Background and purpose of the Directive / 67
3.3. Financial collateral / 69
3.3.1. Cash, financial instruments and credit claims / 69
3.3.2. The dual function of fi nancial collateral / 70
3.4. Parties to a financial collateral arrangement / 71
3.5. The security financial collateral arrangement / 72
3.5.1. Providing financial collateral under a security fca and formalities / 72
3.5.2. Enforcement of the security fi nancial collateral arrangement / 73
3.5.2.1. Article 4 Directive: different methods of enforcement / 73
3.5.2.2. Aviabaltika case / 74
3.6. The right of use / 80
3.7. The title transfer financial collateral arrangement / 81
3.8. Conflict of laws / 81
3.9. The financial collateral arrangement and insolvency / 81
3.9.1. Close-out netting and insolvency / 82
3.9.2. Non-applicability of certain insolvency provisions / 82
3.9.3. The impact of Aviabaltika on Dutch insolvency law / 84
3.9.4. Aviabaltika and the title transfer fca / 88
PART ONE
The title transfer financial collateral arrangement and Article 3:84 par. 3 DCC / 97
CHAPTER 4
Article 3:84 par. 3 DCC: the prohibition of fiduciary transfers / 99
Introduction / 99
4.2. The fiduciary transfer for security purposes / 100
4.2.1. The historical background of the fi duciary transfer for security purposes / 100
4.2.2. The Bierbrouwerij case / 101
4.2.3. Restrictions with regard to the transfer for security purposes / 103
4.2.3.1. The applicability of the rules of pledge / 103
4.2.3.2. Security ownership ineffective against certain third parties / 104
4.2.4. The construction of the transfer for security purposes / 105
4.2.4.1. No multiple encumbrances / 105
4.2.4.2. Lack of accessoriness / 106
4.3. Article 3:84 par. 3 DCC: the prohibition of transfer for security purposes / 107
4.3.1. Meijers’ objection to the fiduciary transfer for security purposes / 107
4.3.2. The classification of subjective patrimonial rights / 107
4.3.3. The lack of publicity due to the delivery constitutum possessorium / 109
4.3.4. The legislator’s reasons for introducing Article 3:84 par. 3 DCC / 109
4.3.4.1. The non-possessory pledge as an alternative to the transfer by way of security / 109
4.3.4.2. More rights than the creditor’s interest can justify / 110
4.3.4.3. A division of rights not recognised by law / 111
4.3.4.4. A difference of treatment between the first part and the second part of Article 3:84 par. 3 DCC / 112
4.4. The Supreme Court’s Interpretation of Article 3:84 par. 3 DCC / 112
4.4.1. The Sogelease case / 113
4.4.1.1. The transfer for recourse purposes / 114
4.4.1.2. The agreement to a real transfer of ownership / 115
4.4.2. Decision in the BTL Lease case / 116
4.4.2.1. Discrepancy between the purchase price and the value / 117
4.4.2.2. Additional circumstances / 118
4.4.2.3. A duty to account for the surplus value / 119
CHAPTER 5
The title transfer collateral arrangements and the prohibition of the transfer for security purposes / 123
Introduction / 123
5.2. The transfer of financial collateral and Article 3:84 par. 1 DCC / 124
5.2.1. Cash collateral / 124
5.2.2. Securities and the GSTA / 125
5.2.3. Credit claims / 127
5.3. The compatibility of the title transfer fca with Article 3:84 par. 3 DCC / 127
5.3.1. The legislator’s point of view / 127
5.3.1.1. A fiduciary transfer by way of security does not fall within the scope of the title transfer fca / 127
5.3.1.2. Security in the sense of Article 3:84 par. 3 DCC versus security in the sense of its economic effect / 128
5.3.1.3. A quasi-authentic interpretation / 129
5.3.2. Why the title transfer fca does confl ict with Article 3:84 par. 3 DCC / 130
5.3.2.1. The scope of Article 2 par. 1 (b) of the Collateral Directive / 130
5.3.2.2. A wrong interpration of the Sogelease criterion / 131
5.3.2.3. An incomplete account of the Sogelease case / 133
5.4. Options to ensure that a title transfer fca can have full effect / 133
5.4.1. Reinterpreting Article 7:55 DCC / 133
5.4.1.1. Article 3:84 par. 3 DCC not applicable to the title transfer fca / 134
5.4.1.2. Reinterpretation does not allow for the standard type of fiduciary transfer by way of security / 135
5.4.2. Removing Article 3:84 par. 3 DCC / 136
5.4.2.1. Narrow interpretation of Article 3:84 par. 3 DCC may gain authority / 136
5.4.2.2. New legislation: the agreement to pawn / 137
5.4.2.3. Removal of Article 3:84 par. 3 DCC and legal uncertainty / 138
CHAPTER 6
The transfer for security purposes in other European legal systems / 141
Introduction / 141
6.2. French Law / 142
6.2.1. The legal regime for the garantie fi nancière / 143
6.2.2. The Cession Dailly / 144
6.2.2.1. The scope of the cession Dailly / 144
6.2.2.2. The assignment of claims by way of a bordereau / 144
6.2.2.3. The cession Dailly à titre de garantie versus à titre d’escompte / 145
6.2.2.4. Claims assigned on the basis of a cession Dailly for security purposes return by way of law / 145
6.2.2.5. The assigned claim cannot exceed the amount of the secured claim / 146
6.2.3. The fiducie in general / 148
6.2.3.1. The parties to the fiducie / 148
6.2.3.2. The formalities of the fiducie / 149
6.2.3.3. The creation of a separate patrimony / 150
6.2.4. The fiducie-sûreté / 150
6.2.4.1. Different modalities and the possibility of a recharge / 151
6.2.4.2. The fiducie-sûreté and publicity / 151
6.2.4.3. The ending of the fiducie-sûreté / 152
6.2.4.4. The enforcement of the fiducie-sûreté / 153
6.2.4.5. The fi ducie-sûreté and the French insolvency procedures / 154
6.2.4.6. The fi duciary’s insolvency / 155
6.3. German law / 157
6.3.1. The transfer of movable objects for security purposes / 157
6.3.1.1. Transfer of ownership by a constructive delivery / 157
6.3.1.2. Mutual rights and duties arising out of the agreement and the contractual accessoriness / 158
6.3.1.3. No presumption of a conditional transfer / 159
6.3.2. Breach of public morals / 159
6.3.2.1. Economically restraining the security provider / 159
6.3.2.2. Taking too much security: Übersicherung / 160
6.3.3. Enforcement of security ownership / 162
6.3.3.1. Realisation of the transferred object / 162
6.3.3.2. Enforcement in case of insolvency / 162
6.3.3.3. Security ownership and the security taker’s insolvency / 163
6.4. English law / 164
6.4.1. The mortgage / 165
6.4.1.1. The legal mortgage and the equitable mortgage / 165
6.4.1.2. The equitable right of redemption / 166
6.4.2. Perfection of the mortgage / 166
6.4.2.1. Perfection by registration: Bills of Sale Act / 167
6.4.2.2. Registration and the Companies Act 2006 / 168
6.4.3. Enforcement of the mortgage / 168
6.4.3.1. The remedy of foreclosure / 168
6.4.3.2. Taking possession followed by sale / 169
6.4.4. Mortgage and insolvency / 170
6.4.4.1. The administration procedure / 170
6.4.4.2. Winding-up procedure / 171
6.4.4.3. Mortgee’s insolvency / 172
6.5. The DCFR / 173
6.5.1. Security over movable assets / 173
6.5.1.1. Movable assets / 173
6.5.1.2. Security rights / 173
6.5.2. The establishment of a security right / 174
6.5.2.1. The creation of a security right / 174
6.5.2.2. Effectiveness against third parties / 175
6.5.3. Termination of the proprietary security right / 175
6.5.4. The enforcement of a security right / 176
6.5.5. The security trust / 177
CHAPTER 7
Removing Article 3:84 par. 3 from the Dutch Civil Code / 183
Introduction / 183
7.2. The nature of the transfer for security purposes / 184
7.2.1. Different techniques with respect to the transfer for security purposes / 184
7.2.2. A conditional transfer, unless parties have determined otherwise / 184
7.2.3. No accessory right and no consecutive encumbrance / 185
7.3. Formalities / 187
7.3.1. A written agreement / 187
7.3.2. Registration of a transfer of movable objects delivered constitutum possessorium / 188
7.4. Enforcement of property transferred for security purposes / 188
7.4.1. Power to sell the transferred property / 189
7.4.2. Appropriation followed by a set-off / 189
7.5. The transfer for security purposes and third parties / 190
7.5.1. Ineffective against certain other creditors? / 190
7.5.2. Taking too much security / 190
7.5.2.1. Erba case: creating a false appearance of creditworthiness / 191
7.5.2.2. Limiting the amount security that a creditor may take / 192
7.6. Insolvency of the security provider / 193
7.6.1. Application of the rules of pledge with appropriate adaptation / 193
7.6.2. Insolvency and the assignment for security purposes / 194
7.6.2.1. Payment of the assigned claim before bankruptcy / 195
7.6.2.2. Receiving payment after bankruptcy / 195
7.6.2.3. Actively collecting payment by the bankruptcy trustee / 196
7.6.3. Insolvency of the security taker / 198
Conclusion of part one: the title transfer financial collateral arrangement and Article 3:84 par. 3 DCC / 201
PART TWO
The provision of financial collateral and the principle of publicity / 205
CHAPTER 8
The provision of financial collateral on the basis of a security fca / 207
Introduction / 207
8.2. The prohibition of formalities / 208
8.2.1. Formal acts and other legal requirements / 208
8.2.2. Formal acts and the provision of the different types of collateral / 209
8.3. Dispossession as a condition for the applicability of the Directive / 211
8.3.1. Grammatical interpretation / 211
8.3.2. The purpose of dispossession: publicity / 212
8.3.2.1. The Commission proposal / 213
8.3.2.2. The opinion of the Economic Social Committee / 215
8.3.2.3. The amendments proposed by the European Parliament / 216
8.3.2.4. The common position / 218
8.3.2.5. Dispossession and the risk of fraud / 220
8.3.2.6. The CJEU’s decision in Swedbank / 221
8.4. The relevant test to determine control and possession / 221
8.4.1. Control: the ability to prevent the collateral provider from dealing with the collateral / 222
8.4.2. Control and possession under Article 9 UCC / 224
8.4.2.1 Attachment and Perfection / 225
8.4.2.2. Perfection by control and possession / 226
8.4.3. The relevant test / 227
8.4.4. The concept of control according to the CJEU in Swedbank / 229
8.4.5. Control over credit claims / 231
8.5. Other aspects of providing financial collateral / 234
CHAPTER 9
Provision of financial collateral under Dutch law / 239
Introduction / 239
9.2. The system of providing financial collateral under Title 7.2 DCC / 240
9.3. The creation of a pledge over financial instruments / 240
9.3.1. A pledge over corporeal financial instruments / 241
9.3.2. A pledge over securities subject to the Giro Securities Act / 242
9.3.2.1. Organisation of the Giro Securities Transaction Act in brief / 242
9.3.2.2. The creation of a pledge over a share in the pool of securities / 243
9.4. The creation of a pledge over cash / 246
9.4.1. An undisclosed pledge over cash / 247
9.4.2. A disclosed pledge / 248
9.5. The creation of a pledge over credit claims / 257
9.5.1. Control / 258
9.5.2. The undisclosed pledge and the prohibition of formalities / 258
9.5.3. Consequences for Dutch law / 262
9.6. The scope of Title 7.2 DCC / 263
9.6.1. The interpretation of Article 7:51 under (c) DCC / 264
9.6.2. The residual power to regulate / 266
CHAPTER 10
Towards a stronger principle of publicity / 271
Introduction / 271
10.2. The prohibition of formalities and the interest of market effi ciency / 272
10.2.1. The starting point in Dutch patrimonial law: absence of a prescribed form / 272
10.2.2. Why property law is necessarily formal / 273
10.2.3. Recent developments: the Supreme Court’s recognition of the collective deed of pledge / 276
10.2.4. Assessment of Dix q.q. v ING and deformalisation / 279
10.2.5. Article 3 of the Directive and Dutch Property Law / 283
10.3. Dispossession and the principle of publicity / 287
10.3.1. The principle of publicity with regard to security rights / 287
10.3.1.1. Meaning of publicity / 287
10.3.1.2. Publicity and establishing a mortgage over registered property / 289
10.3.1.3. Publicity and establishing a pledge over movable objects / 290
10.3.1.4. Publicity and establishing a pledge over claims / 292
10.3.1.5. Conclusion / 294
10.4. The idea of dispossession and the system of Dutch property law / 294
10.5. Whether more publicity is necessary with regard to security rights / 297
10.5.1. The problem with lack of publicity / 297
10.5.2. Arguments against more publicity, in particular against the introduction of a registration system / 300
10.5.3. The merit of these counter arguments / 302
10.5.4. Registration and other means of publicity / 307
10.6. A registration system and Dutch property law / 314
Conclusion of Part Two: The provision of fi nancial collateral and the principle of publicity / 321
PART THREE
The right of use and the principle of numerus clausus / 325
CHAPTER 11
The Right of Use / 327
Introduction / 327
11.2. Article 5 of the Directive: the right of use / 329
11.2.1. The background of the right of use / 329
11.2.2. The conditions of the right of use: Regulation (EU) 2015/2365 / 330
11.2.3. The scope of the right of use / 335
11.3. The legal consequences of exercising a right of use / 338
11.4. The implementation of the right of use / 341
11.4.1. Article 7:53 DCC: the right of use / 341
11.4.2. The right of use and the prohibition to appropriate / 348
CHAPTER 12
The Principle of Numerus Clausus / 351
12.2. A closed system of property rights / 352
12.3. The historical background of the numerus clausus / 352
12.3.1. Article 584 of the Old Dutch Civil Code / 353
12.3.2. First intermezzo: French law / 354
12.3.2.1. The case of Caquelard v Lemoine / 354
12.3.2.2. Demolombe’s opposing view / 356
12.3.2.3. La Maison de Poésie / 357
12.3.2.4. A semi-open system of property rights / 358
12.3.3. The commentaries on the old Dutch Civil Code / 359
12.3.4. Second intermezzo: Von Savigny and the German law of things / 361
12.3.4.1. The methods of the Historical school / 361
12.3.4.2. Von Savigny’s system / 363
12.3.4.3. The numerus clausus of real rights and the German BGB / 365
12.3.5. Concluding remarks / 367
12.4. The case of Blaauboer v. Berlips: a turning point / 369
12.5. The closed system of property rights under the new Dutch Civil Code / 371
12.5.1. Meijers’ view on the principle of numerus clausus / 371
12.5.2. A semi-closed system of property rights / 372
12.6. Alternative views on the numerus clausus / 373
12.6.1. A more open system of property rights / 373
12.6.2. Akkermans’ proposal for a European numerus clausus / 374
12.6.3. Struycken on the purpose and meaning of the numerus clausus / 376
CHAPTER 13
How to deal with the dogmatic issues surrounding the right of use / 381
Introduction / 381
13.2. A brief reiteration of Struycken’s ideas on the numerus clausus / 383
13.3. The right of use and the Dutch Civil Code: the power to repledge / 384
13.3.1. The power to repledge: disposing of goods belonging to someone else / 385
13.3.2. Change in priority / 387
13.3.3. The enforcement of the second pledge and the position of the original pledgor / 390
13.3.4. A brief summary of the power to repledge / 392
13.4. The right of use and the Dutch Civil Code: the power of disposal with respect to the right of usufruct / 392
13.4.1. The reasons for introducing a power of disposal / 393
13.4.2. The power of disposal / 394
13.4.3. The nature of the power of disposal / 395
13.4.4. The workings and legal consequences of the power of disposal / 398
13.5. Systemic elements / 404
13.6. The right of use and the system of property law / 406
13.6.1. The nature of the right of use / 407
13.6.2. The right of use and proprietary substitution / 410
CHAPTER 14
Whether the introduction of a right of use is sensible / 419
Introduction / 419
14.2. Why Akkermans’ approach to the principle of numerus clausus offers little assistance / 420
14.3. The impact of implementing a right of use / 421
14.3.1. An outward pressure within the national legal system / 422
14.3.2. The normal type of pledge and other issues / 423
14.4. Hybrid security rights in other legal systems / 424
14.4.1. French law / 424
14.4.1.1. Antichresis in the French Civil Code / 424
14.4.1.2. Pledge over fungible goods / 431
14.4.2. German law / 432
14.5. Whether the Dutch legal system should adopt the right of use on a larger scale / 433
14.5.1. The need for a right of use / 433
14.5.2. The organisation of the right of use / 434
14.5.3. Possible application and negative side effects / 435
14.5.4. Cauda: applying the right of usufruct for security purposes / 437
Conclusion part three: the right of use and the principle of numerus clausus / 441
Conclusion / 447
Summary / 465
Samenvatting / 477
Bibliography / 491
Table of cases / 533
About the author / 539
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- cadeauboeken
- computer en informatica
- economie
- filosofie
- flora en fauna
- geneeskunde
- geschiedenis
- gezondheid
- jeugd
- juridisch
- koken en eten
- kunst en cultuur
- literatuur en romans
- mens en maatschappij
- naslagwerken
- non-fictie informatief/professioneel
- paramedisch
- psychologie
- reizen
- religie
- schoolboeken
- spiritualiteit
- sport, hobby, lifestyle
- thrillers en spanning
- wetenschap en techniek
- woordenboeken en taal